Bescheiden in de Bulk II: de voedingsverhoudingen
Wie wil groeien moet hard trainen en heel flink eten. Het is echter niet de bedoeling er zomaar wat extra calorieën op te gooien. Het hele voedingsprogramma moet onder de loep. Koolhydraten, eiwitten en vetten: voedingsverhoudingen zijn van eminent belang voor wie bescheiden in de bulk wil.
Bulkgoederen: spiermassa en spek
Wie in de bulk wil - die klassieke uitdrukking voor de combinatie
van extra voeding en massatraining - moet natuurlijk vreselijk
oppassen voor overtollige bulk. Voor je het weet springt je
lichaamsvetpercentage met sprongen omhoog. Vooral wie makkelijk
vet opbouwt moet heel voorzichtig zijn met het opvoeren van
calorieën. De bedoeling is toch vooral dat de extra kilo’s
‘kwaliteitskilo’s’ zijn, dat wil zeggen, met zo min mogelijk spek
erbij. En voor je het weet zit je met een ‘meer’ dat achteraf een
‘teveel’ blijkt te zijn. In de vorige aflevering van ‘Bescheiden
in de Bulk’ hebben we hiervoor al het onderscheid tussen ‘bruto’
en ‘netto’ spiermassa ingevoerd.
Spiermassa bestaat voor 70% uit water, 22% eiwit, en de rest is
vet, koolhydraten en mineralen. Omdat spieren voor het grootste
deel uit vocht bestaan, ligt de totale calorische waarde van 1 kg
spiermassa op ongeveer 1600 calorieën. Uit onderzoek blijkt, dat
er ongeveer 5-8 kcal nodig zijn om 1 gram spierweefsel op te
bouwen. Laten we even uitgaan van gemiddeld 6½ kcal. Uitgaande
van een ½ kg spiermassa per week heb je een extra consumptie
nodig van 3250 kcal per week, wat een kleine 500 kcal per dag is.
In een periode van 12 weken kun je dan theoretisch 6 kg
spiermassa opbouwen. Let wel: het is theoretisch, het zal
afhangen van de mate van getraindheid en geslacht. Bovendien zit
bij spiermassawinst ook altijd wat spek.
Surplus sans rancune
Voor de ontwikkeling van een meer (extra spiermassa) zonder spijt
achteraf (surplus sans rancune) is het niet genoeg om er domweg
500-800 kcal per dag bovenop te gooien. Beter is het om de
kwaliteit van het hele voedingsprogramma en met name de
voedingsverhoudingen nog eens onder de loep te nemen. Er bestaan
veel verschillende ideeën over de verdeling van koolhydraten,
eiwitten en vetten. In de geschiedenis van bodybuilding en
krachtsport heeft het accent ook heel wisselend op de
verschillende macronutriënten gelegen. Eiwitrijke perioden
wisselden zich af met koolhydraatrijke perioden waarin eiwit weer
van ondergeschikt belang was. Op dit moment is de stand van zaken
als volgt:
* Eiwit - aanbevolen wordt 1½ - 2 g eiwit per kg
lichaamsgewicht
* Koolhydraten – 55 - 65% van de dagelijkse calorische
consumptie
* Vet – 20 - 30% van de dagelijkse calorische consumptie
Om een zo hoog mogelijke kwaliteit van de opgebouwde spiermassa
te garanderen, moet je met betrekking tot de voedingsverhoudingen
met de volgende zaken rekening houden:
* Eiwitten – ga niet boven de 2 g eiwit per kg lichaamsgewicht.
Uit onderzoek blijkt dat overschrijden van deze bovengrens de
opbouw van spiermassa kan tegenwerken. Schenk verder aandacht aan
de kwaliteit van de eiwitten. Dierlijke eiwitten zijn beter dan
plantaardige eiwitten, maar let op het vetgehalte van de
dierlijke eiwitten.
* Koolhydraten – behalve bij het snel aanvullen van de
glycogeenspiegels na de training, moet het merendeel van je
koolhydraatconsumptie bestaan uit complexe (langzame)
koolhydraten. Die geven een stabiele bloedsuikerspiegel en
voorkomen dat de vetopslag omhoog gaat.
* Vetten – probeer het percentage verzadigde vetten in de voeding
laag te houden en doe verder je voordeel met enkel- en meervoudig
onverzadigde vetten.
Tot slot: de ene stofwisseling is de andere niet. Wie makkelijk
vet opbouwt doet er verstandig aan het bulkprogramma nog
bescheidener te benaderen: dus eerder 350 kcal per dag extra dan
650 kcal. Kortom, wie extra calorieën wil consumeren om te
groeien, doet er verstandig aan niet zomaar een eiwitshake of een
weight gain shake bovenop de bestaande calorische consumptie te
nuttigen, maar de voeding en voedingsverhoudingen nog eens
grondig onder de loep te nemen. Leer jezelf kennen. Voor de
opbouw van een ‘surplus’ waarbij je niet in wrok hoeft om te
zien.