Sportsupplementen: informatiebronnen internet
Wie sportsupplementen wil gaan gebruiken en op internet een zoektocht start naar betrouwbare informatie, heeft het bepaald niet makkelijk. Het internet is een goudmijn en een schroothoop tegelijk. Rijp en groen, onzinnige en degelijke informatie, op het wereldwijde web vind je alles door elkaar. Het is voor leken dan ook vrijwel ondoenlijk om het kaf van het koren te scheiden, met andere woorden, om nuttige informatie van nonsens te onderscheiden.
Een van de basisbeginselen van het onderscheiden van betrouwbare/onbetrouwbare informatie is beseffen dat een fabrikant van een supplement een ander belang heeft dan een niet commerciële partij of organisatie die de sporter wil informeren. Verkopers van supplementen zijn vaak bijzonder handig in het bijeen sprokkelen van wetenschappelijke literatuur die ‘bewijzen’ dat hun producten werken als de beste.
Hieronder hebben we een aantal betrouwbare internetbronnen geselecteerd die de moeite van het bekijken waard zijn. Sommige geven meer algemene informatie, anderen bieden factsheets van ingrediënten van supplementen of uitgebreide waarderingssystemen.
Wikipedia
Een informatiebron is de internet-encyclopedie Wikipedia. De kwaliteit van Wikipedia verbetert elk jaar, dankzij de inzet van toegewijde internetspeurders en experts – en een staf van redacteuren die alle informatie keurt en ingrijpt als dat nodig is. Op een algemeen niveau kun je zeker op de Engelstalige Wikipedia achtergrondinformatie over ingrediënten van supplementen aantreffen, maar doorgaans geen specifieke antwoorden op je vragen. .
Als je bijvoorbeeld wilt weten of daucosterol, een plantaardige stof in bodybuildingsupplementen die op ‘natuurlijke en legale wijze de testosteronspiegel verhogen’ ook echt doet wat de industrie belooft, dan zul je op Wikipedia geen antwoord op die vraag krijgen. Wikipedia zal je alleen iets vertellen over de chemische structuur van deze stof.
IOC
Sportorganisaties zijn zich bewust van het informatieprobleem over supplementen, en hebben het willen oplossen door het maken van consensusdocumenten. Deze documenten of ‘factsheets’ zijn opgesteld door teams van experts, die gezamenlijk hebben besloten welke bestanddelen van supplementen nuttig zijn voor sporters.
De experts beoordelen de wetenschappelijke studies. Dat is een vak apart. Casestudies en reageerbuisstudies wegen in de regel minder zwaar dan onderzoek met menselijke proefpersonen, en metastudies waarin de resultaten van meerdere experimentele studies bij elkaar zijn gevoegd en opnieuw zijn geanalyseerd wegen weer zwaarder dan afzonderlijke experimentele studies. Maar dan moeten ze natuurlijk wel goed zijn uitgevoerd. Uiteindelijk zijn het goed ingevoerde deskundigen die zulke beoordelingen kunnen doen.
In 2018 publiceerden een groep experts van het Internationaal Olympisch Comité een uitstekend artikel in de British Journal of Sports Medicine, waarin ze niet alleen uitleggen hoe ze besluiten of een sportsupplement nuttig is voor sporters, maar ook de nuttige ingrediënten van supplementen bij naam noemen.
Amerikaanse en Canadese diëtisten publiceerden in 2016 een soortgelijk consensusdocument in Medicine & Science in Sports & Exercise.
National Institutes of Health
Nog een ander consensusdocument vind je tenslotte op de website van het Amerikaanse National Institutes of Health (NIH), een organisatie die je kunt vergelijken met het Nederlandse RIVM.
Het aantal supplementen dat wordt besproken in deze consensusdocumenten is echter beperkt. Er is aandacht voor een handjevol sportsupplementen dat je waarschijnlijk al kent, zoals cafeïne, creatine, nitraten en bèta-alanine, maar je zult er niets vinden over de vermeende hormonale eigenschappen van het eerder genoemde daucosterol, bijvoorbeeld.
Australian Institute of Sport
Australische sportwetenschappers hebben binnen het Australian Institute of Sport (AIS) een meer omvattend systeem voor sportsupplementen bedacht. De Australiërs hielden een grote groep sportsupplementen tegen het licht, en verdeelden die in vier groepen. Groep A is die van het ‘werkt’, groep B is die van ‘zou heel goed kunnen werken’, C is die van ‘weinig over bekend’ en D is die van ‘niet nemen’.
Cafeïne, creatine, nitraten en bèta-alanine horen volgens de Australiërs in A, quercetine en HMB in B en SARMS in D. Alle supplementen die niet in A, B of D vallen, horen automatisch thuis in C. Daar zouden de Australiërs daucosterol dus waarschijnlijk in onderbrengen. De Australiërs vermelden niet welke supplementenbestanddelen volgens hen in groep C vallen. Dat is het tenslotte het merendeel van de ingrediënten van supplementen.
Sporters die gewoon een werkzaam supplement willen kopen, zijn geholpen met de consensusdocumenten en het Australische systeem. Voor nieuwsgierige sporters die graag meer willen weten, of meer te weten willen komen over allerlei nieuwe supplementen zijn die informatiebronnen echter te summier.
Examine.com
Examine is een particulier initiatief van een grote groep nieuwsgierige sporters die in de loop der jaren de uitstekende website examine.com hebben opgebouwd. Er is over legio bestanddelen van supplementen uitgebreide wetenschappelijke informatie te vinden. Omdat de samenstellers een veelvoud aan waardevolle informatie bijeen hebben gebracht, is examine.com een waardevolle hulp voor onderzoekers en experts, die dankzij examine.com minder tijd kwijt zijn met het zoeken naar informatie in de wetenschappelijke databases.
Hoewel de samenstellers van examine.com proberen de veelheid aan informatie goed samen te vatten, zullen sporters met een snelle vraag op de site juist door de overvloed aan informatie niet altijd een afgewogen antwoord kunnen vinden. De kans bestaat dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Examine.com is meer een website voor de goed ingevoerde expert dan voor de geïnteresseerde leek.
Supplementenwijzer App
De Supplementenwijzer App is ontwikkeld door Eigen Kracht en de Dopingautoriteit. Het is bedoeld om de leemte op te vullen tussen aan de ene kant de consensusdocumenten van bijvoorbeeld de NIH en het AIS en aan de andere kant examine.com en de wetenschappelijke databanken. De Supplementenwijzer App geeft zo kort en bondig mogelijk informatie over de werkzaamheid en veiligheidsaspecten van een groot aantal stoffen en extracten in supplementen. In de App vind je dus geen merken van supplementen, maar de ingrediënten waaruit supplementen zijn samengesteld.
Zeker sporters die de gebaande paden willen verlaten, en informatie zoeken over supplementen met stoffen waarover nog weinig bekend is, hebben aan de Supplementenwijzer App een handige en nuttige gids. De App vertelt ze waar de lacunes in de kennis over een supplement zitten, of er controverses rond een supplement spelen, en waarschuwt sporters of een supplement een verboden stof bevat, of een middel dat op de dopinglijst staat. De Supplementenwijzer App maakt het zoeken naar degelijke en behapbare informatie over supplementen minder frustrerend – en vooral vele malen veiliger. Een groot voordeel is verder dat de Supplementenwijzer App voortdurend wordt herzien en uitgebreid.