Insuline
Insuline is een hormoon dat afkomstig is uit de alvleesklier, een achter de maag gelegen orgaan. Insuline en groeihormoon zijn elkaars tegenpolen. Groeihormoon stimuleert de omzetting van glycogeen in glucose en die van vetten in vetzuren. Insuline doet precies het tegenovergestelde. Op het moment dat de hoeveelheid suiker (glucose) in het bloed stijgt (bijvoorbeeld na het eten), zal insuline ervoor zorgen dat dit opgeslagen wordt (als glycogeen) in de lever en de spieren. Tevens stimuleert insuline de opname van vetten en opbouw van (spier) eiwitten.
Naast een toename in spiermassa leidt groeihormoon ook tot een verhoging van de bloedsuikerspiegel (glucose) en stimuleert het de omzetting van vetten in vetzuren. Insuline daarentegen zorgt voor de opslag van zowel vetzuren, glucose als eiwitten. Door groeihormoon en insuline te combineren hopen sommige bodybuilders de productie en opname van eiwitten te stimuleren. Hier zijn echter grote risico’s aan verbonden.
In reactie op de toediening van groeihormoon zal het lichaam automatisch meer insuline aanmaken. Wanneer daarnaast van buitenaf insuline wordt toegediend, leidt dit tot een abnormale hoeveelheid insuline in het lichaam. De bloedsuikerspiegel zal hierdoor sterk dalen (hypoglycemie), wat leidt tot honger, zwakte, duizeligheid, concentratieverlies en verwardheid. Ernstige hypoglycemie kan leiden tot een coma en hersenbeschadiging.
Bodybuilders en andere sporters gebruiken insuline als dopingmiddel vaak vlak voor, tijdens of vlak na de training. Training maakt spiercellen gevoeliger voor insuline, en de toediening van insuline verhoogt de toevoer van bouwstoffen naar de spiercellen. Dikwijls gebruiken farmacologische sporters daarbij ook spierversterkers zoals anabole steroïden.