De feiten over fitness
Fitness, in de vorm van aerobics, krachttraining en cardiofitness, bestaat in Nederland iets meer dan een kwart eeuw. Opmerkelijk genoeg was er tot nu toe nauwelijks iets bekend over deze populaire manier van sporten. Onlangs echter werden met de presentatie van een wetenschappelijk onderzoek van het Mulier Instituut de harde feiten over fitness in Nederland onthuld. Lees en huiver.
De afgelopen twee jaar gingen er nogal lovende berichten rond over de ongekende groei en populariteit van fitness en aerobics in Nederland. Die berichten waren gebaseerd op onderzoek van Gfk en Deloitte in opdracht van de International Health, Racquet & Sportsclub Association, een internationaal samenwerkingsverband van fitnesscentra. Zij publiceren sinds 2006 het IHRSA European Market Report. De werkelijkheid bleek iets minder rooskleurig, zo toonde het onlangs gepubliceerde wetenschappelijke onderzoek De Fitnessbranche 2007 van het WJH Mulier Instituut aan.
City Slickers
Dat er nog steeds mensen zijn die denken even snel rijk te worden
met een fitnesscentrum, blijkt wel uit de toename van het aantal
fitnesscentra. Er zijn er nu ruim tweeduizend. Dat is meer dan
tot nu toe werd aangenomen. Twintig jaar terug waren er slechts
een kleine 400 centra. Vooral na 1996 heeft de fitnessbranche een
flinke groeispurt doorgemaakt; bijna de helft van de centra is na
2000 geopend. In 2006 alleen al is het totaal aantal centra met
14 procent toegenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat
betekent dat het gemiddeld aantal leden per fitnesscentrum lager
is dan uit de IHRSA-rapporten bleek. Als je vandaag of morgen
weer je cluppie binnen loopt, heb je de kans
negenhonderdvijfenvijftig anderen tegen te komen die net als jij
aan het ijzer willen of hun zolen willen slijten op de loopband.
Da’s druk, maar minder druk dan de vijftienhonderd die volgens de
genoemde onderzoeken zich samen met jou in de kaartenbak van een
fitnesscentrum bevonden. Voor de rekenaars, in totaal zijn
1.950.000 Nederlanders van twaalf jaar en ouder lid van een
fitnesscentrum. Dat komt overeen met veertien procent van die
populatie. Dat percentage is nog iets hoger, omdat er ook buiten
fitnesscentra gefitnesst wordt.
De kans dat je ze daadwerkelijk tegenkomt op het moment dat jij
met je workout begint, hangt van een aantal zaken af. Zo blijkt
uit ander onderzoek dat een lid van een fitnesscentrum gemiddeld
1,1 keer per week een workout doet. Verder maakt het onderzoek
van het Mulier Instituut duidelijk dat lokatie ook een rol
speelt. ‘In de gemeenten Bennebroek en Landsmeer is het
percentage huishoudens waarin één of meer leden deze sporten
beoefent zelfs het hoogste van Nederland met 41 procent
respectievelijk 36 procent. Maar ook in de gemeenten
Bergschenhoek (34%) en Aalsmeer, Beuningen, Goirle en Duiven
(alle 33%) wordt veel aan conditietraining en (cardio)fitness
gedaan. Bijna de helft van de fitnesscentra staat in Noord- of
Zuid-Holland en bijna de helft van alle fitnessers woont in een
sterk verstedelijkt gebied.' Een mogelijk programma als ‘Boer
zoekt Aerobicster’ lijkt een moeizame speurtocht te worden.
Slechts tien procent van de plattelanders doet iets aan fitness
of aerobics.
Pegels en peentjes zweten
Er wordt nogal geklaagd over de prijzen die fitnesscentra vragen
voor een abonnement. Ook dat hangt weer een beetje af van waar je
woont. Gemiddeld kost een maandabonnement (los van een gemiddelde
inschrijfprijs van zesendertig euro) drieënveertig euro. Da’s
veel als je 1,1 keer per week gaat, dat valt mee als je je
peentjes wat vaker laat zweten. In Groningen en Flevoland betaalt
men vaker een gemiddeld tarief van tussen de 10 en 30 euro. In
Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant is fitness relatief
het duurst. Daar ben je vaak meer dan 50 euro kwijt aan een
maandabonnement. Op basis van deze tarieven en het aantal klanten
van fitnesscentra wordt de gemiddelde jaaromzet van centra uit
contributie geraamd op 410.000 euro.
En ben je één van die hard werkende instructors, denk bij je
volgende salarisonderhandeling dan even aan het volgende.
Omgerekend naar contributie-omzet per fte, haalt je baas per full
time arbeidskracht zo’n 72.000 euro per jaar binnen. En voor de
rekenaars; ‘Wanneer we de gemiddelde inkomsten van 410.000 euro
per jaar vermenigvuldigen met het totaal aantal fitnesscentra
(2.041), komt de fitnessbranche op een maandomzet van 83.681.000
euro uit. Op jaarbasis (berekend met 10 maanden betalende leden
in een jaar) kan de totale omzet van de fitnessbranche op basis
van contributies worden geraamd op bijna 837 miljoen euro.’ Dat
zijn inderdaad een hoop pegels.
Het rapport is hier te bestellen.