De schuld van je moeder (2)
Als je meer energie inneemt dan je gebruikt, slaat je lichaam dat op als (overtollig) lichaamsvet. Dat is een beer van een feit, dus daar valt wetenschappelijk weinig eer meer aan te behalen. De laatste tijd worden er echter steeds meer genetische en externe factoren betrokken bij de vraag, waarom hebben sommige mensen overgewicht en anderen niet? Met sommige antwoorden valt weinig wetenschappelijke eer te behalen.
Het lijkt de laatste tijd bijna taboe om ‘eigen schuld, dikke bult’ te roepen tegen mensen bij wie meer over de broekband lubbert dan gezond voor ze is. Ligt het niet aan je genen, dan kun je altijd nog de leefstijlomstandigheden de schuld geven of, voor de nostalgici, het is dus altijd nog de schuld van Het Kapitaal. Datzelfde kapitaal is, volgens wetenschappers van Wageningen Universiteit, nu de grootste mede-bestrijder van overgewicht. Of toch niet?
Mama, een Mars!
Wetenschap, we zeggen het hier vaak, is een mooi vak.
Wetenschapper Ir. Pascal Weijzen van de afdeling Humane Voeding
van Universiteit Wageningen kreeg onlangs de geest en dacht, als
ik proefpersonen een bord met zes repen Mars voor zet en andere
proefpersonen een bord met zeventig Marsjes ter hoogte van een
Smartie, wie zou er dan meer eten tot een aangename verzadiging
is bereikt? Stopwatch aan… en de kleine portie-eters kwam het
snoepgoed eerder de neus uit dan de grote happer. De ingenieur
heeft nog geen verklaring voor het fenomeen gevonden. Hij ‘zoekt
de oorzaak van de extra verzadigende werking van kleinere happen
in de sensorische verzadiging die ontstaat als de hersenen de
prikkels van het eten van voedsel verwerken. Als je iets eet in
kleinere happen geef je kennelijk je hersenen intensiever
prikkels dan als je iets eet in grote hoeveelheden tegelijk.’ Je
moeder wist het altijd al, je moet niet schrokken.
De knabbelaars, zo blijkt uit het wetenschappelijk onderzoek van
de ingenieur, aten gemiddeld zes gram oftewel 26 kilocalorieën
minder dan de happers. Tot zover het onderzoek.
Of dat daadwerkelijk lag aan het formaat, is het volgende
onderzoek. Het kan namelijk ook aan de leefstijlomgeving liggen
of je te dik wordt van snoepen. ‘Onze proefpersonen zaten in een
klein kamertje met een bord voor zich naar een witte muur te
staren. In zo’n omgeving gebeuren er in de hersenen misschien
volkomen andere dingen dan wanneer je voor de tv zit en een zakje
M&M’s openscheurt.’ Je leest meer wetenschappelijke wijsheden
hier.
Mama, een Mars Mini!
Natuurlijk kun je, als je je leven wijdt aan de
voedingswetenschappen, niet even in de supermarkt kijken. Daar
liggen bijvoorbeeld zakken Mars Minis. Politiek correct staat er
tegenwoordig op de verpakking van deze Minis hoeveel je met
kleine hapjes naar binnen werkt. Dat is per reepje van 19,7 gram
89 kilocalorie, waarvan 1,9 gram uit verzadigd vet bestaat. Nu
snappen de mannen van Mars ook wel dat iedere Mini die je inneemt
en niet gebruikt, als lichaamsvet wordt opgeslagen. Vandaar dat
even politiek correct op een zak (430 gram oftewel zo’n 22
reepjes) Mars Minis staat dat je lekker moet gaan buiten spelen, waar je op
die website ziet dat dezelfde Mini nog maar 16,7 gram weegt en 76
kcal bevat, nadat je de
zak hebt geopend. Immers, een Mars Mini dien je ‘Te genieten
binnen een gezonde en actieve levenstijl.’
Of dat spelletjes doen zoden aan de dijk zet, is nog maar de vraag.
Misschien dat de ingenieurs van Universiteit Wageningen eens
kunnen onderzoeken of de leefstijlomgeving waar de Marsspelletjes
gespeeld kunnen worden het knabbelen of het happen bevordert. Bel
ondertussen je moeder, vraag haar de zak Mars Minis goed te
verstoppen en laat Bonnie buiten komen spelen.