EN  |  FR

Hartstikke interessant

Jarenlang werd je ‘doodgeslagen’ met sombermans berichten over de ‘overgewichtepidemie’ en de ‘bewegingarmoede.’ Blijkt het volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek allemaal toch nog mee te vallen. Wint de gezonde levensstijl aan terrein door de waarschuwende vingertjes van de laatste jaren of rapporteren mensen dankzij die waarschuwende vingertjes politiek correcter over zichzelf?

Het CBS is geen club van jubelaars. ‘Gezonde leefstijl wint langzaam terrein’ kopte het persbericht van 18 maart jl. Het CBS ondervroeg steekproefsgewijs ongeveer tienduizend mensen naar hun leefwijze. En die vertelden dat ze zich steeds meer aan de richtlijnen van een gezondere levenswijze houden. Goed nieuws, denk je dan. Maar uiteraard zijn er weer wat ‘mitsen en maren.’ De eerste geeft het CBS zelf al aan in de toelichting. ‘De gegevens zijn afkomstig uit het Permanent Onderzoek Leefsituatie van het CBS, een steekproefonderzoek onder jaarlijks circa 10 duizend mensen van alle leeftijden. Mensen die wonen in instellingen en tehuizen zijn in dit onderzoek niet opgenomen. Omdat alle cijfers gebaseerd zijn op steekproefonderzoek hebben ze een onnauwkeurigheidsmarge.’

Roken en drinken

‘In 2007 rookte 31 procent van de Nederlandse mannen van 12 jaar of ouder. Bij de vrouwen was dat 25 procent. Bij mannen lijkt de dalende tendens van vóór 2004 weer opgepakt te worden. De laatste drie jaren bleef het percentage rokende vrouwen vrijwel constant. Bij zowel mannen als vrouwen vermindert de laatste jaren het aantal zware rokers’ (twintig sigaretten per dag of meer). Opmerkelijke uitzondering is de groep van 12 tot 24-jarigen. Daar nam het aantal rokers toe.
Dat geldt ook voor ‘wel eens drinken’ en ‘zwaar drinken’ (zes glazen op minimaal één dag van de week).

In beweging

Het percentage Nederlanders vanaf twaalf jaar dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen was in 2007 weer een fractie hoger dan in 2006. Sinds 2001 is het aandeel mensen dat voldoende beweegt gestaag toegenomen van 52 tot 56 procent. Dat is het geval voor zowel de mannen als de vrouwen.’ Sinds 2001 loopt het aantal mensen dat dagelijks een blokje om loopt bijna ieder jaar met een procent op. Toch is die 56 procent opmerkelijk. In het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, onderdeel van de Beleidsbrief Sport; De Kracht van Sport van staatssecretaris Jet Bussemaker staat dat in 2005 63% van de Nederlanders aan de NNGB voldoet en dat het streven is om in 2010 65% van de Nederlanders zo ver te krijgen. Ook de percentages voor jeugdigen (12-17 jaar) wijken af (CBS; 25%, NASB; 35%). Waren we allemaal maar zo flexibel.

Aan tafel

Veroorzaakte in 2004 het RIVM-rapport Ons Eten Gemeten een nationale ‘jihad’ tegen overgewicht, blijkt ook dat allemaal weer mee te vallen. ‘Bijna 35 procent van de volwassen Nederlanders had in 2007 te maken met matig overgewicht. Tot 2002 nam matig overgewicht jaarlijks toe, maar de laatste jaren blijft het cijfer nagenoeg constant. In 2007 had ruim 40 procent van de mannen en bijna 30 procent van de vrouwen matig overgewicht.’
Statistieken lezen is als het kijken naar een aangebroken fles; die is half leeg of half vol. Zie je deze leefstijlcijfers als half vol, dan is het nog een hartverwarmend bericht. Zie je ze als half leeg, dan is dit bericht een nogal hard gelag.

Hart van Nederland

‘Harten Nederlanders iets gezonder’ meldt Nieuws voor Diëtisten op 1 april jl. ‘De gemiddelde hartleeftijd van de Nederlandse deelnemers ligt 4 jaar hoger dan hun werkelijke leeftijd. Dit blijkt uit gegevens van de hartleeftijdtest op www.houvanjehart.nl. Daarmee zijn de Nederlandse harten 1 jaar ‘jonger’ geworden. Vorig jaar leverde de test nog als resultaat dat de gemiddelde hartleeftijd 5 jaar ouder was dan de kalenderleeftijd. De verbetering kwam vooral door een verbeterde keuze in de voeding: minder verzadigd vet, minder zout en minder calorieën. De helft van de deelnemers geeft aan te kiezen voor etenswaren met minder verzadigde vetten en transvetten. Slechts 1 op de 9 mensen denkt helemaal nooit over deze vetten na. Verder maakt 1 op de 5 personen zich druk over de calorieën die hij/zij per dag tot zich neemt. Het is natuurlijk wel een test van Becel, die er bij gebaat is dat je hun kuipje vaker leegt.

Voor beide onderzoeken geldt dat ze zijn gebaseerd op informatie die mensen zelf opgeven. En de mens is geneigd, zo blijkt ook uit onderzoek, zijn gedrag positiever te beoordelen dan hij zich in werkelijkheid gedraagt. Zo zijn er in Nederland volgens het onderzoek ‘de Fitnessbranche 2007’ van het Mulier Instituut 1.950.000 Nederlanders lid van een fitnesscentrum. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat leden van fitnesscentra 1,1 keer per week hun fitnesscentrum bezoeken. Hoe politiek correct en zelfoverschattend zouden zij de enquête van het CBS invullen?