EN  |  FR

Energie

Om te kunnen werken, recreëren en sporten, heb je energie nodig. Zo wordt energie ook vaak omschreven, als 'het vermogen arbeid te verrichten'. Nu moet je dat 'arbeid' een beetje ruim nemen, maar keihard trainen en 'doe-vakanties' vallen daar in ieder geval onder. De energie voor al die arbeid halen we uit onze voeding, uit de brandstoffen koolhydraten en vetten, voor een deel ook uit de bouwstof eiwit. De calorische waarde - de hoeveelheid energie die ze bieden - verschilt echter. We gebruiken hier de nog steeds meest ingevoerde term van calorie, en laten de moderne terminologie van Joules links liggen. Toch nog even voor de goede orde: hebben we het over 1 calorie, dan wordt daarmee verwezen naar 1 kcal.

Calorische waarde macronutriënten

Eén gram koolhydraat levert gemiddeld 4 kcal per gram

Eén gram eiwit levert gemiddeld 4 kcal per gram

Eén gram vet levert gemiddeld 9 kcal per gram

Eén gram alcohol levert gemiddeld 7 kcal per gram

Energiebehoefte

De energiebehoefte van de gemiddelde man die matig inspannende arbeid verricht is ongeveer 2500 calorieën per dag. Dat is iemand die de hele dag achter zijn bureau zit en in zijn vrije tijd nauwelijks iets aan sport doet, behalve televisiekijken.

De energiebehoefte van de gemiddelde vrouw die matig inspannende arbeid verricht is ongeveer 2000 calorieën per dag. Dat is iemand die de hele dag achter haar bureau zit en in haar vrije tijd...

Uiteraard zijn dit gemiddelden. Hoeveel calorieën je echt nodig hebt hangt af van je ruststofwisseling (het calorisch verbruik in rust), je lichaamsgewicht (zwaardere mensen hebben meer gewicht mee te slepen), je geslacht (vrouwen hebben minder spieren dan mannen en verbruiken daardoor minder calorieën), de hoeveelheid beweging die je krijgt (werk/sport) en of je in de groei (opgroeien, zwangerschap, spieropbouw) bent. Dat zijn de belangrijkste invloeden voor je energiebehoefte. In Testen & Meten vind je meer over wat je mag wegen en hoe je dat kan meten.

Calorieënmeters met een knipoog

In het moderne fitnesscentrum hebben veel cardiomachines een metertje dat het calorieverbruik registreert. Ook al kun je gewicht, geslacht en percentage van je hartslag invoeren waarop je wilt gaan trainen, dan nog moet je ze met vette knipoog nemen want de kans is groot dat ze flink naar boven afronden. Op internet vind je ook verschillende calculators om het energieverbruik van bepaalde activiteiten te meten. Ook hier geldt: leuk om te weten, maar zie het meer als een indicatie van verbruik dan een exact getal waar je mee kan gaan rekenen.

EPOC

EPOC staat voor Excess Post-Exercise Oxygen Consumption. Deze mond vol mag je ook 'naverbranding' noemen. Na inspannende arbeid (sporten, bijvoorbeeld) is de zuurstofconsumptie nog een tijd na de training verhoogd. Die extra zuurstof wordt gebruikt voor herstel- en groeiprocessen van het lichaam. Met name herstel en opbouw (anabolisme) van krachttraining maakt dat de naverbranding bij krachttraining hoger is en langer duurt dan bij aërobe inspanning. Uiteraard geldt voor beide bewegingsvormen: naarmate de trainingsinteisiteit omhoog gaat, zal ook de naverbranding toenemen. Maar, het zou goed zijn wanneer meer mensen in het fitnesscentrum de voordelen van krachttraining zouden beseffen, niet alleen vanwege het feit dat het de spieropbouw bevordert en spierafbraak tegengaat, maar ook als calorieverslinder.

Meer over energie vind je in het dossier Energie.