EN  |  FR

Patatje met… acrylamide

Juist als sporter let je natuurlijk op je voeding. Je houdt de juiste verhoudingen in de gaten, kijkt uit met foute vetten en zorgt ervoor dat je lege calorieën in de vorm van alcohol zoveel mogelijk mijdt. Klinkt verantwoord, maar je krijgt, hoe zorgvuldig je ook eet, meer binnen dan je lief is, waardoor een patatje oorlog voor een echt slagveld in je lijf kan zorgen.

Het werd in 2002 per toeval ontdekt door een aantal Zweedse onderzoekers en sindsdien zijn overal ter wereld de alarmbellen gaan rinkelen. Acrylamide blijkt in grotere hoeveelheden en in meer levensmiddelen voor te komen dan onderzoekers aannamen. Recent Nederlands onderzoek van dr. Polly Boon van RIVM/Rikilt maakt duidelijk dat die hoeveelheid bij kinderen zelfs twee keer zo hoog is als men aanvankelijk dacht. Kinderen eten per kilogram lichaamsgewicht nu eenmaal meer dan volwassenen. Daarnaast loop je ook nog het risico mogelijk schadelijke ‘perfluorinated compounds’ (PFC’s) binnen te krijgen, die eind jaren ’90, ook bij toeval, werden ontdekt door een Amerikaans onderzoekslaboratorium. Dr. Pim Leonards, verbonden aan Universiteit Wageningen, startte onlangs een onderzoek naar de mate van verspreiding van deze PFC’s.

Snack attack met bijsmaakje

Acrylamide in voedsel ontstaat door de reactie van suikers met het aminozuur asparagine, een bouwsteen van eiwitten. Acrylamide ontstaat als zetmeelrijke producten als aardappelen verhit worden boven de honderd graden Celcius. Zulke temperaturen treden op bij grillen, bakken, frituren en roosteren. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) trof de hoogste gehaltes acrylamide aan in chips, zoutjes, pepernoten en ontbijtkoek. In patat werd acrylamide in mindere mate aangetroffen. In kleinere hoeveelheden komt acrylamide voor in kruidnootjes, brood, beschuit, cornflakes, crackers, donker roggebrood, toast en koffie. Het al genoemde Rikilt onderzocht met welke levensmiddelen Nederlanders het meeste acrylamide binnenkrijgen. Bij zowel kinderen als volwassen leveren gefrituurde aardappels en zoutjes bijna de helft van de totale inname van acrylamide. Daarna komen koekjes (bij kinderen en volwassenen) en koffie (alleen bij volwassenen). Het Voedingscentrum wijst erop dat naarmate aardappels kouder worden bewaard (kouder dan acht graden Celcius), de hoeveelheid acrylamide bij het verhitten van die aardappels toeneemt, omdat het suikergehalte in aardappelen dan stijgt. Ook aardappels die voorgekookt worden in de magnetron bevatten bij verhitting meer acrylamide. Uit onderzoek bij proefdieren blijkt dat acrylamide kankerverwekkend is. De Wereldgezondheidsraad wil nog niet stellen dat het bij de mens ook kankerverwekkend is, maar het RIVM schat in dat ongeveer honderd kankergevallen per jaar het gevolg zijn van te grote hoeveelheden acrylamide. Verder beïnvloedt het stofje het zenuwstelsel en de vruchtbaarheid bij proefdieren. Er zijn nog veel onzekerheden, maar het lijkt dus verstandig je snack attack te bestrijden met iets dat niet bij hoge temperaturen verhit werd. Dossiers en adviezen over acrylamide vind je bij het Voedingscentrum de Voedsel en Waren Autoriteit en de Gezondheidsraad.

Handig bakje

Is dat al reden genoeg om de friettent te mijden, dat handige bakje waar je patatje oorlog in gaat, bevat vaak ‘perfluorinated compounds’ (PFC’s). Ook in sommige pizzadozen is het goedje aangetroffen. Daarnaast zit het in sommige kunststoffen, beschermende sprays voor leren jassen, schoenen of bankstellen. Bij dieren worden opgeslagen PFC’s vooral in de lever en nieren aangetroffen. Hoe gevaarlijk ze zijn en hoe lang ze al in het milieu rondzwerven is niet bekend.