Hoe ver kun je komen zonder anabolen?
Je hebt ze vast wel eens gehoord: “Zonder anabolen kom je nergens in deze sport.” Of deze: “Iedere bodybuilder die er goed uitziet gebruikt.” Je wilt niet weten hoe vaak we die wijsheden hebben moeten aanhoren. Nou ja, ‘wijsheden’… Gelukkig kloppen ze niet.
Het anabolenvrije tijdperk
Die vraag houdt wereldwijd honderdduizenden naturelbodybuilders bezig. Als je gaat zoeken naar betrouwbare informatie, dan stuit je al snel op een Amerikaanse studie uit het midden van de jaren negentig, waarin de onderzoekers de gegevens analyseerden van de winnaars van de Mister America-wedstrijden in de periode 1939-1959.
Anabole steroïden waren er toen nog niet. Betaalbare testosteronpreparaten waren er pas in 1944, en ongetwijfeld hebben enkele bodybuilders daarmee geëxperimenteerd. Hun experimenten waren echter niet succesvol en duurden maar kort, omdat er nog geen middelen waren waarmee je de bijwerkingen van testosteron enigszins onder controle kunt houden. Pas in 1960, toen het anabole steroid Dianabol op de markt kwam, begonnen Amerikaanse bodybuilders massaal doping te gebruiken. Vandaar dat de onderzoekers ervan uit gaan dat de bestudeerde bodybuilders naturel waren.
De onderzoekers schatten het vetpercentage van de bodybuildingkampioenen, haalden uit bodybuildingmagazines gegevens over hun wedstrijdgewicht en hun lengte, en berekenden aan de hand daarvan de fat-free mass index(FFMI) van de bodybuilders. De FFMI is een soort BMI, maar dan van de vetvrije massa.
Beter dan doorsnee-gebruikers
De onderzoekers berekenden ook de FFMI van recreatieve bodybuilders in een gym. Daar zaten naturelsporters bij, maar ook anabolengebruikers. De FFMI van de gebruikers was gemiddeld 25, van de niet-gebruikers gemiddeld 22. Die drie punten verschil betekende in de meeste gevallen dat de gebruikers een kleine tien kilo spieren zwaarder waren dan de niet-gebruikers.
De winnaars van de Mister America in het anabolenvrije tijdperk hadden echter een FFMI die hoger was dan 22, ontdekten de onderzoekers. In 1947 had Steve Reeves bijvoorbeeld een FFMI van 23. In 1953 stond Bill Pearl op het podium met een FFMI van 25,8 en John Grimek heeft zelfs aan wedstrijden meegedaan met een FFMI van 27. Uiteraard zouden Reeves, Pearl en Grimek met hun naturelfysiek geen kans meer maken op de grote bodybuildingwedstrijden van nu, maar desondanks hadden ze een fysiek waaraan veel doorsnee-anabolengebruikers in een willekeurige gym niet kunnen tippen.
Topfysiek uit 1907
Nog niet overtuigd? Google dan eens op “Bobby Pandour”. Pandour heette eigenlijk Wladyslaw Kurcharczyk. Zijn precieze geboortedatum is niet bekend, maar het moet ergens rond 1880 zijn geweest. Hij werd geboren in Polen, maar emigreerde op jonge leeftijd naar West-Europa. Hij trad in het begin van de twintigste eeuw op in Engeland en in de Verenigde Staten, en foto’s met zijn vlijmscherpe fysiek verschenen tussen 1907 en 1915 op de covers van de voorlopers van onze bodybuilding- en fitnessmagazines. Anabole steroïden waren er toen nog niet, en testosteron was zelfs nog niet ontdekt. Supplementen als eiwitconcentraten, creatine en HMB waren er evenmin, en de wetenschappelijke kennis over voeding en training was op zijn best nog summier. Zelfs de meeste vitamines moesten nog ontdekt worden. Maar dat belette Pandour niet om een fysiek op te bouwen waarmee je ook anno 2014 nog op de cover van Men’s Health of Sport & Fitness kunt komen.
Dat kun jij ook
Jij hebt een heleboel voor op mannen als Pandour, Reeves en Pearl. Je hebt, niet in de laatste plaats dankzij het internet, in principe de beschikking over oneindig veel meer kennis over training en voeding dan zij. Er zijn meer hulpmiddelen die je training afwisselend en uitdagend houden, er zijn een paar goed bestudeerde en veilige supplementen. Als Reeves in zijn tijd een FFMI kon opbouwen van 23, dan kun jij dat ook. En als je een beetje doorzet en een beetje hebt geboft met je erfelijke aanleg, dan is een FFMI van boven de 25 misschien ook wel voor jou weggelegd.
Als je weet wat je vetpercentage is, dan kun je online je FFMI uitrekenen met calculators als deze. Bij dat ding moet je wel eerst je lengte omrekenen naar feet en inches, en je gewicht omrekenen naar lbs.
Naturalbodybuilders
Als je op zoek bent naar realistische voorbeelden van wat je als bodybuilder zonder doping kunt bereiken, hoef je niet perse decennia terug te gaan in de tijd. Ze zijn er nog steeds. In 2013 publiceerden bewegingswetenschappers van Fitchburg State University een onderzoek waarin ze een naturelbodybuilder volgden tijdens zijn wedstrijdvoorbereiding. Je kunt die studie hier integraal downloaden. De man was achterin de twintig, stond onder strikte controles, en beklom uiteindelijk met een FFMI van 24,9 het podium van een naturel bodybuildingcompetitie.
Laat je dus niet wijsmaken dat krachttraining zonder doping niet mogelijk is, en dat je zonder farmacologische hulpmiddelen niets kunt bereiken. Er zijn nog steeds bodybuilders die zonder farmacologische hulpmiddelen trainen, en daarbij uitstekende resultaten bereiken. Ook in Nederland. Een fraai voorbeeld vind je hier.