Variatie en vooruitgang
Variatie is het zout in de pap. Dat is bij training niet anders. Naast het feit dat variatie je training interessant houdt en de motivatie op peil, is een voortdurende afwisseling van de trainingsvariabelen bijzonder belangrijk om het lichaam tot groei te prikkelen.
De vijand 'verveling'
Bodybuilding en krachttraining zijn zeer veeleisende takken van
sport waarvoor uren intensieve training noodzakelijk zijn. De
druk om voortdurend de trainingsomvang- en intensiteit te
verhogen in combinatie met het herhalingskarakter van
gewichttraining kan gemakkelijk leiden tot verveling en
eentonigheid. Dit kunnen obstakels gaan worden voor motivatie en
succes. Je hoort het mensen ook vaak zeggen: "gewichttraining is
zo saai."
Die vermeende saaiheid is in eerste instantie te verklaren,
doordat veel mensen zich geen duidelijke doelen stellen. Ze komen
daardoor in een soort 'trainingsmoeras' waarin vooruitgang heel
moeilijk te peilen is. Duidelijke trainingsdoelen is dus een
eerste vereiste.
Een andere sterke troef om verveling tegen te gaan, is
basiskennis opdoen van het lichaam, inspanningsfysiologie en
voedingsleer. Wie zich eenmaal in deze gebieden verdiept, merkt
al snel hoe spannend training kan zijn.
Variatie, geen chaos
'Instinctive Training' heette het in de Amerikaanse 'muscle mags'
wel. Je ging naar de sportschool zonder vastomlijnd idee van wat
je ging doen. Binnengekomen greep je gewoon de eerste de beste
dumbbell… en je instinct voerde je vanzelf langs bergen en dalen.
Leuk idee, en voor sommigen en soms als experiment wel een
mogelijkheid, maar in de regel is productieve training natuurlijk
helemaal geen kwestie van 'natte vinger werk'.
Variatie in de training doorvoeren is dus heel wat anders dan
'chaostraining' of het volgen van wat voor instinct ook.
Belangrijk is dat je vasthoudt aan het schema dat werkt.
Daarbinnen kun je kleine variaties aanbrengen, zoals het
afwisselen van de hoek bij bankjes en dergelijke, maar om goed te
kunnen volgen wat productief is, moet je niet zoveel variaties
doorvoeren tot je door de bomen het bos niet meer ziet. Wees
zuinig met variatie, dan houd je overzicht en kun je variatie ook
beter inzetten.
In de regel begint een schema na een week of zes zijn
effectiviteit te verliezen. De spieren raken 'ingespeeld' op de
belasting en de manier waarop de oefeningen gedaan worden. Dat is
het moment dat je je schema gedeeltelijk of geheel gaat
veranderen. Een andere grip bij bankdrukken of schuindrukken in
plaats van bankdrukken als eerste oefening voor de borst. Maar
niet eerst flyes gaan doen en dan bankdrukken voor de variatie,
want basisprincipes als grote spiergroepen voor kleine en
basisoefeningen voor isolatie-oefeningen moeten natuurlijk wel
geëerbiedigd blijven. Een variant als eerst flyes en dan
bankdrukken voor borst doe je alleen als je daar een heel
duidelijk doel mee voor ogen hebt. Pre-exhaustion (voorvermoeien)
bijvoorbeeld. In genoemd voorbeeld, gaat het er dan om de borst
eerst te vermoeien met flyes, waarbij de triceps fris blijven, om
daarna te bankdrukken met een voorvermoeide borst en verse
triceps om de spiergroep harder te kunnen aanpakken.
Tot slot
Variatie is heel belangrijk, maar je moet het met mate én met het 'koppie' doen om overzicht te houden en vooruitgang te stimuleren. Vermijd chaos en laat je niet verleiden tot fancy trainingsschema's uit bladen, wanneer die niet duidelijk aansluiten bij jouw trainingsdoelen. Variatie is 'the spice of life', maar zoals dat met kruiden gaat: niet teveel anders kun je je lelijk verslikken!