Het lange staartje van methylhexanamine
Terwijl dopingtests de ene na de andere sporter betrappen op een efedrine-achtige substantie merken nu ook eigenaars van sportscholen dat er een obscure stimulerende verbinding is teruggekeerd. Het doopceel van methylhexanamine gelicht.
‘Je zou voor de grap eens moeten komen kijken’, vertelt een eigenaar van een sportschool die liever anoniem wil blijven. ‘Je weet niet wat je ziet. De jongens trainen in een verschrikkelijk hoog tempo, maken veel sets en gebruiken nog flinke gewichten ook. Op zich is daar niks mis mee, maar ze lopen te zwiepen op een manier waarvan ik het Spaans benauwd krijg. En ze zijn luidruchtig. Het is alsof ze aan het housen zijn. En ik maak me sterk dat ik niet de enige sportschoolhouder ben die met dit fenomeen te maken heeft.’
Als de eigenaar zijn klanten vraagt wat er in hemelsnaam met ze is gebeurd, krijgt hij workoutsupplementen in zijn handen gedrukt die je gewoon kunt kopen in sportzaken. Het zijn supplementen die de trainingsintensiteit moeten bevorderen. Meestal zitten er in zulke producten onschuldige stoffen als creatine, cafeïne of arginine, maar in deze supplementen zit een onduidelijke verbinding die de ene keer methylhexanamine heet, en de andere keer geranamine, 1,3-dimethylamylamine, geraniumolie, geranium-extract of 2-amino-4-methyl-hexaan. Webwinkels verkopen de stof sinds kort ook apart, als capsule of tablet. EigenKracht.nl heeft er al eerder over geschreven.
Stimulerend middel
Methylhexanamine is een stimulerend middel dat qua werking veel weg heeft van verboden stimulantia als amfetamine of efedrine, maar er qua chemische structuur niet op lijkt. Efedrine en amfetamines lijken op het natuurlijke pephormoon adrenaline, en zijn eigenlijk allemaal variaties op het tyrosinemolecuul. Methylhexanamine is een amino-alkaan: een simpel sliertje van koolstofatomen met een methyl- en aminogroep eraan.
Al in 1910 ontdekten Britse farmaceutische onderzoekers dat sommige amino-alkanen een oppeppende werking hebben. Toen onderzoekers van farmaceut Eli Lilly in de eerste jaren van de tweede wereldoorlog verder gingen met dat onderzoek, ontdekten ze in proeven met katten en later met honden dat methylhexanamine drie keer krachtiger is dan natuurlijk adrenaline. In 1942 vraagt Lilly patent aan op het nieuwe stimulantium, dat in 1949 als Forthane op de markt komt. Het is bedoeld als een medicijn tegen een verstopte neus.
Door de mazen geglipt
Het voordeel van Forthane is dat het minder bijwerkingen heeft dan de dan nog legale amfetamines. De bijwerkingen van methylhexanamine zitten tussen die van amfetamine en efedrine in, vertelt Lilly in 1950 in het medische tijdschrift JAMA. Gebruikers kunnen last krijgen van hoofdpijn, nervositeit en beven. En efedrine is in Nederland sinds 2004 niet meer vrij verkrijgbaar, en daarmee als ingrediënt in supplementen verboden.
In de jaren tachtig verdwijnt methylhexanamine van de markt. De amfetamines zijn dan al verboden nadat duidelijk werd dat ze niet alleen energie geven maar ook verslavend zijn en psychische ziekten veroorzaken. Op de lijsten van verboden stoffen die overheden hanteren komt methylhexanamine echter niet voor. De samenstellers zien hem over het hoofd. Chemici met een neus voor zaken echter niet.
Op de dopinglijst
En de wetenschappers van de dopingautoriteit WADA ook niet. Hoewel methylhexanamine wettelijk nog geen verboden stof is, en hoewel niet duidelijk is of methylhexanamine net zo gevaarlijk is als efedrine of amfetamine, nemen ze geen enkel risico. Als ze in 2009 merken dat methylhexanamine is teruggekeerd, zetten ze de verbinding alsnog op de dopinglijst.
Bij de meeste supplementen die deze stof bevatten wordt geen melding gemaakt van het feit dat methylhexanamine op de dopinglijst staat. Vraag het maar aan de Vlaamse wielrenner Rudy Taelman, die een paar weken geleden een schorsing van een jaar aan zijn broek kreeg. Hij had een supplement gebruikt waarin deze stof zat. Misschien wordt het tijd om methylhexanamine eens hard aan de staart te trekken.