Eigen Kracht seminars in de regio
Afgelopen maanden zijn er in samenwerking met Fit!vak – de brancheorganisatie van erkende fitnesscentra – drie Eigen Kracht seminars gehouden, en wel in Gouda, Enschede en Eindhoven. De seminars waren met name bedoeld voor fitnessinstructeurs en personal trainers. De presentaties van de sprekers over training, voeding, psychologie van de begeleiding, en dopingpreventie, zijn natuurlijk voor meer mensen interessant. Daarom delen we ze hier.
De achtergrond van de seminars was het project Samen voor een schone sport, dat opvolging gaf aan de Nationale Dopingconferentie gehouden in april 2015, en daar ook door minister Schippers van VWS werd aangekondigd en middelen voor beschikbaar stelde. De Atletiekunie, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Koninklijke Nederlandse Biljartbond (KNBB), Fit!vak, Dopingautoriteit en NOC*NSF waren de deelnemende partijen, die elk hun eigen bijdrage leverden.
De seminars
De seminars werden gehouden op 3 februari (Gouda), 24 maart (Enschede) en 21 (Eindhoven), steeds op een vrijdag. Het onderdeel ‘training’ werd in Gouda en Eindhoven verzorgd door de bekende Rotterdamse krachttrainingsdeskundige Hans Kroon, eigenaar van Fitnesscentrum Noord, in Enschede door bewegingswetenschapper en krachtsporter Luuk Hilkens, docent aan de HAN sporthogeschool. Het voedingsonderdeel werd in Gouda verzorgd door de bekende sportdiëtiste Janine Reitsema, docente aan de Hogeschool van Amsterdam en in Enschede en Eindhoven door de minstens zo bekende sportdiëtiste Anne-Marijke Ambergen, die vanuit haar bedrijf Fitconsulting tal van topsporters begeleidt. De presentaties over dopingpreventie in fitness werden gegeven door Hans Wassink, voorlichter breedtesport bij de Dopingautoriteit en webmaster van Eigenkracht.nl. Vana Hutter, bewegingswetenschapper en sportpsycholoog, docent aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, verzorgde de presentaties over de psychologie van begeleiding, en omgang met dopinggebruikers.
Casussen Merel & Sam
Als uitgangspunt van de presentaties werden de klassieke doelen afslanken/spieren kweken in fitness genomen, in de vorm van Merel en Sam. Merel wil graag een kilo of vijf kwijt omdat ze over twee maanden strak in bikini aan het strand wil liggen. Het is haar al eerder gelukt om af te vallen, maar nu wil het maar niet zo lukken. Ze wil een fatburner gebruiken als ondersteuning van haar cardiotraining. Trainen met gewichten ziet ze niet zitten, want ze is bang daar erg gespierd van te worden. Hoe daar als fitnessinstructeur/begeleider mee om te gaan? Sam is een jongen die snel spiermassa wil opbouwen, hij heeft al eens een ‘kuurtje’ gebruikt, maar is uiteindelijk de gewonnen spiermassa en kracht toch weer verloren. Op aanraden van fanatieke vrienden (groepsdruk) heeft hij via een webshop weer een nieuwe kuur besteld, en wordt verdacht gespierd. Ook hier de vraag hoe daar mee om te gaan, en wat de fysieke en gedragskenmerken zijn van de ‘gebruiker’. Zowel bij Merel als Sam is het uiteraard de bedoeling ze warm te krijgen voor de gezonde alternatieven, training, voeding en motivatie.
Training
Bij zijn presentaties legde Hans Kroon er sterk de nadruk op, dat de instructeur moet proberen een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de wensen en verwachtingen, van de cliënt/sporter, en niet in de laatste plaats hoe gemotiveerd hij/zij is. Kroon kiest ervoor om snel duidelijk te maken dat zonder oprechte motivatie er weinig kans van slagen is voor welk gesteld doel ook. Verder dienen de verwachtingen reëel te zijn. Het voordeel van deze confronterende aanpak is een duidelijke verhouding tussen instructeur en cliënt, er moet aangepakt worden en de instructeur zorgt voor de expertise en ondersteuning. Daar op kunnen vertrouwen is essentieel in zijn visie. Merel krijgt het advies toch aan krachttraining te doen om tijdens het afslanken zo min mogelijk spiermassa verliest. Spieren geven je lichaam immers vorm en houdt de stofwisseling hoog. Nadruk in de training ligt ook op de basisoefeningen. Ook Luuk Hilkens, huldigde het ‘niet lullen maar poetsen’ principe, maar bracht in zijn presentatie de wetenschap achter het opbouwen van spiermassa ter sprake. Hij besprak de mechanismen van spierhypertrofie: mechanische belasting, metabole stress en spierschade. De mechanische belasting (intensiteit en duur) lijkt daarbij het belangrijkst te zijn. In de discussie lager of wat hoger trainingsvolume voor spiermassa, lijkt het bewijs toch richting hoger volume te gaan. Ook voor het percentage gewicht gebruikt bij de oefeningen lijkt er voordeel te zijn bij wat zwaardere gewichten, al kan ook bij gewichten die lager zijn dan 60% van je 1RM spierhypertrofie gerealiseerd worden. Evenals Kroon benadrukte ook Hilkens het belang van krachttraining voor afslankdoeleinden.
Voeding
De rol van de voeding bij afslanken (Merel) en spieropbouw (Sam) werd duidelijk gemaakt door de sportdiëtisten Janine Reitsema en Anne-Marijke Ambergen. De vraag ‘wat is nu gezonde voeding?’ werd uitgebreid besproken, niet alleen vanwege het belang voor de gezondheid, maar ook de verwarring die veel voedingshypes (geen brood want bevat gluten) veroorzaken. Uiteraard kwamen de macronutriënten (koolhydraten, eiwitten en vetten) aan bod, evenals de ADH (aanbevolen dagelijkse hoeveelheid) van vitamines en mineralen. Dat voor sporters meer niet altijd beter is, werd duidelijk aan de hand van voorbeelden met vitamine B6 en vitamine C. Ook werden nut van vitaminepreparaten en vitamine D besproken. Voor afslankdoeleinden is eerder het ‘opschonen’ van de voeding belangrijk en ook beter vol te houden. Voor zowel spieropbouw als afslanken zijn magere en kwalitatief hoogwaardige eiwitten belangrijk. Een inname van 1,5 tot 2 gram eiwit per kg lichaamsgewicht per dag is een veilige keuze.
Belang van begeleiding
De presentatie van sportpsychologe Vana Hutter ging in op het relatieve belang van kennis en houding als het gaat om ongezond gedrag (dopinggebruik) en hoe groot vaak de sociale druk en de ‘situationele verleiding’ is. Bekend is bijvoorbeeld, dat wie in een hardcore sportschool gaat trainen een grotere kans maakt doping te gaan gebruiken dan in een ‘health spa’, bijvoorbeeld. Ze besprak tevens een aantal mechanismen waarmee mensen ongezond/onwenselijk gedrag goedpraten. Dat kan door bijvoorbeeld te benadrukken dat ze verder heel gezond leven (train keihard, let op mijn voeding, etc.), of door het te vergelijken met andere ongezonde gewoonten, zoals roken of weinig bewegen). Ook de verwachtingen over de effectiviteit van de gebruikte middelen speelt een rol. Om gebruik van dopingmiddelen tegen te gaan in het fitnesscentrum, adviseerde ze gebruik te ‘denormaliseren’, dat betekent bijvoorbeeld verbazing tonen over gebruik, de confrontatie aangaan, positieve rolmodellen benadrukken, negatieve rolmodellen geen podium geven. Zelfstandigheid benadrukken (niemand is graag een kuddedier). Een manier om de vaardigheden om verleiding te weerstaan te vergroten en het ongezonde gedrag te bespreken is de techniek van ‘motivational interviewing’.
Dopingpreventie
In het deel over dopingpreventie in fitness kwamen supplementen en gebruik van anabole steroïden, maar ook andere middelen aan bod. Voor wat supplementen betreft, werd gewezen op mogelijke vervuiling van supplementen met dopinggeduide stoffen en ook het zogenaamde ‘spiken’ van supplementen, waarbij doelbewust dopingmiddelen in supplementen worden gestopt, zonder vermelding op de verpakking. Een kritische houding ten opzichte van supplementen is belangrijk. Hoewel slechts een klein deel van de grote berg aan supplementen bewezen effectief is, is de bijdrage voor bijvoorbeeld doelen als afslanken en/of spieropbouw zeer bescheiden. Aandacht werd ook besteed aan het herkennen van dopinggebruik en omgang met de gebruiker, beleid in het centrum en het belang van goede begeleiding onder het motto ‘Goed begeleiden is doping bestrijden’.
De presentaties van de seminars zijn hier te vinden.