EN  |  FR

Escalating Density Training II

In deel I van Escalating Density Training (EDT) hebben we de principes van coach Charles Staley uiteen gezet. In deel II de haken en ogen aan de theorie en de grenzen van de praktijk. Tussen theorie en praktijk liggen wetten en bezwaren, en belastingaanslagen.

Escalating Density Training: de principes

We zetten de eerder genoemde principes [Escalating Density Training I] nog even op een rijtje: 1. Het lichaam geconfronteerd met een belasting groter dan gebruikelijk past zich aan om de belasting de volgende keer beter aan te kunnen. 2. Zorg steeds dat de belasting weer een stukje uitdagender is dan de vorige training. IJzervreters herkennen in deze onmiddellijk de basisbeginselen van supercompensatie en progressieve belasting. In zoverre beweert Staley dan ook absoluut niets nieuws te bieden.

Het belangrijkste verschil met andere systemen, zegt Staley, is dat EDT geen ‘optimale’ belastingpraktijken geeft. In plaats daarvan, dwingt EDT je manieren te vinden om steeds meer en meer trainingsarbeid te kunnen verrichten. Slaag je daarin, dan waren die belastingpraktijken kennelijk optimaal, aldus Staley. Hoewel hij wel een trainingsschema geeft, blijf je qua training toch in het ongewisse, want in feite zegt hij dat je zelf maar manieren moet vinden om de trainingsarbeid voortdurend progressief te laten zijn.

Micro en Macro

Precies weten wat je de vorige keer gedaan hebt, is een belangrijk onderdeel van EDT. Immers, meten is weten. Een zinnig advies, dat ook door een andere trainingsgoeroe, Brian Haycock van HST-training [www.hypertrophy-specific.com], wordt gegeven. Het bijhouden van een trainingslogboek is ongetwijfeld een belangrijk instrument om de progressie in de training bij te houden. Punt is alleen dat bij het van week tot week opvoeren van de trainingsbelasting, er aantekeningen in komen te staan als ‘Mijn knieën willen niet meer’ of ‘Ik heb voor het eerst sinds jaren weer een blessure’.

Hier roept het lichaam, dat wat in theorie wel kan kloppen is in de praktijk toch een stuk weerbarstiger. Het precies bijhouden van de progressie en het voortdurend met kleine beetjes verzwaren zijn prima adviezen, maar je bankdrukken twee keer per week met 1 kg verhogen, komt op jaarbasis toch neer op 104 kg bovenop wat je eerder al drukte! Kortom, je zult na een week of vier, vijf merken dat je een stuk minder progressief bent dan je dacht. De belastingaanslagen groeien je al snel boven het hoofd. En in een poging de belasting op te hoesten raakt de uitvoering van de oefeningen op drift.

In wezen is het natuurlijk de Wet van de Verminderde Spiergroei die hier het theoretisch enthousiasme een halt toeroept. Het systeem past zich op de langere termijn veel minder snel aan dan op microniveau (4-6 weken), en je kunt op basis van winst op korte termijn jezelf wel rijk rekenen, maar als rijk worden zo makkelijk was…

Conclusie

EDT wijst terecht op het grote belang van basisprincipes als progressieve belasting en supercompensatie, maar is voor de naturel bodybuilder en krachtsporter veel te progressief. De conservatieve krachten van het lichaam (en laten we dit vooral letterlijk nemen!) werken een zo blijvend vlotte vooruitgang tegen. Wat dat betreft is Geïntegreerde Training, waarbij steeds gekeken wordt of de vier pijlers van de training (training, herstel, voeding en motivatie) in orde zijn, een stuk realistischer.

Dossier: