Dodelijke anabolen en duidelijke cijfers
Over de vraag hoe riskant anabolengebruik nu precies is, verschillen verstokte gebruikers en artsen nog steeds van mening. Het onderzoek dat de Deense onderzoeker Henrik Horwitz binnenkort publiceert in de Journal of Internal Medicine zal daar mogelijk weinig verandering in brengen. Wel wordt het steeds moeilijker om de beschikbare studies weg te redeneren.
Voor de massamedia is het een uitgemaakte zaak. Anabolen zijn gevaarlijk. Als een rugbyspeler van 18 jaar overlijdt door een hersenbloeding, en als onderzoekers vervolgens het anabole steroid stanozolol in zijn bloed ontdekken, dan is er een verband. Denken de media.
Of als een van bodybuilding bezeten jonge vader van 28, die zijn scheiding probeert te verwerken door hard te trainen en anabolica te gebruiken, overlijdt door een beroerte. Die beroerte moet wel het gevolg zijn van de anabolen, aldus journalisten.
Of als een man van 35, die anabolen gebruikt omdat hij gaat trouwen en gespierd voor het altaar wil verschijnen, zichzelf ombrengt, dan is er een verband.
Goed, er zijn veel van zulke gevallen. Wekelijks verschijnt er wel ergens een bericht van een anabolengebruiker, onbekend of beroemd, die op veel te jonge leeftijd komt te overlijden. Anabolengebruikers liggen er in de regel niet van wakker van. Want er zijn heel veel gebruikers, zeggen ze. Het is alleen maar logisch dat er dus ook af en toe een gebruiker overlijdt. Kwestie van statistiek.
De noodzaak van studies
Wetenschappers zijn het op dat punt met de gebruikers eens. En dus proberen ze met onderzoek uitsluitsel te krijgen over de vraag of anabolen nu wel of niet riskant zijn. Eén van de eerste studies met dat oogmerk dateert uit 1993. Het is een Fins onderzoek onder 62 powerlifters die in de periode 1977-1982 op hoog niveau actief waren. In die periode werden powerlifters nog niet getest op anabolen, en de onderzoekers vermoedden dat veel van deze atleten deze middelen gebruikten.
Toen de Finnen keken hoeveel powerlifters er in 1992 nog in leven waren, ontdekten ze dat 13 procent van hen inmiddels was verleden. In een controlegroep van even oude doorsnee-Finnen overleed in dezelfde periode slechts 3 procent. Powerlifters hadden dus vier keer meer kans om te overlijden dan niet-powerlifters. Dan niet-gebruikers, zeg maar. Hard bewijs kun je dat onderzoek niet noemen. Het ging immers maar om een kleine groep mensen, en wisten de onderzoekers niet zeker of de powerlifters nu wel of geen anabolen hadden gebruikt.
Factor 18
In 2013 publiceerde de Zweedse forensische onderzoeker Ingemar Thiblin een onderzoek waaraan die nadelen niet kleefden.Thiblin bestudeerde een groep van 409 mannen, waarvan tussen 2002 en 2009 tests hadden aangetoond dat ze anabolen gebruikten. Die tests waren afgenomen door de politie. In Zweden mogen agenten mensen, waarvan ze vermoeden dat die anabolen gebruiken, laten testen op doping. Toen Thiblin naging hoeveel gebruikers nog in leven waren, en zijn cijfers vervolgens vergeleek met die van de Zweedse bevolking, ontdekte hij dat de anabolengebruikers in zijn onderzoek maar liefst 18 keer meer kans hadden om te overlijden dan even oude doorsnee-Zweden.
Dat was natuurlijk een alarmerende uitkomst, maar nog steeds geen hard bewijs. De mannen die Thiblin had bestudeerd, waren in aanraking gekomen met politie en justitie. Ze waren gearresteerd, gedroegen zich merkwaardig of liepen rond in strafinstellingen. Het was in ieder geval een groep mensen waarvan je kunt verwachten dat ze meer risico lopen om voortijdig te overlijden.
De doorsnee-gebruiker?
Dat grote minpunt kleeft niet – nou ja, in mindere mate – aan het onderzoek van Henrik Horwitz, die is verbonden aan de universiteit van Kopenhagen. Horwitz bestudeerde een groep van 545 anabolengebruikers die rondliepen in Deense sportscholen en fitnesscentra. In Denemarken loopt een programma, waaraan de meeste fitnesscentra en krachthonken op vrijwillige basis meedoen, en dat inhoudt dat het management verdachte sporters kan laten testen op anabolen. De gebruikers die Horwitz bestudeerde waren door dat programma betrapt.
De gemiddelde gebruiker in Horwitz’ onderzoek was 26 jaar oud. De Deense onderzoeker kon achterhalen dat de kans dat deze gebruikers zouden komen te overlijden 3 keer groter was dan je op basis van hun leeftijd zou verwachten.
Het klinkt misschien als een uitgemaakte zaak, maar dat is het natuurlijk nog niet. De mannen werden getest omdat de sportscholen en fitnesscentra waar ze trainden vonden dat daar aanleiding voor was. Waren deze mannen wel representatief voor ‘de’ anabolengebruiker? Waren dit misschien gebruikers die het heel erg bont hadden gemaakt? Of, om maar wat te noemen, waren dit gebruikers die anabolen hadden gecombineerd met recreatieve drugs? Er zijn studies die suggereren dat veel anabolengebruikers die op relatief jonge leeftijd overlijden behalve spierversterkers ook drugs gebruikten.
Uitvluchten
En dus hebben, ook na het verschijnen van Horwitz’ onderzoek, overtuigde anabolengebruikers nog steeds mogelijkheden om tegenover zichzelf de risico’s van hun gebruik weg te redeneren. Ze kunnen nog steeds uitvluchten bedenken. Al worden het er eerlijk gezegd wel steeds minder.
Meer over de mogelijke schadelijke lange termijngevolgen van anabolengebruik lees je hier en hier. Meer over wat krachttraining zonder farmacologische ‘ondersteuning’ voor je gezondheid kan betekenen lees je hier en hier.