EN  |  FR

Psst… dope kopen?

Eind oktober publiceerde het NeCeDo het rapport 'Doping in de Breedtesport'. Tussen de nul en drie procent van de recreatieve sporters gebruikte het afgelopen jaar zogenoemde dopinggeduide middelen. Alleen krachtsporters blijken minder op hun eigen kracht te vertrouwen. Toch zijn fitnesscentra niet de opiumkitten van de 21ste eeuw, zoals de media deze zomer suggereerden. Steeds meer fitnesscentra ondertekenen het Dopingconvenant.

Meer bollenplukkers

Het gebruik van dopinggeduide middelen, zo concludeert het onderzoek, is niet alarmerend. Zo'n 93.000 recreatieve sporters (volgens het CBS deed in 2000 54% van de Nederlandse bevolking geregeld aan sport) gebruikten in 2001 wel eens doping. Dat was in 1997 nog 116.000. Het bevestigt wel dat Nederlanders al sinds de 17de eeuw, toen de pijptabak gesausd werd met Belladonna, een stevige slik-, spuit- en rooktraditie hebben. Er zijn dan ook vier keer zoveel gebruikers van bijvoorbeeld ecstasy of cocaïne. Zo'n 2,5 miljoen Nederlanders blowen met enig regelmaat. Bijna heel Nederland (12,5 miljoen) weet hoe een borrel smaakt, terwijl zo'n 9 miljoen Nederlanders zich niet door waarschuwingen op sigarettenpakjes laten weerhouden en stug doorpaffen. Ook het gebruik van anabole steroïden (bollen in het jargon van de gebruikers) neemt toe. In 2001 zei 8% van de bodybuilders wel eens doping gebruikt te hebben. In absolute getallen is dat bijna een verdubbeling. Onder krachtsporters en fitnessers nam het gebruik met bijna 40% toe. Toch vertrouwt de overgrote meerderheid van de mannen en vrouwen die aan een of andere vorm van krachttraining doen wel op hun eigen kracht.

Nope tegen dope

Veel van de mensen die in de ijzers klimmen om hun spiermassa te vergroten, doen dat in fitnesscentra. Slechts een klein deel van die naar schatting 1.500 fitnesscentra is aan te merken als dopeschuiver. Als je als niet-gebruikende sporter in een dopevrij fitnesscentrum wilt sporten, kijk dan of men het Dopingconvenant heeft ondertekend. Dit Dopingconvenant maakt deel uit van de Landelijke Erkennings Regeling Fitness (LERF), een soort keurmerk voor fitnesscentra. Er zijn op dit moment zo'n 400 centra die LERF-gecertificeerd zijn. Dat betekent niet dat al die andere fitnesscentra wel de opiumkitten van de 21ste eeuw zijn. Ze hebben in veel gevallen nog geen LERF-keuring aangevraagd of zitten nog in het keuringsproces.

Kracht uit een potje

Ook passend in die Hollandse slik-, spuit- en snuiftraditie is het gebruik van voedingssupplementen en vitaminepreparaten. Bijna 90% van de sporters gebruikt ze, waarvan 15% denkt dat ze prestaties verbeteren. Of ze dat daadwerkelijk doen, lees je in Voedingssupplementen: De Winnende Factor? en natuurlijk in het LSM-archief.