De anabolenhandel anno 2020
Het is niet niets, dat rapport over de anabolenhandel in Nederland dat op 13 december verscheen. Ook als je goed op de hoogte bent wat er allemaal in het schimmige anabolenwereldje gebeurt, staan er op de 229 bladzijden van het verslag dingen waarvan je haren recht overeind gaan staan.
Het rapport waarover we het hebben heet Sterk Spul | Aard, omvang en ernst van de dopinghandel in Nederland, en het is gemaakt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Onderzoekers van Bureau Beke en de Vrije Universiteit Amsterdam staken onder meer hun licht op bij de politie, de douane, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de NVWA. Ze gingen langs bij sportscholen, spraken natuurlijk met gebruikers en handelaren en pluisden het internet uit. Na een jaar van noeste arbeid produceerden ze een lezenswaardig rapport dat je hier integraal kunt lezen.
Het rapport weerspreekt een paar hardnekkige mythes over het anabolencircuit die je in sportschoolkringen veelvuldig hoort langskomen. We bespreken er vier.
#1 De handel in anabolen is liefdewerk-oud-papier
Je zal ze de kost moeten geven, de dealers die vertellen dat ze handelen in anabolen omdat ze er voor willen zorgen dat sporters ‘gewoon goede spullen’ in handen krijgen. “Voor het geld doe ik het niet”, zeggen ze.
Nou, dat zou wel eens kunnen kloppen. Er lopen verschrikkelijk veel handelaren rond die weinig overhouden aan hun activiteiten. Maar in de anabolensector als geheel gaan flinke bedragen om. Dat je daar buiten het sportschoolcircuit weinig over hoort, komt omdat opsporingsdiensten de aanpak van de anabolenhandel vaak niet de hoogste prioriteit kunnen geven. Maar de keren dat de diensten in actie kunnen komen, rapporteren ze resultaten die zonneklaar maken dat anabolica big business is. In 2019 coördineerde Europol bijvoorbeeld Operatie Viribus, waarbij agenten negen Europese ondergrondse fabriekjes oprolden die anabolen produceerden. Agenten arresteerden meer dan tweehonderd mensen en namen 24 ton anabolenpoeder in beslag.
Nee, de anabolenhandelaar in jouw gym wordt misschien niet rijk van zijn handel. Maar ergens anders, buiten het blikveld van gebruikers en kleine dealers, verdienen sommige mensen heel, heel veel geld aan anabolica.
#2 De meeste anabolen komen uit Azië
Jazeker, de douane onderschept elk jaar weer tientallen zendingen met anabolen. Ze komen uit landen waar de overheid anabole steroïden op één lijn stelt met onschuldige middelen als aspirine of paracetamol. In Azië, Zuid-Amerika en het Midden-Oosten vind je nog zulke landen. Vooral uit India komen preparaten met anabole steroïden ons land in, aldus het rapport.
Maar het gros van de anabolen die Nederlandse bodybuilders en fitnessfanaten gebruiken is toch heus geproduceerd binnen de EU. En naar schatting dertig procent is zelfs afkomstig van illegale fabriekjes of werkplaatsen binnen de Nederlandse landsgrenzen.
De Belgische politie heeft, zo lees je in het rapport, de stellige indruk dat Nederlandse werkplaatsen een belangrijk deel van de Belgische anabolenmarkt bevoorraden. Nederland is een productieland van anabolen geworden.
Anabolen hebben dezelfde ontwikkeling doorgemaakt als harddrugs. In de jaren vijftig en zestig kwamen amfetamines en vergelijkbare stoffen nog uit de farmaceutische industrie, nu komen ze uit druglabs. Volgens het rapport komt tachtig procent van de anabolen niet meer uit farmaceutische bedrijven, maar uit werkplaatsen die anabole steroïden in zuivere vorm omzetten in injectievloeistof of tabletten, en die verpakken in flesjes, blisters, potjes en doosjes.
#3 Anabolen komen steeds vaker uit 'underground labs'
Op het web heten de werkplaatsen die anabolica produceren ‘labs’. Als je het rapport hebt gelezen, dan weet je dat die term niet klopt. Bij de term ‘lab’ of ‘laboratorium’ denk je aan goed opgeleide mensen die weten wat ze doen en volgens strikte richtlijnen te werk gaan. De overweldigende meerderheid van de ‘underground labs’ heeft daar niets mee te maken.
Er zijn misschien wel honderden anabolenwerkplaatsen in Nederland, stelt het rapport, of in ieder geval tientallen. De meeste werkplaatsen zijn waarschijnlijk klein. De onderzoekers spraken met iemand die zelf anabolen heeft gemaakt, en die vertelt dat ‘een badkuip of een zolderkamer al kan volstaan als productieplaats’. Maar er zijn ook grotere operaties, waarin in totaal tonnen zijn geïnvesteerd. De politie is die werkplaatsen tegengekomen in industrieloodsen, compleet met mengmachines voor poeder, tabletteermachines, coatingmachines en telmachines. Zulke machines kosten tienduizend euro’s.
En ondanks dat er in die loodsen prijzige vacuümpompen, industriële droogkasten, crushers, stempels en weegschalen aanwezig waren, was de bedrijfsvoering vaak niet om over naar huis te schrijven. Agenten vonden in productieruimten, niet goed afgesloten en vieze potten en apparaten die niet goed waren schoongemaakt. Van steriele productie was geen sprake. Soms gebruikte de werkplaats bij het maken van injectievloeistof zelfs limonadeflessen. Als je dan ook nog leest dat agenten in zo’n werkplaats een clenbuterolpreparaat vonden met maar liefst 8 keer meer actieve stof dan op het etiket stond, dan zal je dat nauwelijks verbazen.
De organisaties die zulke grote werkplaatsen hebben opgezet, produceren vaak ook geneesmiddelen als slaapmiddelen en maagzuurremmers, drugs als GHB en amfetamine, telen cannabis, en zijn betrokken bij het witwassen van geld. Bij sommige werkplaatsen vonden agenten vuurwapens en benodigdheden voor plofkraken.
#4 Anabolenhandelaren worden steeds crimineler
Criminele organisaties hebben de productie van anabolica ontdekt als bedrijfstak. Net zoals ze geld verdienen aan drugs, verdienen die organisaties ook aan het in elkaar flansen van anabolica. Criminele netwerken weten heel goed dat ze geld kunnen verdienen in de anabolenhandel, en dus zie je dat die hun werkveld uitbreiden naar de anabolica. In het rapport kun je bijvoorbeeld lezen over een buitenlandse anabolenhandelaar die is opgepakt ‘nadat er drie van zijn tussenhandelaren onder verdachte omstandigheden waren verdwenen’.
Gelukkig zijn dit nog steeds uitzonderingen, stelt het rapport. De meeste handelaren in het sportschoolmilieu zijn nog steeds de anabolenhandelaren van weleer, die bezig zijn met de sport en zelf gebruiken wat ze hun klanten aanbevelen. Je kunt dus niet zeggen dat ‘de’ anabolenhandelaren crimineler worden. Wel dat steeds meer criminelen (ook) anabolenhandelaar worden.
De dopinghandel is een serieus probleem, besluiten de schrijvers van Sterk Spul. Al tien, twintig jaar geleden was er in het anabolenmilieu al genoeg om van wakker te liggen. Sindsdien is de situatie niet verbeterd. Er zijn nieuwe spelers op de markt. En het zijn geen sportieve jongens.