Zon, zee en dope
Jongens waren het. Dubbelgespierde jongens, eind jaren zestig, het perfecte uithangbord voor de Californische strandcultuur van vitaliteit en alle tijd van de wereld, tegen de achtergrond van een strak blauwe hemel. Wie achter de schermen kon kijken zag toch wel degelijk wolkjes en niet zelden ook een stevige depressie. Achter de zonnige strandcultuur verborg zich een drugscultuur, en Dave Draper, bodybuildingkampioen en filmster in de dop, ging er bijna aan onderdoor.
Het was een warm bad waar Arnold in terecht kwam, Californië, eind jaren zestig van de vorige eeuw. Het weer was geweldig, de dames onder de indruk en de bonken die in Gold’s Gym trainden namen het enorme grijnzende schaap met de ongelofelijke spierpotentie direct op in hun midden. ‘Ze hielpen me met van alles en nog wat, onderdak, eten, trainen, de taal, en ze waren nieuwsgierig. Hoewel een aantal van hen een veel rijpere fysiek hadden, betere kwaliteit spieren, meer definitie, mensen als Robby Robinson, Mike Katz en Dave Draper, zagen ze direct dat ik toekomst had’, aldus beschreef de immer zelfbewuste Arnold zijn ontvangst door het gilde van ervaren ijzervreters.
Blond bomber
De vijf jaar oudere Dave Draper werd een van zijn vaste trainingsmaten. Draper – door bladenmaker Joe Weider – de ‘Blonde Bomber’ gedoopt – had het hele circus van fotoshoots met bikinidames op het strand en het gestaar vol ongeloof naar zijn massieve fysiek allemaal al meegemaakt. Maar in tegenstelling tot Arnold was hij een introverte vent, die leed onder het etiket van ‘Muscle Head’, de afkeurende uitdrukking die het grote publiek toen nog had voor bodybuilders. We praten pre-Pumping Iron tijden. Draper, geboren in Secaucus, New Jersey, trainde al vanaf zijn 10e jaar met gewichten. Op de middelbare school was hij actief in worstelen, turnen, en zwemmen, maar zijn liefde ging vooral uit naar het ijzer. Zware metalen gaven hem de kans zowel zijn ‘innerlijke wereld’ als ook zijn fysiek te ontwikkelen. Als raadgever en mentor vertrouwde hij vooral op Bill Pearl, de wijze bodybuilder die later de beroemde bodybuildingbijbel ‘Keys to the Inner Universe’ zou schrijven. Toen Draper in 1962 de Mr. New Jersey won, nam Joe Weider hem onder zijn hoede. Altijd op zoek naar buitenmodelfysieken om bodybuilding te promoten, bracht hij Draper als ‘The Blond Bomber’ onder de aandacht van Hollywood.
Filmfloppers
Als muscle head zou hij in diverse filmklassiekers als ‘Lord Love a Duck’ (1966) en ‘Don’t Make Waves’ (1967), spelen, allebei jeugd- en strandfilms, de laatste zelfs met beroemde acteurs als Tony Curtis, Claudia Cardinale en Sharon Tate, de bloedmooie vrouw van filmregisseur Roman Polanski, die een paar jaar later, zwanger van hun eerste kind, gruwelijk om het leven zou worden gebracht door de ‘Hippie from Hell’, Charles Manson. Klassiek was ook het optreden van Draper in de beroemde televisieserie ‘The Beverley Hillbillies’, over een eenvoudige boerenfamilie die per ongeluk olie aantreffen op hun land en steenrijk naar een peperdure buitenwijk in Californië verhuizen. Een beetje als de Nederlandse familie Flodder. Als ‘personal trainer’ moet mijnheer ‘Universe’ kleindochter Ellie May helpen in shape te komen. Verwikkelingen alom met oma die niet weet wat barbells zijn en vermoedt dat het een soort waterzucht is (the Barbell Bloat), want de man zag er zo opgeblazen uit. Oma had wel een punt, want helemaal happy als rariteit heeft Draper zich nooit gevoeld.
Keerzijde Californische drugscultuur
Dave Draper doorliep het traject van extreme type casting net als Arnold een decennium later, met allerlei flauwekulrolletjes, maar Arnold was ‘the man with the plan’, de superextravert – de juiste man op de juiste plaats in de juiste tijd. Draper, de introvert, wilde eigenlijk alleen maar met rust gelaten worden, worstelen in de gym met een prak ijzer in zijn nek. Waar Arnold succes na succes vierde, ging het met de ‘Blond Bomber’ bergafwaarts. Anabolen, drugs en alcohol sloopten hem langzaam maar zeker, hij zag de dood in het gezicht, maar wist van de drank en de dope af te komen, herleefde midden jaren tachtig en gaf geregeld gastposes op bodybuildingwedstrijden. Met dit alles zou je bijna vergeten dat Dave Draper een van de allerbeste bodybuilders was uit de gouden jaren van het old school bodybuilding. Iemand waar Arnold tegenop zag. In 2001 publiceerde Draper, die liever schreef dan sprak, het boek ‘Brother Iron, Sister Steel’, een van de interessantste boeken die je over bodybuilding kunt lezen. Zijn website davedraper.com is een plaats waar je terecht kunt over no bullshit training en verhalen over bodybuilding.
Draper is niet blij met de richting waarin het bodybuilding de afgelopen 30 jaar is gegaan. Hij ziet de sport meer als autoracen, waarbij de Formule I wagens steeds beter kunnen worden opgevoerd. Volgens hem heeft bodybuilding niets meer met de liefde voor intensieve training te maken. Draper is 76 jaar en traint nog altijd.