EN  |  FR

Biefstuk in de broek

afbeelding bij Biefstuk in de broek

We geven gelijk toe dat de prikkelende titel van het boek ons ertoe bracht het te bespreken. Hoe dat precies zit met die 'biefstuk' (rauw, medium, doorbakken) vertellen we aan het eind. We selecteren een handvol van de 42 mythes in de sport die sportarts Tom Teulingkx en sidekick Marc Geenen deskundig en met de nodige humor onder de loep nemen. Dat ze bij het onderwerp supplementen onze Supplementenwijzer warm aanbevelen heeft mogelijk ook een rol gespeeld.

In de sport circuleren veel verhalen over wondermiddeltjes, voedingssupplementen en trainingstechnieken die je kracht, spiermassa en uithoudingsvermogen beloven, schrijven onze zuiderburen op de achterflap van hun boek ‘Biefstuk in de broek. Feit of Fabel (42 mythes in de sport)’. Daar zijn we het natuurlijk helemaal mee eens en daar schrijven we dan ook geregeld over, bv hier en hier. Kortom, we voelen verwantschap met de behoefte van Teulingkx en Geenen om allerlei stellige beweringen en onzinnige praktijken te relativeren. Hieronder een greep mythes die ook in het fitness niet zelden floreren.

Mythe 5: cafeïne

Bij dit onderwerp maken ze gelijk duidelijk dat cafeïne geen stof is waar je al te licht over moet denken, want stond ooit op de dopinglijst, maar is er in 2004 weer van afgehaald omdat koffie zo verweven is met ons consumptiepatroon. Cafeïne geeft je weliswaar een flinke oppepper, maar mensen die er gevoelig voor zijn kunnen er behoorlijk van op tilt slaan. Beven, trillen, paniek, het is ook voor je sportprestatievermogen niet erg bevorderlijk. Daarnaast kan je visuele informatieverwerking  erop achteruit gaan, en dan hebben we het over doseringen van boven de 3 mg per kg lichaamsgewicht. De snelheid waarmee cafeïne wordt afgebroken in je lichaam (de halfwaardetijd)  varieert van 1,5 tot 9,5 uur en kan je nachtrust aardig verstoren. BB (Biefstuk in de Broek) geeft verder een aardig overzicht van werking en bijwerkingen van cafeïne en de hoeveelheden van de stof in verschillende voedingsmiddelen. Ze sluiten af met  een streng advies voor jongeren onder de 18 jaar, beter geen cafeïne te gebruiken.

Mythe 13: fitnesscentra/sportscholen

Vlamingen gaan naar ‘de fitness’  en Nederlanders naar ‘de sportschool’, maar allemaal belanden ze op dezelfde plek, waar je met allerhande krachttraining- en cardiotoestellen je uithoudingsvermogen en spiermassa kan opvijzelen. Terecht wijzen de schrijvers erop, dat je met weerstandsoefeningen waarbij je het eigen lichaamsgewicht gebruikt je al een heel behoorlijke fysieke ontwikkeling kunt bereiken. Zomaar zonder kennis van krachttraining en zonder behoorlijke begeleiding aan de slag gaan in de sportschool vinden ze een recept voor ellende. Het is dus zaak een fitnesscentrum te vinden waar je degelijke begeleiding krijgt en goede voedingsadviezen. Lukt dat niet, vertrouw voor een fitte fysiek dan op oefeningen met eigen lichaamsgewicht en voor je conditie hoef je helemaal niet op een loopband te staan, joggen en fietsen zijn prima. Naast allerlei tips over training, worden bij dit onderwerp onder andere ook bulken en cutten en zelfs dirty bulking behandeld. Dit laatste draait dan om een voedingspatroon met flink wat junkfood om maar zwaarder te worden. Geen goed plan.

Mythe 38: voedingssupplementen

Zeer kritisch zijn de schrijvers over voedingssupplementen, een megabusiness, vinden ze, waar ‘argeloze consumenten bezwijken voor opgeklopte reclames’. Na een stevige rant over winstbeluste fabrikanten en mogelijke vervuilingen van supplementen, behandelen ze een aantal populaire voedingssupplementen, waaronder vitamine D, magnesium, ijzer, bèta-alanine en creatine. Hun conclusie is dat de doorsnee sporter behalve vitamine D geen supplementen nodig heeft, misschien op creatine na, dat wel zijn nut kan hebben. Ze leggen bij dit onderwerp sterk de nadruk op het raadplegen van een sportdiëtist of huisarts als je voor je sport of gezondheid supplementen wilt gaan gebruiken. En, het gebruik van de Supplementenwijzer App wordt warm aanbevolen.

Mythe 42: biefstuk in de broek

Wie vaak wat langer op de fiets zit, kan problemen met de kont krijgen. Vooral wielrenners kunnen daar schrijnende verhalen over vertellen. Druk op de weefsels onder de zitbotjes, huid die aangetast wordt, steenpuisten en andere ongemakken met het zadel. Een goede fietspositiemeting, een degelijk, comfortabel en aangepast zadel kan veel leed voorkomen. Maar je moet ook ‘zitvlees’ leren ontwikkelen en dat moet met beleid worden opgebouwd. De verschillen in bekken tussen mannen (smallere schaamboog) en vrouwen (bredere schaamboog) worden meegenomen. Vrij uitgebreid komen de sterke verhalen uit de wielrennerij aan bod waarbij ter verzachting van trajecten over kaseien en zandwegen een biefstuk in de broek werd gelegd. Ze houden de mogelijkheid dat dit een broodje aap is open, maar dat biefstukken bij oud-strijders van de wielersport tot hun standaarddieet behoorde, dat geloven ze onmiddellijk.

Biefstuk in de broek. Feit of Fabel? 42 mythes in de sport is een vlot geschreven grabbelton onderwerpen over sport, waar iedereen wel een mening over heeft, maar niet iedereen het fijne van zal weten. Die kennis is hier te vinden.

Dossiers: