In de ban van de buik
Zwembandje, lovehandles, buikje, … er zijn veel verhullende omschrijvingen voor een teveel aan buikvet. Ondanks die vele vriendelijke namen is teveel buikvet, ook als je verder geen overgewicht hebt, slecht voor je gezondheid. Een wasbordje staat dus niet alleen beter, je verkleint er ook je kans op een voortijdige dood mee.
Mannenvet en vrouwenvet
Er is niets mis met lichaamsvet, maar er kan veel mis gaan met een teveel aan lichaamsvet. De aard van het vet is bij mannen en vrouwen gelijk, maar toch zijn er verschillen. Vrouwen hebben meer vet en het zit vaak op andere plekken dan bij mannen. Bij vrouwen zet het (overbodige) lichaamsvet zich vaker vast op de billen, heupen en dijen, terwijl het bij mannen meestal eerst de buikholte vult. De eerste vorm staat bekend als peervormige vetverdeling, de tweede als appelvormige vetverdeling. Vrouwen raken een teveel aan vet moeilijker kwijt dan mannen. Men vermoedt dat dit te maken heeft met het kunnen baren van kinderen. Een teveel aan lichaamsvet zorgt voor nogal wat gezondheidsrisico's als een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en type II diabetes.
Teveel buikvet
Een teveel aan buikvet (visceraal vet of ook wel darmvet genoemd)
is nog gevaarlijker. Dat is het vet dat zich in en rond de
organen in de buikholte vast zet. Het voelt vaak harder aan dan
onderhuids (perifeer) vet. Uit een onderzoek van onder meer prof.
dr. Jaap Seidell onder bijna 13.000 Nederlanders ('Impairment of
health and quality of life in people with large waist
circumference', The Lancet, maart 1998) blijkt dat mannen met een
buikomvang groter dan 102 cm en vrouwen met een buikomvang groter
dan 88 cm een drie tot vier maal groter gezondheidsrisico lopen
dan mannen met een buikomvang van 94 cm of minder en vrouwen met
een buikomvang van 80 cm of minder. Ook een recenter onderzoek
uit 2000 (Janneke Langendonk, 'The influence of body fat
distribution upon hormone kinetics and cardiovascular risk
factors) toont aan dat teveel buikvet een verhoogd
gezondheidsrisico oplevert. Sarah-Joan Pinto promoveerde in
november 2001 aan de Rijksuniversiteit van Groningen op een
onderzoek dat onder meer aantoonde dat mensen met een buikje en
verder geen overgewicht een hoger risico hebben op een
verminderde nierfunctie.
Pak dus een meetlint en kijk of je nog niet in de gevarenzone
zit.
Buikvet weg
Als je leveranciers van bepaalde supplementen of de shopping channels beluistert, dan is het een koud kunstje dat buikvet snel kwijt te raken. Maar zo gemakkelijk gaat het niet. Je kunt niet lokaal afvallen oftewel aan plekreductie doen. Overtollig buikvet verdwijnt alleen als je totale vetmassa vermindert. Dat gaat maar op één manier; minder calorieën eten dan je verbruikt aan energie. Zo'n aanpak gaat ook maar op één manier: langzaam. Door meer te gaan bewegen, versnel je het proces wel. Krachttraining helpt eveneens. Je verbruikt niet alleen calorieën tijdens je krachttraining. Om de toegenomen vetvrije spiermassa te onderhouden, verbruikt je lichaam daarna ook extra energie. Dat kan na een tijdje oplopen tot 500 calorieën per dag.
Receptoren en hormonen
Eén voordeel heeft dat buikvet wel. Het bevat meer en gevoeliger
bèta-receptoren en ongevoeliger alfa-receptoren dan onderhuids
vet. Die zorgen ervoor dat bepaalde hormonen als adrenaline de
vetcellen kunnen afbreken of opbouwen. Hoe gevoeliger je
bèta-receptoren en hoe ongevoeliger je alfa-receptoren, hoe
sneller je afvalt. Door dat afvallen worden die bèta-receptoren
nog gevoeliger. Dat stimuleert de vetafbraak weer meer. Dat is
van positieve invloed op de insulineproductie die een rol speelt
bij het opslaan van vet [zie ook De
Koolhydraatcontroverse].
Het kost even tijd, maar langzaam afvallen is de beste manier die
blijvend resultaat oplevert zonder bijwerkingen.