Vijf kenmerken van slechte supplementen
Inderdaad, er zijn een paar veilige en effectieve supplementen op de markt waar fitnessers, bodybuilders en afslankers zeker wat aan kunnen hebben. Het gros van de sportsupplementen op de markt biedt gebruikers echter heel erg weinig voor veel te veel geld. We geven een aantal tips om je voor de ergste bloopers te behoeden
De bezoekers van deze website zijn niet op hun achterhoofd gevallen, en weten heus wel dat je niet alles moet geloven wat supplementenmakers beweren. Als die roepen dat hun producten ‘klinisch getest!’ zijn, en de werking van hun producten ‘wetenschappelijk bewezen!’, dan nemen onze bezoekers dat met een stevige korrel zout. En als ze op een website van een supplementenmaker de reacties van enthousiaste gebruikers lezen, die vertellen hoe ze in een paar weken drie kilo vet verloren en nog meer kilo’s spiermassa wonnen, dan weten ze dat die reacties waarschijnlijk uit de gehypertrofieerde duim van de supplementenboer zelve komen.
Het is een kwestie van gezond wantrouwen, je hoeft niet alles te slikken wat de supplementenindustrie je voorschotelt, vinden wij. Goed, er zijn veilige en effectieve supplementen op de markt, maar jammer genoeg ook veel producten die je weinig verder zullen helpen. Om je gezonde kritische houding nog verder te versterken noemen we hieronder vijf criteria aan de hand waarvan je foute supplementen kunt herkennen.
#1
Weet-ik-hoeveel bestanddelen
Als je een supplement in handen hebt met ongelofelijk veel ingrediënten, dan is je eerste reactie misschien dat je een geweldig product in handen hebt. Met zoveel actieve stoffen moet zo’n ding toch werken, denk je misschien bij jezelf. En dat is natuurlijk precies de reactie die de bedenkers van dat supplement in gedachten hadden.
Maar in werkelijkheid is het helemaal geen pré voor sportsupplementen om tientallen actieve stoffen te bevatten. Vaak zijn de concentraties van die actieve stoffen zo laag dat het bewuste supplement bijna niet kan werken. Stoffen als creatine, bèta-alanine, leucine en andere BCAA’s hebben volgens studies een prestatiebevorderende werking in doses van minstens 2-3 gram per dag. Zeker in producten die nog tientallen andere stoffen bevatten vind je vaak maar een fractie van die effectieve doseringen, en is de kans dat die producten je verder helpen niet groot. Het feit dat ze veertig verschillende stoffen bevatten verandert daar niets aan. Veertig keer nul is nog steeds nul.
#2
Proprietary blends
Een verhaal apart zijn de proprietary blends die je in veel supplementen aantreft. Vaak hebben ze ook nog eens allerlei ronkende namen, die een bijzondere prestatieverbeterende werking suggereren. Een proprietary blend is een mengsel van stoffen, waarvan de fabrikant de precieze samenstelling niet wil verklappen. De fabrikant vertelt wel hoeveel gram van het mengsel hij in zijn producten stopt, en uit welke stoffen het mengsel bestaat, maar niet hoeveel van welke stof je dus precies binnenkrijgt.
‘Als een supplement 300 milligram van een proprietary blend bevat, en die blend uit tien verschillende ingrediënten bestaat, dan zal er per ingrediënt misschien 30 milligram in die blend zitten’, legt supplementenkenner Will Brink uit op zijn website. ‘Maar jammer genoeg geldt voor de meeste bestanddelen van supplementen dat 30 milligram geen enkel effect heeft.’
Zie ook #1.
#3
Extracten van volslagen onbekende planten
Bedenkers van supplementen speuren in de wetenschappelijke literatuur naar studies over bijzondere effecten van exotische extracten. Hoe exotischer, hoe beter. Ze zoeken naar bijvoorbeeld extracten met een stimulerende en pijnstillende werking voor preworkoutproducten, naar stoffen die de afgifte van testosteron en andere anabole hormonen verhogen voor spierversterkende producten en naar natuurlijke verbindingen die vetcellen saboteren.
Humane studies naar de effecten van extracten zijn er vrijwel nooit, maar dankzij het internet weten de supplementenmakers wel de hand te leggen op reageerbuis- en proefdieronderzoek. Ze vinden bijvoorbeeld een reageerbuisstudie waarin het extract van de plant Boerhavia diffusa uit India het vrouwelijke hormoon estradiol blokkeert, of een dierstudie waarin toediening van een extract van Blepharis edulis de testosteronspiegel verhoogt. Dus stoppen ze die bestanddelen in supplementen die gebruikers een verhoogde testosteronspiegel, meer spieren en minder vet beloven.
Uiteraard is het nog maar de vraag of die supplementen werken. Een stof die allerlei leuke dingen doet in een reageerbuis doet dat in 9 van de 10 gevallen niet in een levend wezen, en mensen nemen allerlei actieve stoffen uit planten minder goed op dan laboratoriumdieren. Bovendien werken onderzoekers die dierproeven doen met extracten vaak met forse doseringen. Als je de dosis Blepharis edulis-extract, die nodig is om in laboratoriumdieren de testosteronspiegel een beetje te verhogen, omrekent naar een volwassen mens, dan kom je bijvoorbeeld op 4 gram. Zoveel zul je in een supplement niet vinden. Daarin vind je hooguit enkele tientallen milligrammen extract.
En eigenlijk is die onderdosering nog een geluk bij een ongeluk. De veiligheid van al die exotische extracten is nooit onderzocht, dus voor hetzelfde geld zijn die o zo interessante stoffen uit het Zuid-Amerikaanse regenwoud of het Himalayagebergte giftig. In Amerika kunnen enkele honderden gebruikers van het afslanksupplement OxyElite erover meepraten. Toen de fabrikant een obscuur extract uit een Aziatische boom in het OxyElite stopte, kregen zij een leverafwijking. Drie gebruikers hadden een levertransplantatie nodig, en één gebruiker overleed.
#4
Ongewone vormen van bekende stoffen
Supplementenmakers proberen je niet alleen te verblinden door idioot veel stoffen in hun poeders en capsules te stoppen, of door te schermen met exotische namen. Ze proberen je ook te imponeren door met ‘verbeterde’ versies van beproefde stoffen op de proppen te komen. In plaats van leucine stoppen ze bijvoorbeeld leucine-methylester of leucine-orotaat in hun producten, en in plaats van creatine creatine-malaat of – even diep ademhalen – ‘polyethylene glycosylated creatine’. Of die ‘verbeterde versies’ inderdaad beter werken is bijna nooit onderzocht. Een uitzondering op die regel zijn de creatines – en uit die studies blijkt dat het oude vertrouwde creatine-monohydraat net zo goed of zelfs beter presteert dan zijn ‘verbeterde versies’.
#5
Onwaarschijnlijke namen
De meeste ervaren bodybuilders en fitnessfanaten zijn goed op de hoogte. Ze lezen blogs, tijdschriften en fora, en weten vaak al snel of een supplement teleurstelt. Je zult anno 2015 nog maar weinig bodybuilders kunnen wijsmaken dat Tribulus terrestris of een extract van brandnetel hun testosteronspiegel verhoogt. Dus wat doe je dan als supplementenmaker? Je stopt een tribulusextract in je product, en je vermeldt op het label dat er 26-0-beta-1-glucopiranosil, 22-hydroxifurost-5-en-3-beta,26diol, 3-0-beta-diglucoramnoside in je supplement zit. Dat is een wetenschappelijke naam voor protodioscin, een bestanddeel van tribulusextracten. En dat brandnetelextract zet je op het label als (2r,3r)-2,3-bis[(4-hydroxy-3-methoxyphenyl)methyl]butane-1,4-diol;(3R,4S,5S,6R)-6-(hydroxymethyl)oxane-2,3,4,5-tetrol. Dat is weer een andere naam voor secoisolariciresinol, een stof in brandnetels. Je zou er jeuk van krijgen.
Als je zulke overdreven complexe namen aantreft op het etiket van een supplement, dan betekent dat waarschijnlijk dat de fabrikant je zand in de ogen wil strooien. Hij gaat ervan uit dat je bereid bent meer geld te betalen voor (2r,3r)-2,3-bis[(4-hydroxy-3-methoxyphenyl)methyl]butane-1,4-diol;(3R,4S,5S,6R)-6-(hydroxymethyl)oxane-2,3,4,5-tetrol dan voor gedroogde brandnetels…
De moraal van het verhaal: bestudeer de ingrediënten en gebruik je gezonde (wantrouwende) verstand.
Meer over de zin en onzin van sportsupplementen lees je hier.