Nuchtere feiten over doping
Fitnessers, krachtsporters en bodybuilders gebruiken niet alleen supplementen. Om slanker, strakker en sterker te worden, wordt door sommigen ook gebruik gemaakt van dopinggeduide middelen. De vraag is hoe groot deze groep is in Nederland. Deze en andere gerelateerde vragen zetten we hier op een rijtje.
Gebruik onder Nederlandse bevolking
Onderzoek onder de Nederlandse bevolking van 15-65 jaar toont dat er 1,5% ooit-gebruikers van verboden prestatiebevorderende middelen zijn. Zij geven aan ooit iets gebruikt te hebben. Dit zijn ongeveer 150.000 mensen. Op de vraag of men het afgelopen jaar heeft gebruikt antwoord 0,5% 'Ja'. Deze groep actuele gebruikers is naar schatting 50.000 personen. Dit alles blijkt uit het Nationaal Prevalentie Onderzoek uit 2007 (IVO, 2007). Uit dezelfde onderzoek blijkt dat er een toename is van anabolengebruik onder jonge mannen. De leeftijd waarop men met gebruik start is 18 jaar. De gemiddelde leeftijd van een gebruiker is 27 jaar.
Een gemiddeld fitnesscentrum
Naar schatting zijn er in Nederland rond de 2 miljoen mensen die aan fitness doen in ± 2.000 fitnesscentra. Dat komt neer op gemiddeld 1.000 leden per fitnesscentrum. Een gemiddeld fitnesscentrum kent gemiddeld 13 personeelsleden waarbij de meesten fitnessinstructeurs zijn. 45% van de centra verkoopt voedingssupplementen.
Gebruik onder fitnessbeoefenaars
Het meest recente onderzoek (TNO, 2009) laat zien dat 8,2% van de Nederlandse fitnessbeoefenaars gebruik maakt van doping of in het afgelopen jaar heeft gebruikt. Het gaat om de volgende soort middelen en prevalanties:
Soort middel |
Prevalentie (aantal personen) |
Anabole steroiden | 1,0% (19.500) |
Prohormonen | 0,8% (15.600) |
Bijwerkingsbestrijders | 1,3% (25.350) |
Groeihormoon en/of Insuline | 1,1% (21.450) |
Stimulantia | 4,8% (93.600 |
Anders | 2,8% (54.600) |
Handel in doping
De jaarlijkse omvang van de illegale handel in dopinggeduide middelen in Nederland wordt geschat op 75 tot 90 miljoen euro (Koert & van Kleij, 1998). Zo'n 30% van de doping wordt via internet besteld (Gezondheidsraad, 2010). Dit percentage lijkt stijgende te zijn (Wassink, Coumans, de Hon, 2010).
Bijwerkingen van doping
Het gebruik van dopinggeduide middelen geeft gezondheidsrisico’s. Allereerst hebben de middelen zelf de nodige bijwerkingen. Een onderzoek onder Nederlandse wedstrijdbodybuilders (de Boer e.a., 1996) wees uit dat maar liefst negentig procent van de gebruikers last heeft van een of meerdere bijwerkingen. De middelen worden hoofdzakelijk verkregen via de illegale (zwarte) markt.
Bekend is dat zo’n 50-60% van de illegale middelen vervalst is (van Kleij & de Hon, 2002). Dat betekent dat de gebruiker feitelijk niet goed weet wat hij (of zij) in handen heeft en dat het iedere keer maar afwachten is hoe groot de (bij)werkingen zullen zijn. Door de vervalsingen bestaat bovendien het risico op vervuiling, bijvoorbeeld bacteriologische verontreiniging, waardoor (zeker bij injecties) ontstekingen en ziekten kunnen optreden. Ook kunnen de middelen reeds de uiterste houdbaarheidsdatum al hebben overschreden.
De gebruikte doseringen zijn vaak extreem hoog (het veelvoudige van normale therapeutische doseringen) en bovendien worden meerdere middelen tegelijkertijd gebruikt (‘stacking’). Het zal duidelijk zijn dat met het verhogen van de doseringen, de bijwerkingen in omvang toenemen. Verder is er meestal gebrekkige en eenzijdige informatie voorhanden en ook is vaak nauwelijks sprake van medische begeleiding. Een overzichtswerk over doping publiceerden wij in 2014 onder de titel 'Doping: de nuchtere feiten'