Aan de controverse rond NAD-verhogers komt geen einde
Op de sociale media zijn supplementen die de concentratie van het energiemolecuul NAD in de spieren moeten verhogen het middelpunt van een maandenlange controverse. Enthousiaste gebruikers vertellen dat die supplementen veroudering afremmen en sporters fit en gespierd houden bij het klimmen der jaren, terwijl sceptici NAD-verhogers maar grote onzin vinden. Een middenpositie lijkt voorlopig verstandig.
We waren er vroeg bij, al zeggen we het zelf. Toen we in 2016 een webbericht schreven over nicotinamide-riboside (NR), hadden we al een donkerbruin vermoeden dat we nog veel meer over dit type supplementenzouden horen. In dat bericht vertelden we dat het lichaam NR, een vorm van vitamine B3, gebruikt als een bouwsteentje van het molecuul nicotinamide adenine dinucleotide (NAD). Slik je NR, dan neemt daardoor de concentratie NAD in de bloedbaan en de spieren toe.
In de cellen speelt NAD een belangrijke rol bij het omzetten van voedingsstoffen in energie en reparatieprocessen. Daarvoor zijn wel fikse doseringen nodig, die honderden keren hoger zijn dan de kleine hoeveelheid NR die een doorsnee mens via voeding binnenkrijgt.
Omdat de hoeveelheid NAD in het lichaam vermindert door veroudering, hopen wetenschappers dat suppletie met honderden milligrammen NR per dag veroudering gedeeltelijk kan stopzetten. Oudere sporters die NR gebruikten zouden misschien intensiever kunnen trainen, sneller kunnen herstellen en meer spieren kunnen opbouwen. In 2016, toen we het webbericht schreven, was die hoop bijna volledig gebaseerd op experimenten met proefdieren. Onderzoek waarin mensen NR gebruikten was er in 2016 nog nauwelijks, maar toch waren enthousiastelingen in het fitnesscircuit en de longevity-beweging al met NR aan het experimenteren.
NR-studies
Inmiddels zijn we een paar jaar verder. Bewegingswetenschappers en andere onderzoekers hebben het effect van NR en andere NAD-verhogers beproefd op mensen en hun bevindingen gepubliceerd. De Finse moleculaire wetenschapper Helena Lapatto gaf bijvoorbeeld proefpersonen vijf maanden achtereen dagelijks 250 tot 1000 milligram NR en zag dat hun spiercellen meer mitochondria gingen aanmaken. In de mitochondria zetten cellen voedingstoffen zoals vetzuren om in energie. Dat zou in theorie kunnen betekenen dat spieren beter kunnen presteren, minder snel moe worden of misschien ook na inspanning sneller kunnen herstellen.
Nou zijn theorie en praktijk twee verschillende dingen. Dat ontdekte Ben Stocks, een sportwetenschapper van de universiteit van Birmingham, die tieners en jonge twintigers een week lang elke dag een gram NR gaf. Omdat de proefpersonen aan duursport deden, verwachtte Stocks dat zij sneller werden door suppletie, en misschien zelfs gespierder of slanker. Het onderzoek liep uit op een teleurstelling. Stocks kon geen enkel effect ontdekken.
Succesvoller verliep een Grieks onderzoek, dat in 2022 verscheen in de European Journal of Nutrition. In dat onderzoek kregen een groep jonge proefpersonen, die gemiddeld 22 jaar oud waren, en een groep oudere proefpersonen van gemiddeld 71 jaar, eenmalig 500 milligram NR. Alle proefpersonen waren lichamelijk actief.
Het supplement had geen effect bij de twintigers, maar wel bij de oudere proefpersonen. In die laatstgenoemde groep zorgde het supplement ervoor dat tijdens een krachttraining gedurende een set hun spieren langer op een betrekkelijk hoog niveau konden samentrekken. De spieren werden minder snel moe. De eenmalige dosis was niet in staat om de spieren van de zeventigers net zo goed te laten functioneren als de spieren van de fitte en piepjonge twintigers, maar het supplement slaagde er wel in om intensief bewegen voor ouderen minder zwaar te maken.
NMN
NR is niet het enige NAD-supplement dat hoge ogen gooit. Ook populair zijn supplementen met weer een andere vorm van vitamine B3, nicotinamide-mononucleotide (NMN). Ook NMN maakt in proefdieronderzoek oude laboratoriummuizen fitter. En ook van NMN hebben we inmiddels onderzoek dat is uitgevoerd met menselijke proefpersonen.
De controverse op sociale media rond NAD-verhogers gaat vooral over NMN. Als we ons even beperken tot de studies die relevant zijn voor sporters, dan vinden we daarin aan de ene kant wel degelijk positieve effecten. Aan de andere kanten moeten we daarbij meteen opmerken dat die effecten zo subtiel zijn dat je je kunt afvragen of suppletie met NMN wel zinvol is.
In een Chinees onderzoek slikten hardlopers van middelbare leeftijd zes weken achtereen elke dag 600 of 1200 milligram NMN, met als gevolg dat ze in het laboratorium een klein, heel klein beetje fitter werden. In een Japanse studie gingen 65-plussers die een paar maanden elke dag 250 milligram NMN slikten een beetje sneller lopen, misschien omdat het bewegen ze wat soepeler afging. In weer een ander Japans onderzoek leken lichamelijk actieve proefpersonen die dezelfde dosis gebruikten een beetje spiermassa op te bouwen.
Controverse
Het zijn interessante resultaten, maar ze staan mijlenver van de enthousiaste verhalen op sociale media, waar gebruikers vertellen over vetverlies, meer energie, betere workouts en sneller herstel door suppletie met NMN. De influencers die ervan overtuigd zijn dat NAD-verhogers niet werken, vermoeden dat die positieve verhalen het gevolg zijn van het placebo-effect - en verder niets.
Bovendien, zeggen de NAD-sceptici, is het prima mogelijk is om de concentratie NAD in de spieren te verhogen zonder supplementen. Intensieve vormen van bewegen, en vooral trainen met gewichten, verhogen de hoeveelheid NAD in de spiercellen gratis en voor niets.
Een tegenargument is dat het beschikbare onderzoek te fragmentarisch is om NAD-verhogers nu al af te serveren. Als het gaat om gezonde jonge sporters en sporters van middelbare leeftijd, lijkt het er inderdaad op dat suppletie geen zin heeft. Maar als het we het hebben over vijftigplussers, dan is het nog niet mogelijk om tot die conclusie te komen. Het zou kunnen dat in die groep suppletie met NAD-verhogers wel degelijk zin heeft. Misschien kan suppletie oudere sporters helpen om hun vermoeidheid te overwinnen of hun hersteltijd te verkorten. Het is, zeker als het om supplementen gaat, natuurlijk goed om sceptisch te zijn, maar het zou zonde zijn als je daardoor de baby met het badwater weggooit.
Van de markt
De ruzie tussen de voor- en tegenstanders van NAD-verhogers is niet beslecht. Dat gaat waarschijnlijk ook niet gebeuren. De discussie is ingehaald door ontwikkelingen die niets met wetenschap of persoonlijke ervaringen te hebben, maar alles met wetgeving.
In het najaar van 2022 liet de Amerikaanse overheid – preciezer: de Amerikaanse Food and Drugs Administration (FDA) – weten dat het NMN niet langer beschouwt als een supplement, maar als een medicijn. Bedrijven denken erover om NMN als medicijn op de markt te brengen tegen stofwisselingsziekten en neurologische aandoeningen. In de Amerikaanse regelgeving betekent dit dat een stof niet langer als een supplement kan worden verkocht. Omdat medicijnfabrikanten ook bestuderen of ze NR kunnen inzetten om bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson af te remmen, vermoedt de supplementenindustrie dat in de Verenigde Staten NR vroeg of laat NMN achterna zal gaan. Zulke vooruitzichten zijn niet bevorderlijk voor onafhankelijk onderzoek.
Het is niet duidelijk of Europa automatisch het voorbeeld van de Amerikanen zal volgen. In Europa heeft de EFSA nog niet naar NMN gekeken. Dat kan dus nog alle kanten opgaan. De EFSA heeft al wel NR toegelaten op de markt. Maar omdat de meeste NMN- en NR-supplementen van Amerikaanse makelij zijn, is het nog maar de vraag of ze straks nog in de EU verkrijgbaar zullen zijn.
Alternatieven
Bij alle tumult rond NAD-verhogers zou je bijna over het hoofd zien dat er inmiddels alweer een nieuwe ster aan het firmament is verschenen. Onderzoekers bestuderen een andere NAD-verhoger die waarschijnlijk niet zal worden weggekaapt door de farmaceutische industrie. Die stof heet trigonelline.
Trigonelline lijkt op de reguliere vormen van vitamine B3 in voedingsmiddelen, zoals nicotinezuur en nicotinamide. In een kop koffie kan 40-50 milligram trigonelline zitten, maar je vindt de stof ook in peulvruchten, aardappels en pompoen. Trigonelline is een eenvoudige stof, die makkelijk is te maken en (anders dan NMN en NR) niet veel hoeft te kosten. Volgens een dierstudie, die in maart 2024 verscheen in Nature Metabolism, verhoogt trigonelline de concentratie NAD in spiercellen.
Dat onderzoek is betaald door voedingsreus Nestlé. Dat bedrijf patenteerde ook alvast het gebruik van trigonelline als supplement om spieren groter en sterker te maken. Dit patent gaat over het gebruik van trigonelline in combinatie met eiwitshakes. Het gebruik van spierversterkende supplementen die alleen trigonelline bevatten was al gepatenteerd. Dat patent staat op naam van een tegenspeler van Nestlé, het Nederlandse DSM.
De tijd zal leren of het onderzoek en de patenten van de voedingsreuzen zullen resulteren in nieuwe sportsupplementen. En – ook niet onbelangrijk - of die zullen werken.