Obesitax: werkt belasting op de vette bek?
Een recordaantal Nederlanders worstelt met overgewicht en vetzucht. Omdat dat gepaard gaat met allerlei gezondheidsklachten, drukken dikkerds zwaar op de schatkist. Gezondheidseconomen vinden daarom dat het de hoogste tijd is voor een extra belasting op patat, kroketten, cola en andere favoriete junkfoodartikelen. Wie trek heeft, moet zijn grote patat met mayo nu kopen, want morgen is het misschien ‘patatje oorlog’!
Steeds dikker
We eten er meer dan goed van, maar bewegen ho maar. Het
prijskaartje dat hangt aan die sedentaire levensstijl, zoals
weinig bewegen en flink bunkeren officieel heet, is een
recordaantal Nederlanders dat worstelt met overgewicht en
vetzucht. Volgens het Centraal Bureau Statistiek was in
1996 42% van de mannen te zwaar, en van de vrouwen meer dan 38%.
Ernstig overgewicht of vetzucht blijkt bij vrouwen vaker voor te
komen dan bij mannen. Over de gehele linie geven de jongste
cijfers aan dat bijna de helft van de Nederlanders te dik is, en
concluderen de CBS-onderzoekers dat overgewicht de belangrijkste
welvaartsziekte van het Westen dreigt te worden.
Het horrorscenario is een verdere ‘veramerikanisering’ van
Nederland ook in dit opzicht. In de Verenigde Staten neemt
vetzucht nu al epidemische vormen aan. Bijna 30% van de
Amerikaanse mannen is veel te zwaar en van de vrouwen is een
kwart veel te zwaar. Nergens zie je meer dikke mensen dan in het
land van fastfood en hamburgers. Er moet dus wat gebeuren, maar
wat? Is een belasting op de vette bek (obesitax, zeg maar) de
oplossing?
Obesitax en de calculerende burger
Omdat dikkerds vanwege allerlei chronische gezondheidsklachten
zwaarder op de schatkist drukken dan de magere medemens, gaan er
in medische en economische kringen steeds meer stemmen op, om
mensen op creatieve manier van hun vette bek af te houden. De
jongste aanbevelingen gaan vooral richting een accijns op vette
happen. Hang aan een kroket een prijskaartje van 5 Euro en de
consumptie van zowel de kip- als goulashkroket zal sterk dalen.
Doe hetzelfde met bitterballen, frieten en frikadellen, en neem
gelijk de kroepia en de berenhap mee, en sla je slaatje! Hoe
vetter het product, hoe hoger de accijns. Het zijn vooral de
gezondheidseconomen die denken dat een eenvoudig mensbeeld als de
calculerende burger hier uitkomst kan brengen.
Jammer is alleen dat die naar vet snakkende smulpaap door het
minder frequenteren van McDonalds, Bram Ladage of de lokale
snackcorner, en het links laten liggen van de chips en zoutjes in
de supermarkt, nog geen slanker mens hoeft te worden. Door het
broodje gezond wat dikker met kaas te beleggen, komt ie aan
hetzelfde vetpercentage als een hamburger.
Hoogleraar Katan, een van de belangrijkste voedingswetenschappers
van Nederland, vindt het voorstel regelrecht onzin. “Het is leuk
voor de overheid om aan te verdienen. Maar het is een misverstand
dat je dik wordt van vet. Je wordt dik van calorieën. Dan zou je
belasting moeten heffen op allerlei producten die flink wat
calorieën bevatten. Maar dat zijn er nogal wat, en dan wordt ook
het eten flink duurder. Het probleem is verder eigenlijk ook niet
zozeer dat we teveel eten, maar dat we meer eten dan we
verbruiken. Dus als je prikkels wilt verzinnen, zou je dan
evengoed een accijns kunnen heffen op liften en roltrappen.”
Minder eten, meer verbruiken
Volgens professor Klaas Westerterp, dé specialist op het gebied
van energie-opname en -verbruik, werkt op de lange termijn alleen
een betere verhouding van energieverbruik en energie-inname. Met
andere woorden: niet meer calorieën in je hoofd steken dan je
verbruikt. Wanneer mensen normaal zouden eten en wat meer
beweging zouden ‘sprokkelen’, zoals hij het loopje naar de
winkel, wat vaker de fiets in plaats van de wagen en het links
laten liggen van lift en roltrap, noemt, zouden we er heel wat
beter voor staan. “Kijk maar eens rond in openbare gebouwen. Daar
zie je mensen in de kracht van hun leven de lift pakken, terwijl
ze één etage hoger moeten zijn. Je ziet het ook aan de weerstand
die er bestaat tegen een autovrije zondag per maand. Een geweldig
initiatief om mensen weer wat meer besef voor beweging bij te
brengen. De overheid zou hier meer een voortrekkersrol moeten
spelen. Met een mooie slogan als ‘Pak wat vaker de benenwagen’ of
zoiets.”
Volgens Westerterp draagt sport zeker bij om mensen tot bewegen
te brengen, maar wordt helaas veel te vaak gedacht, dat je je uit
de naad moet sporten om op gewicht te blijven. “Hoeft helemaal
niet. Kleine veranderingen onderdeel maken van je dagelijks leven
is op de lange termijn veel succesvoller.” Westerterp plaatst
hier terecht een kritische kanttekening bij de rol van de
sportschool, maar de sportschool blijft belangrijk, en wel om
twee redenen: a) het geeft mensen de gelegenheid wat aan hun lijf
en gezondheid te doen en b) uit onderzoek blijkt dat afslanken
onder begeleiding het beste werkt. De fitnessbranche, echter, kan
niet rechttrekken wat fundamenteel krom is in de samenleving (de
ongunstige verhouding energie-opname/energieverbruik).
Wie is verantwoordelijk?
Westerterp en in feite ook Katan, zeiden het al: de overheid kan
en moet een voortrekkersrol spelen, en met een obesitax lukt dat
niet. Het mensbeeld achter die maatregel is een typisch
neo-liberaal mensbeeld (excuses voor de filosofie) waarin de mens
reageert op ‘prikkels in de portemonnee’ en bij onvoldoende
reageren op die prikkels de dikke buik gewoon ‘eigen schuld’ is.
Neo-liberalen zijn ook niet dol op overheden die een
voortrekkersrol spelen, en rekenen sterk op het ‘zelfreinigende
vermogen’ van bedrijven. Maar die vinden juist dat ze niet
verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor het overgewicht van
de burger. Het vervelende is, dat de congressen en symposia
waarbij de verschillende partijen elkaar ontmoeten
(voedingsindustrie, overheid, maatschappelijk organisaties) tot
op heden niet echt veel hebben opgeleverd, behalve de
constatering dat overgewicht een complex probleem is en dat de
verantwoordelijkheid ervoor heen en weer geschoven wordt.
Een belangrijke stap vooruit zou zijn, wanneer in plaats van de
‘eigen schuld, dikke buik’- filosofie, een ander opvatting over
‘vrijwillig handelen’ gangbaar zou worden. De huidige opvatting
gaat als volgt: iemand handelt vrijwillig als anderen hem niet
dwingen tot een bepaalde keuze. Met andere woorden, niemand is
verplicht die vette happen in de school- en kantoorkantine te
eten, je hoeft de lift niet te nemen, je kan de auto laten staan,
je kan zelf besluiten dagelijks een uur matig inspannend te
bewegen, etc. Het resultaat is bekend.
Een andere opvatting is: iemand handelt vrijwillig als hij in een
goede positie verkeert om een keuze te maken. Vette happen op
school en kantoor, te weinig lichamelijke opvoeding, te weinig
maatregelen om de auto te laten staan en de benenwagen te
gebruiken, te weinig overeenstemming tussen overheid, industrie
en maatschappelijke organisaties over de aanpak van overgewicht.
Kortom, een maatschappelijk klimaat waarin ‘de buik’ een beetje
heen en weer geschoven wordt en mensen niet in een goede positie
verkeren gezonder te eten en meer te bewegen.
De filosofie van ‘eigen verantwoordelijkheid’ en als je die niet
neemt zullen we je frikadel wat duurder maken om de kosten van de
gezondheidszorg niet uit de pan te laten rijzen, moet vervangen
worden door ‘gezamenlijke verantwoordelijkheid’ waarbij de
verschillende partijen elkaar niet ‘de buik’ toespelen.