Het koolhydraatarme dieet - niet van vandaag of gisteren
Knikker het leeuwendeel van de koolhydraten uit je dieet, en vervang die door vetten. Volgens de fervente voorvechters van het koolhydraatarme dieet verandert een beetje sporter daardoor in een calorieverslindende machine met dikke spierballen en een messcherp wasbordje. Maar volgens de net zo fervente tegenstanders van het koolhydraatarme dieet is dat onzin, en maakt een voedingspatroon zonder koolhydraten sporters vermoeid, futloos en vlak. Het gevecht tussen die twee kampen is al heel, heel erg oud.
Laten we meteen maar een hardnekkig misverstand uit de weg ruimen. Nee, het koolhydraatarme dieet is geen modegril. Het koolhydraatarme dieet is al oud. Al in 1864 schreef de Engelse timmerman William Banting misschien wel het allereerste dieetboek in de geschiedenis, Letter On Corpulence, en dat ging over een dieet dat we nu een mild koolhydraatarm dieet zouden noemen: bier, de meeste zetmeelhoudende producten en aardappels waren verboden. Banting, die voordat hij op dieet ging niet zelf meer zijn veters kon strikken, viel kilo’s af met die aanpak.
Banting verkocht honderdduizenden exemplaren van zijn boek. Zijn achternaam werd jarenlang gebruikt als werkwoord voor iedereen die op dieet ging. Maar desondanks geloofden artsen en wetenschappers niet in die benadering. Zij waren ervan overtuigd dat een normaal en gezond mens koolhydraten nodig had. Toen antropologen in wetenschappelijke studies rapporteerden dat ‘natuurvolkeren’ als de Inuit in de poolcirkel nauwelijks koolhydraten consumeerden – en volgens bloedanalyses perfect gezond waren – reageerden zij dan ook bevreemd. Hoe konden mensen functioneren op een voeding die praktisch alleen uit eiwit en vet bestond?
Een jaar lang alleen vlees
En toch was het zo, vond de Deense ontdekkingsreiziger Vilhjalmur Stefansson, die in de eerste decennia van de twintigste eeuw meerdere keren op bezoek was geweest bij de Inuit. Hij was bereid om een jaar lang in een ziekenhuis te wonen en al die tijd uitsluitend vet vlees te eten bij wijze van experiment om te laten zien dat het kon. Het verslag van dat experiment verscheen in 1930 in Journal of Biochemistry. Het onderzoek was gefinancierd door de Amerikaanse vleesindustrie.
Slanker door vet?
In het midden van de twintigste eeuw gingen sommige voedingsonderzoekers nog een stapje verder. Als mensen een dieet volgden zonder koolhydraten, verbrandde hun lichaam uitsluitend vet. Zou het kunnen dat hun lichaam daardoor steeds bedrevener werd in het omzetten van vet in energie? En zou zo’n koolhydraatarm dieet dikke mensen weer slank kunnen maken? Alfred Pennington, die in 1948 als bedrijfsarts werkte bij chemiegigant DuPont, dacht van wel. En dus zette hij te dikke medewerkers op een koolhydraatarm dieet. Naar eigen zeggen met succes.
In de jaren vijftig bracht Pennington zijn dieet onder de aandacht van een groter publiek. Wie het Penningtondieet volgde, at maximaal 50 gram koolhydraten per dag, net als bij het veel oudere Bantingdieet. De inname van eiwitten gaat tegelijkertijd ook omhoog, en daardoor was het de wetenschappers niet helemaal duidelijk hoe het Pennington gewichtsverlies in de hand zou moeten werken. Was dat omdat de eiwitten de stofwisseling verhoogden? Of zorgde het koolhydraatarme dieet er inderdaad voor dat het lichaam makkelijker, sneller en vooral meer vet verbrandde?
Ondanks die wetenschappelijke onduidelijkheden sloeg Penningtons benadering aan. Goeroes als Richard Mackarness en Herman Taller kwamen in de jaren vijftig en zestig met eigen versies van het koolhydraatarme dieet. Maar allemaal werden ze overschaduwd door de cardioloog Robert Atkins, toen die in 1972 zijn Dr. Atkins' Diet Revolution publiceerde. Het Atkinsdieet werd het meest invloedrijke koolhydraatarme dieet van alle tijden.
Insuline
Atkins’ uitgangspunt was dat koolhydraten ervoor zorgen dat het hormoon insuline actief wordt. Insuline maakt dat de glucose, die na inname van koolhydraten in het bloed verschijnt, wordt opgenomen door de cellen. Maar bij sommige mensen werkt insuline ook overgewicht in de hand, meende Atkins. Maar wie enkele weken zijn inname van koolhydraten tot zo’n 25 gram per dag terugbracht, ‘trainde’ zijn lichaam om het insulinesignaal te negeren en meer vet te verbranden.
Atkins kwam door zijn dieet veelvuldig op ramkoers met gevestigde voedingswetenschappers. Typerend voor die animositeit is The Great USDA Nutrition Debate uit 2000, een debat waarvan je hier een complete registratie vindt. In het debat kreeg Atkins niet alleen het verwijt dat zijn dieet ongezond zou zijn, maar ook dat hij niet kon bewijzen dat zijn dieet ook echt ververlies bewerkstelligde.
Bodybuilding
Ondertussen was het koolhydraatarme dieet al lang en breed doorgebroken in bodybuilding. Eén van de meest invloedrijke pleitbezorgers van die benadering was de Canadese powerlifter en arts Mauro DiPasquale, die in 1995 The Anabolic Diet publiceerde.
Volgden bodybuilders de adviezen van DiPasquale, dan aten ze op doordeweekse dagen veel eiwitten en vetten en weinig koolhydraten. In het weekeinde mochten ze de teugels laten vieren, en waren koolhydraten geen probleem. Volgens DiPasquale zorgde zo’n cyclisch patroon ervoor dat het lichaam anabole hormonen in optimale hoeveelheden aanmaakt, waardoor sporters hun spiergroei maximaliseren. En voordat je het vraagt: nee, er zijn geen studies die deze claims bevestigen.
Wetenschappelijke studies
In de 21ste eeuw is de belangstelling voor koolhydraatarme dieettypes met horten en stoten toegenomen. Dat komt niet alleen door de activiteiten van allerlei navolgers van Atkins en DiPasquale, maar ook door ontwikkelingen in de wetenschap. Endocrinologen zien positieve effecten van zo’n dieet bij diabeten en voedingsonderzoekers publiceren met enige regelmaat een onderzoek waarin dikke mensen gewicht verliezen door een koolhydraatarm voedingspatroon.
Daarmee is nog niet gezegd dat de wetenschap de claims van de Atkinsnavolgers en -voorlopers bevestigt. In een enkel onderzoek verbranden mensen inderdaad een tikkie meer energie op een koolhydraatarm dieet, maar de mate waarin is verwaarloosbaar. Het menselijk lichaam blijkt inderdaad, na een aanpassingsfase die kan variëren van enkele dagen tot enkele weken, te kunnen functioneren op een dieet met weinig koolhydraten. Duursporters doen het prima op zo’n voeding, net als turners. Ze verliezen door die aanpak enkele kilo’s lichaamsvet, met vaak opvallend weinig spierverlies, maar gaan er niet beter door presteren.
Zin of onzin
Een goed samengesteld koolhydraatarm dieet lijkt voor gezonde sporters niet beter of slechter te zijn dan een reguliere voeding, met koolhydraten. Voor een periode van enkele maanden tenminste, want langduriger onderzoek hebben we niet. Voor sommige sporters die hun vetmassa willen reduceren is zo’n dieet misschien een optie, voor andere niet. Dat is, kort samengevat, wat we sinds 1864 over een dieet met weinig koolhydraten en veel vet te weten zijn gekomen.
Inderdaad. Het is misschien een beetje mager...