Bodybuildingfarmacologie op drift
Wedstrijdbodybuilding heeft een levensgroot dopingprobleem, schreven we onlangs. Het oplossen daarvan wordt geen makkelijke klus, blijkt uit een spraakmakende reportage die recent verscheen in één van de meest prestigieuze Amerikaanse kranten. Het riskante gebruik van farmacologie zit te diep ingebakken in de wedstrijdbodybuilding.
De reportage die we bedoelden heet, heel toepasselijk, Dying to compete. Het paginagrote artikel verscheen op 7 december 2021 in de Washington Post en schetst een ontluisterend beeld van het wereldje van professionele bodybuilders en ambitieuze wedstrijdatleten die graag profbodybuilder willen worden. De eerste zinnen van het stuk beschrijven de laatste uren van de Tsjechische bodybuilder Alena Kosinova, die in de zomer van 2021 tijdens de pre-judging van de Europa Pro in Spanje overlijdt.
Kosinova zakte, vlak voordat ze het podium op moest, in elkaar. Ze kon de toegesnelde atleten en coaches nog net vertellen welke diuretica ze had gebruikt, maar de pogingen om haar met zout en koolhydraten weer op de been te krijgen mislukten. Omdat tot overmaat van ramp de ambulance pas na vier uur kwam opdagen, stierf Kosinova nog diezelfde dag. Ze was 46 jaar.
Killerkuurtjes
De online-bodybuildinggemeenschap van trainers, atleten, begeleiders en vloggers vermoedde al snel dat de dood van Kosinova verband hield met de kuurschema’s van haar begeleider, Shelby Starnes. Fitness-influencer Leo Rex, die in het begin van 2023 onder verdachte omstandigheden om het leven kwam, ging op zijn YouTube-kanaal zo ver om Starnes ‘the guru of death’ te noemen.
Starnes stond bekend in het wedstrijdcircuit als bedenker van kuurschema’s die atleten gedurende de weken vlak voor een wedstrijd moesten gebruiken. Hij richtte zich vooral op het begeleiden van vrouwen. De Amerikaanse atlete Stephanie Flesher vertelde dat het schema van Starnes onder andere inhield dat ze al tien dagen voor de wedstrijd wel heel erg forse hoeveelheden diuretica als aldactone, Dyazide® en bumetanide moest gebruiken.
Ook de verslaggevers van de Washington Post krijgen Starnes in het vizier. Ze ontdekken dat de coach de kuurschema’s maakt van nog meer bodybuilders die daardoor in de problemen waren gekomen. Ze proberen de coach te spreken te krijgen, maar hij weigert medewerking. De Post komt wel in contact met een andere bodybuilder die met Starnes in zee was gegaan en nog steeds in leven is, de 31-jarige Jody Engle. Engle traint niet meer. Omdat haar organen als gevolg van fikse doses diuretica, antioestrogenen, anabole steroïden, schildklierhormoon en clenbuterol zijn beschadigd, slikt ze nu corticosteroïden en bloeddrukverlagers. Bovendien zal ze binnenkort een niertransplantatie moeten ondergaan, heeft ze van haar artsen te horen gekregen.
Het artikel van de Post behandelt in totaal een dozijn recente sterfgevallen in de professionele bodybuilding. Dat is nog maar een klein deel van het totale aantal wedstrijdbodybuilders dat de laatste jaren veel te jong is overleden.
Geest uit de fles
Het risicovolle gebruik van allerhande farmacologische middelen door ambitieuze bodybuilders is geen nieuw probleem. Het bestaat al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw, sinds in 1960 de Amerikaanse arts John Bosley Ziegler bodybuilders en gewichtheffers in krachthonken in contact bracht met de door Amerikaanse en Zwitserse chemici ontwikkelde anabole steroïde methandrostenolon. Het preparaat verscheen in 1960 op de Amerikaanse markt als Dianabol.
De sporthistoricus John Fair heeft gedetailleerd in kaart gebracht hoe Ziegler bodybuilders aan Dianabol hielp en voorzag van – volgens de producent – ‘veilige’ kuurschema’s. Ziegler zag vervolgens ook hoe het gebruik van het nieuwe middel zich over de sport verspreidde. Bodybuilders vertelden elkaar over de mogelijkheden van het anabole steroid. Bodybuilders verhoogden de doseringen en gebruiken het middel bovendien steeds langer achter elkaar en het duurde niet lang tot Ziegler geconfronteerd werd met de medische gevolgen ervan. .
Ziegler zag in zijn medische praktijk sporters met leverproblemen, borstvorming, gekrompen testikels en psychologische problemen. In de jaren zeventig bekende de arts in een interview dat hij zou willen dat hij zich nooit met anabole steroïden had ingelaten. Maar toen was de geest al uit de fles. Wedstrijdbodybuilders, en even later ook bodybuilders die nooit aan een wedstrijd zouden meedoen, gebruikten massaal anabole steroïden. In de jaren die zouden volgen namen de doseringen toe, en kwamen daar steeds meer middelen bij: hCG, clomifeen, tamoxifeen, groeihormoon, insuline, diuretica, clenbuterol, schildklierhormoon en nog heel veel meer.
Continue escalatie
Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw heeft de bodybuildingsport niet alleen een middelenprobleem, maar ook nog eens een middelenprobleem dat gestaag groter wordt. “Elke nieuwe generatie bodybuilders gaat, als we het over farmacologische middelen hebben, weer een beetje verder dan de vorige”, zei zesvoudig Olympiawinnaar Dorian Yates verleden jaar in een interview met YouTuber Brian Davis.
Yates weet waarover hij heeft. Hij behoorde in de jaren negentig tot de groep bodybuilders die insuline als anabool middel ging inzetten. Aanvankelijk bleef het gebruik van insuline beperkt tot een kleine groep wedstrijdatleten in de bovenste regionen van de sport, maar inmiddels zijn er ook amateurs die insuline hebben ontdekt. Daarmee is het middelengebruik weer een stap riskanter geworden dan het al was. Sindsdien is het gebruik alleen nog maar toegenomen, vertelde Yates in hetzelfde interview. Hij kende inmiddels amateurbodybuilders die anabole middelen in hogere doseringen gebruikten dan hijzelf, toen hij zich voorbereidde op zijn Olympia-wedstrijden.
Waartoe het gestaag escaleren van het middelengebruik door bodybuilders heeft geleid, zie je terug in de ontwikkeling van de fysiek van bodybuildingkampioenen door de jaren heen. Hun lichamen worden niet alleen almaar gespierder, maar hebben ook een steeds lager vetpercentage. Door die ontwikkeling zou zelfs Arnold Schwarzenegger, die in de jaren zeventig zes keer achtereen de Mister Olympia won, met zijn beste wedstrijdfysiek nu geen belangrijke wedstrijden meer winnen. Eigenlijk is iedereen in de bodybuildingsport het erover eens dat dit vooral wordt veroorzaakt door het steeds intensiever inzetten van farmacologische middelen.
Hoe verder?
Extreme fysieken zijn inmiddels het handelsmerk van bodybuilding geworden. Het zijn extreme fysieken die de fans van de sport beweegt om kaarten voor een wedstrijd te kopen. Freaks fill seats, weet bijna iedereen in de sport. Volgens de Amerikaanse naturelbodybuilder Marie Raia, die in Dying to compete aan het woord komt, willen de meeste organisaties in bodybuilding om die reden het middelengebruik niet serieus aanpakken. “Dat zou ze geld gaan kosten”, zegt ze. “Bodybuilding is in wezen een freakshow. Ze willen freaks. En de grootste freaks brengen het meeste geld in het laatje.”
Binnen de bodybuildingindustrie zal lang niet iedereen zich in die opvatting kunnen vinden. Maar het is waar: het is tot nu toe niet gelukt om de escalatie van het middelengebruik in bodybuilding te stoppen. Met een zekere regelmaat gebeurt er iets dat de sport en zijn fans wakker schudt. Ineens overlijden er bijvoorbeeld wel heel veel bodybuilders achter elkaar. Ineens klapt er iemand uit de sport uit de school over een wel heel erg gevaarlijke dopingtechniek. Of ineens besteedt een belangrijk medium als de Washington Post aandacht aan het fenomeen.
Even lijkt het dan alsof er dingen veranderen. Sporters, trainers en andere influencers komen naar buiten, vaak door de beschuldigende vinger uit te steken naar een paar spreekwoordelijke rotte appels. Belangrijke organisatoren in de sport komen met fraaie verklaringen. Vaak beklemtonen ze dat ze wel degelijk hun best doen om voor hun atleten te zorgen, soms geven ze toe dat de sport moet veranderen – al was het maar om een breder publiek te trekken. Maar daarna ebt het tumult weer weg. Het zou nog wel eens heel lang kunnen duren voordat de reguliere wedstrijdbodybuilding bereid is om eindelijk degelijke dopingprogramma’s te introduceren.
Dit bericht is een vervolg op Meer sterfte in wedstrijdbodybuilding?