Geef je genen niet de schuld
Ben jij als dikkerd geboren? Zit zwaarlijvigheid ‘nu eenmaal’ in de familie? Misschien heb je wel een beetje gelijk. Binnen de wetenschap lijdt het immers geen twijfel meer dat genetische aanleg een rol speelt bij het ontstaan van overgewicht. Maar hoe groot is die rol? En wanneer komt er dan een DNA-pil die je geërfde vetrollen doet verdwijnen? Met andere woorden: hoe staat het gesteld met het wetenschappelijke onderzoek naar de genetische basis van overgewicht?
Wat is ‘genetische aanleg’?
Iedere celkern in het menselijk lichaam bevat 46 chromosomen (met uitzondering van eicellen en zaadcellen; die bevatten 23 chromosomen). Elke chromosoom is weer opgebouwd uit zeer lange ketens: het DNA. Bepaalde delen van het DNA bevatten genen. Dat zijn de dragers van erfelijke eigenschappen. Vijf jaar geleden werd vastgesteld dat de mens maar liefst dertigduizend verschillende genen heeft. Soms wordt een menselijke eigenschap door één enkel gen bepaald. Vaker zijn meerdere genen betrokken. Zo ook bij de aanleg tot zwaarlijvigheid. Die genen bepalen onder andere met welk lichaamstype je door het leven moet (zie bijv. Appels met peren vergelijken), hoeveel vetcellen je hebt en of je een snelle of langzame stofwisseling hebt.
Wetenschap
Het wetenschappelijke onderzoek naar de genetische basis van overgewicht is tweeledig. Ten eerste wordt onderzoek gedaan naar de relatie tussen defecten van specifieke genen en obesitas. Het aantal mensen dat lijdt aan obesitas ten gevolge van een genetisch defect is echter heel klein. Het belangrijkste obesitassyndroom (Prader-Willi) treft bijvoorbeeld slechts minder dan 0,01 procent van de mensen. Meer info vind je bijvoorbeeld hier. Relevanter voor de hedendaagse overgewichtepidemie zijn de vele genetische variaties die kunnen voorkomen in DNA. Om die in kaart te brengen vindt erfelijkheidsonderzoek plaats (vooral via tweelingenstudies). Onderzoekers op dit gebied hebben nog veel werk te verrichten om wat meer licht te brengen in de schimmige wereld van de genen.
Open vragen
De wetenschappers weten bijvoorbeeld nog niet hoeveel genen
precies een rol spelen bij de lichaamssamenstelling. Vijftig
procent van het ‘erfelijke risico’ lijkt te worden veroorzaakt
door circa tien genen (kijk
hier). Die genen zijn nog niet allemaal gevonden. Bovendien
zouden er nog tientallen andere genen kunnen zijn die óók invloed
hebben op de aanleg tot zwaarlijvigheid (de resterende vijftig
procent).
Ook onbeantwoord is de vraag hoe groot de invloed van de genen is
op het ontstaan van overgewicht. Schattingen variëren; in
publicaties over dit onderwerp worden erfelijkheidscoëfficiënten
van veertig tot wel negentig procent genoemd. Voor het overige
deel zou overgewicht veroorzaakt worden door je eigen gedrag (je
eet- en beweegpatroon) en omgevingsfactoren (op iedere straathoek
koop je tegenwoordig hamburgers en gevulde koeken).
Twee kanttekeningen zijn hier op hun plaats. Ten eerste: het kan
niet anders dan dat de hedendaagse overgewichtepidemie wordt
veroorzaakt door veranderingen in gedrag en omgeving. De
menselijke genen zijn in de laatste decennia immers niet zo
drastisch veranderd. Je leefstijl is dus zondermeer van
doorslaggevend belang voor je gewicht!
Ten tweede zou je erover kunnen discussiëren in hoeverre je
gedrag wordt veroorzaakt door genetische aanleg (heb je het
gebrek aan wilskracht misschien van je vader geërfd?), maar dat
laten we hier voor de overzichtelijkheid buiten beschouwing. Jouw
gedrag is jouw verantwoordelijkheid.
Wat hebben we eraan?
Met heel grote regelmaat verschijnen er nieuwe wetenschappelijke
publicaties over dit onderwerp. Wat kunnen we nu met al die
kennis?
Als we weten welke genen op welke wijze een rol spelen, zouden we
in de toekomst een DNA-test kunnen ontwikkelen waarmee kan worden
vastgesteld hoe groot de kans is dat je dik wordt. Dat kan veel
gezondheidsvoordelen opleveren. Als je weet dat je tot de
risicogroep behoort, zou je immers al vroeg op je gewicht kunnen
letten. Aan de ontwikkeling van dergelijke testen wordt gewerkt
(zie bijvoorbeeld dit artikel,
maar het zal nog wel even duren voordat je die bij de drogist in
de schappen vindt.
Een stap verder dan testen gaat natuurlijk ingrijpen. Wanneer we
begrijpen hoe de verantwoordelijke genen werken, wordt het
wellicht mogelijk om medicatie te ontwikkelen tegen (het ontstaan
van) overgewicht. Eind vorig jaar verschenen er berichten in de
media over een nieuwe afslankpil, Genotrim, die wordt
samengesteld op basis van persoonlijke genetische kenmerken. Om
die pil te krijgen, moest je daarom wat wangslijm opsturen.
Vervolgens zou de ‘wonderpil’ je vetrollen als sneeuw voor de zon
doen verdwijnen. Zo leek het althans. Natuurlijk ontketende dit
bericht – behalve hoop – óók veel
kritiek. Het moge immers duidelijk zijn: zover is de
wetenschap nog niet.
Zover is het nog lang niet!
Het is dus nog lang niet duidelijk welke genen in welke mate en op welke wijze (mede)verantwoordelijk zijn voor dik worden. Er bestaan dan ook nog geen (betrouwbare) DNA-testen die kunnen uitwijzen of je erfelijk wat minder gelukkig bedeeld bent. En er zijn ook geen wonderpillen die het werk van de ‘kwade genen’ kunnen boycotten. Feit blijft vooralsnog dat de een inderdaad gemakkelijker aankomt en moeizamer afslankt dan de ander. Het enige waarop je in de strijd tegen de vetrollen voorlopig kunt vertrouwen, is je eigen gedrag. En troost je: dat is heel wat. Want zonder twijfel zijn juist gedrags- en omgevingsfactoren verantwoordelijk voor de hedendaagse overgewichtepidemie. Dus neem het heft in eigen handen: eet gezond en kom in beweging!