EN  |  FR

Zes misverstanden over supplementen

Over supplementen bestaan nogal wat misverstanden en onjuiste aannames. We zetten er zes op een rijtje die tot nadenken stemmen. Rustig en aandachtig doorlezen. Daarna de Supplementenwijzer App downloaden. Een advies voor de incidentele en/of nieuwe bezoekers van onze website. Vaste klanten hebben de App binnen handbereik, 24/7.

1. De supplementindustrie doet maar wat

Aanvankelijk hadden we het idee dat de supplementenindustrie veelvuldig materiaal uit haar gehypertrofieerde duim zoog, en van flink wat bestanddelen maar wat effecten verzon. Dat idee klopte niet. Bijna altijd was er op z’n minst een dierstudie of een onderzoek met celletjes in een reageerbuis waaruit je met een beetje goede wil kon afleiden dat de claims van de supplementen misschien konden kloppen. Bijna alle sportsupplementen zijn bedacht door mensen die hun huiswerk hebben gedaan. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze hun huiswerk ook goed hebben gedaan.

Neem nou Borassus aethiopum, een extract dat je kunt tegenkomen in testosteronboosters. Volgens de makers van die supplementen zijn de testosteronverhogende eigenschappen van Borassus aangetoond in een Nigeriaanse dierstudie die in 2010 verscheen in een obscuur wetenschappelijk tijdschrift. In die studie groeiden proefdieren die Borassus toegediend kregen op een manier die deed denken aan anabole steroïden. Biochemici die het artikel voor ons doorlazen vertelden ons bovendien dat de studie niet klopt, en dat de proeven die erin worden beschreven waarschijnlijk nooit in het echt zijn uitgevoerd. Wedden dat die testosteronbooster met Borassus aethiopum niet werkt?

 2. De betere supplementen zijn met goed gevolg getest op mensen

Nog geen 5 procent van de stoffen en extracten die je vindt in sportsupplementen is ook echt getest op mensen. En dat is jammer, want humaan onderzoek is geen overbodige luxe. Maar een fractie van de stoffen die in een reageerbuis vetcellen kleiner maakt, of een labmuis meer spieren geeft, werkt bij mensen. Maar ook als je in een supplement een stof tegenkomt die wel met succes is getest op mensen, kun je beter een beetje sceptisch blijven. Steeds meer van die studies zijn betaald door fabrikanten van supplementen. Het is de afgelopen jaren duidelijk geworden dat zulk gesponsord onderzoek niet altijd betrouwbaar is. Als je dus hoort over een bodybuildingsupplement, dat volgens ‘onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek’ bodybuilders in 12 weken zeven harde kilo’s spiermassa cadeau doet, probeer dan te achterhalen wie dat ‘onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek’ heeft betaald.

 3. De supplementenindustrie is vernieuwend bezig

Ook het idee dat de sportsupplementenindustrie de ene na de andere nieuwe stof lanceert moesten we bijstellen. Lang niet alle ‘nieuwe stoffen’ die we in sportsupplementen aantroffen waren echt nieuw. We vonden veel, heel veel variaties van een kleine groep stoffen. Creatinecitraat, creatinemalaat en creatine HCl zijn bijvoorbeeld allemaal variaties op creatine. In chemisch opzicht zijn het andere stoffen dan creatine, maar in biologisch opzicht niet. Nadat je een capsule of poeder met bijvoorbeeld creatinemalaat hebt ingenomen valt die stof binnen enkele minuten uiteen in creatine en malaat. Vrijwel al die ‘nieuwe’ en ‘verbeterde’ versies van bestaande stoffen zijn dan ook eigenlijk gewoon mengsels. Mengsels waarvoor je weliswaar meer betaalt, maar die niet beter werken dan de originele stoffen. Die ‘verbeterde’ creatines werken zelfs minder goed dan de goedkope en ouderwetse creatine.

 4. In supplementen zitten natuurlijke stoffen

Supplementen zijn bedoeld als aanvulling op de reguliere voeding. Heb je bijvoorbeeld het brood in je dieet vervangen door groenten en fruit, dan krijg je misschien te weinig jodium binnen. Bakkers stoppen namelijk jodium in brood. In dat geval kun je een tekort aan jodium voorkomen door een supplement met extra jodium te slikken.

Het voorbeeld geeft precies aan waarvoor supplementen eigenlijk zijn bedoeld. Maar in ons werk voor de app zijn we, vooral in afslanksupplementen en preworkoutformules, stoffen tegengekomen die niet van nature in onze voeding zitten, en absoluut niet in supplementen thuishoren.

2(S)-Amino-6-boronohexanoic acid (ABH) is zo’n stof. Het is een experimenteel medicijn dat de bloedvaten wijder maakt, en nog niet is getest op mensen. Maar het zit wel in sommige supplementen die zouden zorgen voor meer spiergroei, meestal in combinatie met eiwitten en aminozuren. Of Neuropept, een door de Russen ontwikkelde designerdrug, die volgens sommige makers van preworkoutformules betere trainingsresultaten mogelijk maakt, maar ook hallucinaties en waanvoorstellen kan veroorzaken. Dat laatste vertellen de supplementenmakers er maar niet bij.

 5. In supplementen zitten geen giftige stoffen

In moderne landen zijn we gaan denken dat er in planten vooral stoffen zitten die ons gezonder maken. We zijn vergeten dat er in planten ook heel veel giftige stoffen zitten. Daardoor kan het gebeuren dat je sportsupplementen tegenkomt met extracten van ronduit gevaarlijke planten als Aconitum kusnezoffii en Dendrobium nobile. Volgens de supplementenmakers bevatten die extracten respectievelijk de amfetamineachtige stoffen DMHA (een chemisch broertje van het welbekende DMAA) en N,N-diethyl-phenylethylamine. Die kunnen je oppeppen en harder laten trainen – je nachtenlang uit je slaap houden, en waarschijnlijk ook nog je kans op een hartaanval of een beroerte verhogen. Of die stoffen nou natuurlijk zijn of niet, amfetamineachtige stoffen horen niet thuis in supplementen, ook niet in kleine hoeveelheden. En dat geldt dubbel en dwars voor de ‘natuurlijke extracten’ waar ze volgens de supplementenindustrie in zitten. Aconitum kusnezoffii en Dendrobium nobile zijn giftige planten, die boordevol potentieel dodelijke bestanddelen zitten. Links laten liggen, dat spul.

 6. Op het label van supplementen staat alles wat je moet weten

Inderdaad, op het label van supplementen vind je veel informatie. En jazeker, die informatie kan je helpen bij het maken van een goede keuze. Dan hebben we het niet over kreten als ‘tien keer meer spiermassa!’ of ‘dump je vet met kilo’s tegelijk’, maar over de lijst met de ingrediënten. Daaruit kun vaak al afleiden hoe waarschijnlijk het is dat een supplement werkt, en of dat supplement vervelende bijwerkingen heeft. Maar je zult die bestanddelen dan wel moeten bestuderen, en kennis over die bestanddelen moeten verwerven. Zonder die kennis zegt het label van supplementen je weinig.

Misschien ben jij al een heuse supplementendetective, en vertellen we je weinig nieuws. Maar misschien zie je er als een berg tegenop, tegen al dat gezoek. Zeker in dat laatste geval kan de Supplementenwijzer App je een handje helpen. Download dat ding, leer hem gebruiken – en vanaf dat moment is er geen supplementenmaker meer die jou nog kletskoek kan verkopen. 

Dossiers: