Fitness als vorm van crosstraining
Crosstraining is het combineren van verschillende trainingsvormen. Bij fitness gaat het meestal om een combinatie van gewichttraining en cardio- of conditietraining. De fitnesser is daarom van nature een 'kruisbestuiver'. Maar niet iedere fitnesser kan bij het bestuiven op dezelfde manier te werk gaan.
Fit voor wat?
Fitness is een mooi engels woord voor 'geschiktheid' of 'geschikt zijn'. Iemand kan 'fit' zijn 'to be a book keeper', maar dan moet je niet al te slordig zijn en vooral een beetje kunnen rekenen. Anders ben je 'not fit' oftewel ongeschikt voor die specifieke taak. Daar zit 'm precies de kneep, want veel mensen maken wekelijks de gang naar het fitnesscentrum, met in hun achterhoofd slechts vage trainingsdoelen. Waar willen ze eigenlijk fit voor zijn? Met andere woorden, wanneer je je trainingsdoelen niet helder omschrijft, kun je de kwalificatie 'fit' wel op je buik schrijven.
Gespierd, slank en een puike conditie
De drie belangrijkste overall doelen waarvoor mensen naar het fitnesscentrum gaan zijn: meer spiermassa, lager lichaamsvetpercentage en een betere conditie. Een begrijpelijk en loffelijk streven, ware het niet dat hier sprake is van drie wensen die elk heel verschillende manieren van aanpak behoeven. Voor meer spiermassa moeten we bij pittige gewichttraining zijn, voor een lager lichaamsvetpercentage kunnen we naast een dieet zowel bij gewichttraining als cardiotraining terecht en voor meer conditie moet de nadruk gelegd worden op cardiotraining en andere vormen van training die de conditie bevorderen.
De fitnesser die alledrie wensen wil vervullen, moet wel beseffen, dat de wet van de sportspecificiteit zegt dat je niet tegelijkertijd het optimale kunt halen uit heel verschillende trainingsvormen. Pure opbouw van spiermassa, zoals bij bodybuilding, gaat slecht samen met optimale duurtrainingsresultaten. En voor de opbouw van flink wat spiermassa is een calorisch beperkt dieet niet echt ideaal. Gelukkig hoeft de recreatieve fitnesser zich niet als een wedstrijdsporter te specialiseren, en daardoor kan hij/zij het zich veroorloven heel verschillende trainingsdoelen te combineren. Kortom, crosstraining is eigenlijk een natuurlijke keuze voor de fitnesser.
Crosstraining
Crosstraining is het combineren van verschillende vormen van aërobe en anaërobe training. Hardlopen, roeien, sky-walking en spinning zijn vormen van aërobe training. De geleverde inspanning is niet kort en explosief, zoals bij bodybuilding en sprinten, die voorbeelden van anaërobe sporten zijn. Eigenlijk, doen bijna alle wedstrijdsporters wel iets aan crosstraining, want schaatsers bijvoorbeeld hangen ook geregeld aan de gewichten. Bij de specialisten is gewichtentraining vaak meer aanvullend. Het accent ligt op het specifiek oefenen en trainen van de sport van keuze. Dat wil zeggen, dat schaatsers misschien wel 90-95% van hun trainingsarbeid op het ijs verrichten, en de rest in het krachthonk.
Zoals gezegd, is de fitnesser van nature een crosstrainer, zij het dat de accenten in trainingsarbeid veel minder uitgesproken zijn dan bij de wedstrijdsporter. Doorgaans zijn de trainingsdoelen bij fitness een mix van meer spiermassa, meer conditie en een lager lichaamsvetpercentage. Waar dan de accenten in de training moeten liggen, hangt naast je eigen fitnessdoelen ook af van je lichaamstype.
Crosstraining en lichaamstype
Er zijn grofweg drie lichaamstypen, waarvan de meeste mensen een mix zijn:
- Ectomorf - lang, mager, weinig spiermassa
- Mesomorf - middellang tot kort, gespierd, betrekkelijk weinig lichaamsvet
- Endomorf - middellang tot kort, weinig spiermassa, hoog lichaamsvetpercentage.
Voor het bereiken van de genoemde drie overall doelen (spiermassa, lager lichaamsvetpercentage, meer conditie) dien je bij cross-training in fitness rekening te houden met het lichaamstype. De ectomorf en de endomorf zullen zich het meest moeten specialiseren. De een (ectomorf) in zoveel mogelijk spieren opbouwen, de ander (endomorf) in 'vetverbranden'. De mesomorf als klassieke representant van 'het juiste midden' is de bofkont in deze lichaamstypologie: met flink wat spieren en een betrekkelijk laag lichaamsvetpercentage heeft hij al een grote voorsprong en is als het ware het 'voorbeeld' voor de andere twee.