EN  |  FR

Kracht versus conditie: een valse tegenstelling?

Het opbouwen van kracht en massa als trainingsdoel gaat niet samen met het ontwikkelen van cardiovasculaire conditie, en vice versa, wordt vaak gezegd. Die tegenstelling bestaat, maar moet niet te radicaal genomen worden in de zin, dat deze twee nooit gecombineerd mogen worden. Alles hangt af van het trainingsdoel en de sport die je bedrijft.

Anaërobe training

Trainen met gewichten voor kracht en massa is in de inspanningsfysiologie of trainingsleer een vorm van anaërobe training. De inspanning die geleverd wordt is intensief en daardoor kort van duur (5-30 seconden). Het spiervezeltype dat door dit type inspanning het meest belast wordt is het fast twitch type. De energievoorraad die aangesproken wordt zijn de koolhydraten in de vorm van spierglycogeen en de energiepaden die worden bewandeld zijn vooral die paden die snel energie kunnen leveren: het ATP en CP (creatinefosfaat) systeem. Anaëroob betekent 'zonder gebruik' van zuurstof. Dat wil niet zeggen, dat we plots stoppen met ademhalen wanneer we anaëroob bezig zijn, maar alleen dat er voor het vrijmaken van de benodigde energie geen zuurstof nodig is. Een erfenis uit het allereerste begin van leven op aarde, toen er nog nauwelijks zuurstof aanwezig was. Omdat het fast twitch of snelle spiervezeltype het meeste groeipotentieel en vermogen tot ontwikkeling van (explosieve) kracht heeft van de verschillende spiervezeltypen, is dat type voor de krachtsporter het belangrijkst.

Sportspecificiteit

Nu we de twee basis trainingsvormen genoemd hebben, kunnen we aan de hand van het begrip 'sportspecificiteit' de tegenstelling verder in perspectief zetten. Sportspecificiteit betekent dat een bepaalde vorm van belasting specifieke resultaten geeft, die weinig 'transferwaarde' hebben. Dat wil zeggen, dat een 'sterke bank' hebben weinig tot niks doet voor je uithoudingsvermogen en vice versa. Sterker nog - en daar komt de tegenstelling tussen anaërobe en aërobe training vandaan - het een kan het ander in de weg zitten. Zelfs binnen anaërobe en aërobe belastingvormen geldt het specificiteitsprincipe nog. Dat wil zeggen, dat wanneer je een goede loopconditie hebt zich dit nog niet vertaald in een goede fiets- of zwemconditie. En ook bodybuilders en powerlifters moeten voor maximale resultaten hun anaërobe training op een andere manier inrichten.

Valse tegenstelling?

We hebben hier steeds uitersten tegenover elkaar gesteld om de zaak op scherp te zetten. Maar er zijn periodes in krachttraining of bodybuilding waarbij die tegenstelling wat minder scherp is. Een bodybuilder kan niet een heel jaar door zwaar trainen voor massa. Hij zal perioden van zwaar trainen moeten afwisselen met perioden van gemiddeld intensieve training en naar een wedstrijdvoorbereiding toe, kan hij bij het verlagen van zijn lichaamsvetpercentage niet alleen vertrouwen op dieet, op straffe van teveel massa in te leveren. In perioden van gemiddeld intensieve training tot en met de periode van wedstrijdvoorbereiding, is er dus wel degelijk ruimte voor cardiotraining. De mate waarin is heel erg afhankelijk van de individuele stofwisseling. Tot slot: voor fitnessers is de tegenstelling eigenlijk een valse. Omdat hun trainingsdoel spiermassa én conditie is, kunnen zij gewoon putten uit het beste van twee werelden.

Dossier: