EN  |  FR

Een hele mond vol: het soeplepelexperiment

afbeelding bij Een hele mond vol: het soeplepelexperiment

Voedingswetenschapper Brian Wansink was berucht vanwege zijn onderzoek naar het effect van portiegrootte op de hoeveelheid er van een bepaald voedingsmiddel gegeten werd. Om preciezer te zijn: op de visuele inschatting van de grootte van een portie. Bijvoorbeeld van een volle kom soep en hoeveel daar van werd genuttigd. Wansink sjoemelde met het onderzoek, en dat deed hem wetenschappelijk de das om. Onlangs herhaalden Amerikaanse wetenschappers zijn onderzoek. Lees mee en lepel zelf!

Brian Wansink is, of eigenlijk beter gezegd was, een befaamde voedingswetenschapper die met name onderzoek deed naar de invloed van visuele inschatting van portiegrootte op de hoeveelheid voedsel die mensen dachten te hebben genuttigd. Op basis van het onderzoek dat Wansink had gedaan, stelde hij voor om chips in minizakjes te verpakken, omdat dat er voor zou zorgen dat mensen minder chips zouden consumeren. Het meest bekend is Wansink echter van zijn beruchte soepexperiment.

Soepexperiment

Kort gezegd verdeelde Wansink 54 proefpersonen in twee groepen. De ene groep proefpersonen kreeg een normale portie soep in een kom. De andere groep proefpersonen kreeg ook een kom soep, maar wat deze groep niet wist, is dat er aan de onderkant van de kom een slangetje was bevestigd dat steeds de soep bijvulde. Belangrijk om te weten, is dat de proefpersonen de soep kregen in een gecontroleerde omgeving. Dus proefpersonen zagen elkaar geen soep lepelen en hadden maar een beperkte tijd om van de soep te eten. De soep ging bij de ‘bodemloze putgroep’ niet op. Hoewel de bodemloze putgroep voor 110 kcal meer soep had gegeten dan de andere groep, hadden de proefpersonen niet het gevoel dat ze meer hadden gegeten, wat wel de verwachting was geweest.

Helaas nam Wansink het niet zo nauw met methodologische en statistische principes bij het doen van onderzoek, waardoor veel van zijn publicaties waaronder het soepexperiment werden ingetrokken. Toch bleef zijn soeponderzoek tot de verbeelding spreken. Het lijkt namelijk toch wel logisch dat de porties die we eten ook worden beïnvloed door visuele informatie van een portiegrootte, bijvoorbeeld een kom soep. Daarom is het mooi dat in februari 2024 een groep Amerikaanse psychologen het onderzoek van Wansink heeft proberen te herhalen.

Wat hebben de Amerikanen gedaan?

De Amerikanen betrokken maar liefst 464 proefpersonen in hun onderzoek. En ook de Amerikanen waren geïnteresseerd in de invloed van zogenaamde visuele aanwijzingen op de hoeveelheid soep die mensen zouden consumeren. De Amerikanen verdeelden de 464 proefpersonen ook in 2 groepen. De ene groep kreeg een normale portie soep. De andere groep kreeg weer de kom soep die zich stiekem bijvulde, zodat proefpersonen nooit de bodem bereikte (bodemloze putgroep). Daarnaast werd aan proefpersonen gevraagd hoeveel soep en calorieën zij dachten gegeten te hebben en hoeveel honger zij nog hadden.

De resultaten

Wat bleek? De bodemloze putgroep at 60 kcal soep meer. Maar nu komt het; de proefpersonen van de bodemloze soepputgroep dachten dat zij MINDER soep en calorieën hadden geconsumeerd, dan de groep die een normale portie soep had gekregen. Deze laatste bevinding is opmerkelijk want in het experiment van Wansink dacht de bodemloze soepputgroep dat zij evenveel calorieën en soep hadden geconsumeerd als de groep die een normale portie soep had gekregen. Daarnaast is het onderzoek van Wansink nu gerepliceerd bij veel meer proefpersonen, waardoor de resultaten ook meer waarde hebben.

En dus…

Het lijkt er dus op dat onder andere visuele indrukken van maaltijden en porties ook beïnvloeden hoeveel je eet en hoe verzadigd je jezelf voelt. Mogelijk geeft dit inzicht weer extra handvatten om nog meer controle te krijgen op je energie-inname. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van voedingsmiddelen die volumineus ogen, maar weinig calorieën bevatten. Praktisch gezien kun je dus door fors wat groente op te scheppen met je maaltijden jezelf visueel in de maling nemen. Dat werkt natuurlijk ook de andere kant op. Denk je dat je beter een megaverpakking minizakjes chips kan kopen (zoals Wansink voorstelde) in plaats een één grote gezinszak chips om je chipsconsumptie te beperken, dan kom je bedrogen uit. Die geniepige kleine zakjes chips zorgen er namelijk voor dat je meer chips eet (vooruit nog éééééén zakje dan), dan een grote gezinszak chips waarbij je waarschijnlijk eerder halt houdt.. Wil je je energie-inname op lange termijn in de hand houden, kies dan voedsel waar je lang op moet kauwen en zorg dat je voldoende eiwitten consumeert. Een minder groot bord wil ook wel eens helpen.

Het recept van een rijkgevulde soep vind je hier.

Dossiers: