EN  |  FR

Metabolisme: stappen in de stofwisseling

Metabolisme of stofwisseling is een term die we vaak tegenkomen in populaire fitnessboeken, bladen en advertenties. Zelden echter wordt dit belangrijke begrip helder uitgelegd. Daarom hier de stofwisseling in kort bestek.

Metabolisme: katabolisme en anabolisme

Het woord ‘metabolisme’ komt van het Griekse woord metabolikos, wat ‘verandering’ betekent. Die ‘veranderingen’ staan hier voor het geheel van alle reacties en veranderingen in ons lichaam verantwoordelijk voor groei, voeding, beweging, afvoer en kan worden onderverdeeld in twee basisveranderingsprocessen: katabolisme en anabolisme. Katabolisme omvat alle reacties die leiden tot afbraak (van bijvoorbeeld voeding) en anabolisme omvat alle reacties die leiden tot de opbouw (van bijvoorbeeld spieren) van eenvoudig tot complex.
In het algemeen is het zo, dat katabolisme energie produceert en anabolisme energie consumeert. De anabole processen in het lichaam zorgen voor de opbouw van weefsels en spieren, maar ook voor de opslag van koolhydraten en vet. De katabole processen daarentegen nemen de afbraak van koolhydraten en vetten voor hun rekening, maar ook de afbraak van eiwit. Dat is de reden dat katabool een schrikwoord en een synoniem voor afbraak en overtraining is geworden. Maar natuurlijk hebben anabolisme en katabolisme elkaar nodig, want zonder ‘afbraak’ ook geen ‘opbouw’.

Stappen in de stofwisseling

Katabolisme en anabolisme worden als proces wel vergeleken met heuvel afwaarts en heuvel opwaarts gaan. De stappen in de stofwisseling die daarbij gezet worden verlopen meestal niet, maar soms wel, via dezelfde biochemische paden. Een biochemisch pad is een serie (katabole of anabole) stappen die leidt tot de verandering van een stof X in een stof Y. Bij bijna elke stap is een specifiek enzym (een eiwit met een heel specifieke werking) betrokken die voor de omzetting zorgt. De disacharide (tweevoudige) melksuiker lactose wordt bijvoorbeeld door het enzym lactase afgebroken in de enkelvoudige suikers glucose en galactose waaruit het was opgebouwd. Galactose wordt in de lever weer verder omgezet in glucose, één van de belangrijkste brandstoffen van het lichaam, en voor de hersenen zelfs dé belangrijkste brandstof.
De voor de sporter bekendste katabole processen zijn de afbraak van glycogeen (de in lever en spieren opgeslagen vorm van koolhydraten) en triglyceriden in vrije vetzuren en glycerol voor de energieleverantie. De afbraak van eiwit probeert hij/zij zo klein mogelijk te houden door goede voeding en doordachte training met een ruime plaats voor rust. De bekendste anabole processen voor de sporter zijn de opbouw van spiereiwitten, glycogeen en lichaamsvet.

Katabole en anabole hormonen

Veel van deze katabole en anabole processen gaan gepaard met de verhoogde afgifte van hormonen in het lichaam. De koolhydraatstofwisseling wordt geregeld door de ‘antagonisten’ (tegenspelers) glucagon (katabool) en insuline (anabool). De vetopslag respectievelijk vetafbraak door verhoogde of verlaagde insulinespiegels. De tegenspelers van insuline die een rol spelen in de vetafbraak zijn: adrenaline, noradrenaline, glucagon, groeihormoon en bepaalde hormonen van de bijnieren. Het hele hormonale huishouden is een buitengewoon ingewikkeld samenspel, waarbij werking en invloed van hier genoemde hormonen maar heel summier zijn aangegeven. Tot slot zij nog genoemd de term ‘positieve stikstofbalans’, die ook nogal eens te pas en te onpas wordt opgevoerd. Een ‘positieve stikstofbalans’ verwijst naar de balans tussen ingenomen (via het eiwit) en uitgescheiden stikstof. Stikstof wordt door planten en dieren verwerkt tot eiwitten, en een positieve stikstofbalans betekent hier een surplus aan eiwit beschikbaar voor de opbouw van het lichaam. Een verhoogde energie-inname gaat meestal gepaard met een verhoogde eiwitconsumptie. In combinatie met training en voldoende rust wordt de stikstof door de (krachtsporter) ‘gevangen’ in de vorm van (o.a.) spieren. Daar is het voor de krachtsporter in die hele wisseling van stoffen om begonnen!

Dossier: