EN  |  FR

Gerard Martens

Biografie

Gerard Martens (1965) is een van de pronkstukken uit de smidse van krachttrainingsgoeroe Hans Kroon. Gerard groeide op in het stadsdeel Blijdorp en deed aan zwemmen en judo voor de lokroep van het lokale ‘krachthonk’ hem in contact bracht met een trainingsvorm die verregaande fysieke gevolgen zou hebben voor de man die ooit ‘de kleinste van de klas’ was. Anno 2007 heeft Gerard vanwege drukke werkzaamheden wat gas terug moeten nemen, zodat zijn topgewicht van 124 kg met een lichaamsvetpercentage van een procentje of acht een paar kilo onder de 120 kg is gezakt. Ook de snor is verdwenen, en of we daar melding van wilden maken. ‘Om er goed uit te zien heb je helemaal geen snor nodig. Dat had ik eigenlijk veel eerder moeten bedenken.’ Gerard woont samen met zijn vriendin en zoon van 12, nog steeds in het Rotterdamse. Hij is consultant bij een groot IT-bedrijf en ontwikkelt daarnaast ook nog zelf websites.

Training

‘Eerlijk gezegd was ik vroeger niet zo sportief. Ik vond recreatief zwemmen wel leuk en heb een tijdje aan judo gedaan, maar eigenlijk was ik als kind de kleinste van de klas. Echt een onderdeurtje, en ik hield ook al niet van voetballen. En toen ik als puber ineens de hoogte in schoot begon ik een beetje voorovergebogen te lopen. Ik had ook altijd wel last van onderrugklachten. Kortom, helemaal geen sportheld. Toen ik werd opgeroepen voor militaire dienst, koos ik voor de marechaussee, naast de landmacht, luchtmacht en marine, het vierde krijgsmachtonderdeel van het Nederlandse leger. Daar heb ik een half jaar wel een redelijk pittige training gekregen, lopen met volle bepakking, en dergelijke. Het waren de commando’s niet, hoor, maar toch.’

December 1984 vroeg een vriend hem eens mee te gaan naar ‘Krachthonk Noord’, een door de gemeente gesubsidieerde sportschool vlakbij huis. Na twee weken gaf de vriend er de brui aan, maar Gerard had zijn stiel gevonden. ‘Ik ben gelijk 6 x per week gaan trainen. We trainden dan op een 3 dagen splitschema, zeg maandag borst, schouders, triceps, dinsdag rug, biceps en buik en woensdag benen. Dan hetzelfde programma weer tot zondag, die dan de rustdag moest zijn. Ik was 1.94 m en woog 84 kg. Dat lijkt veel, maar je kon mijn ribben tellen. Na een jaar training was ik acht kilogram aangekomen. Het zat vooral in de snelle ontwikkeling van mijn benen. Armen ging ook wel goed, borst heb ik veel voor moeten doen om die op te trekken. Voor de gezondheid van mijn rug, werkte ik veel aan de combinatie buikspieren/onderrug. Het was een hele leuke tijd, ik trainde met de broertjes Raven, twee geblokte jongens die ook heel fanatiek bezig waren. Gingen we na de training ook samen eten. Er hing een hele prettige hardcore trainingssfeer van keihard trainen en volop goede voeding. Van dat zware oerbrood, haverkoeken en bergen kwark. Na een jaar of vier woog ik 116/117 kg en was ik 33 kg aangekomen. Ik ging ook geregeld naar wedstrijden, en dan ga je zitten rekenen…zo van, over een paar jaar sta ik op het wedstrijdpodium met 130 kg droog aan de haak.’

Gerard maakte de klassieke fout geen rekening te houden met de Wet van de Verminderde Spieropbrengst, die zegt dat je na een jaar of drie, vier gedegen training voor elke kilo spiermassa zult moeten knokken omdat de groei dan veel langzamer gaat. ‘Tja, en dan wordt het tijd om weer eens goed naar je training en voeding te kijken. In die tijd trainden we op het Schwarzeneggersysteem. Voor elke spiergroep wel 3-4 oefeningen en dan ook nog eens flink wat sets. Daarnaast liep ik ook nog twee keer per week hard en ging af en toe zwemmen. Dan deed ik stretchoefeningen omdat het vooroordeel tegen bodybuilders was, dat ze stijf zouden zijn. Het was, achteraf gezien, allemaal veel te veel.’

‘Meer afwisseling in de training, minder trainingsdagen en het hardlopen eruit mikken’, daar lag de winst om nog door te kunnen groeien. Verder houd ik van een beetje doortrainen, contact met de spier hebben en ben ik niet bang voor wat meer herhalingen maken (12-15). Sommige dingen ben ik uiteindelijk ook anders gaan doen, maar dat heeft meer met mijn rug te maken. Ik ben er een jaar of tien geleden even uitgeweest voor een hernia-operatie, waarvan ik overigens heel snel ben hersteld. Heel zwaar kniebuigen doe ik niet meer en ook het loeizware legpressen, waar ik echt sterk in was, is wel een tandje minder geworden. Nu heb ik altijd wel rekening gehouden met rug, bankdrukken met de benen van de vloer, bijvoorbeeld, en aandacht hebben voor buik- en onderrugspieren. Tegenwoordig train ik 3-4 keer per week. Drie krachttrainingen en als ik tijd heb ook nog een cardiotraining. Ik weeg momenteel 117 kg en ga nog steeds met plezier naar de training.’

Voeding

‘Om te kunnen groeien moet je hard trainen en natuurlijk veel eten. Ik at dan ook veel én heel erg gezond. ’s Ochtends Brinta plus een paar boterhammen en ook nog eens 20 boterhammen mee naar het werk (het was van dat zware natuurbrood), anderhalve kilo kwark, paar appelen en bananen, ’s avonds een warme maaltijd en ook vaak nog een macaronimaaltijd voor de avondmaaltijd. Ik ging altijd met een tas eten het huis uit. Allemaal van tevoren netje klaargemaakt en nagedacht over de voedingsverhoudingen. Schat mijn calorische inname toen op rond de 4000 calorieën. Dat is een berg eten, hoor, vooral als het om gezonde voeding gaat. Een supplementenman ben ik nooit echt geweest. Wel altijd een paar multivitamientjes, en ik heb ook een tijdje met aminozuren geëxperimenteerd, maar dat was vanwege de kosten toch een beetje gemodder in de marge. Vitamine C ben ik altijd wel een voorstander van geweest. Had ik ooit eens interessante artikelen over gelezen. Ik nam toen wel een gram of zes per dag, maar tegenwoordig houd ik het op 2 gram. En ik gebruik al jaren geregeld creatine. Dat is eigenlijk het enige supplement waar ik wel wat in zie.’

Clean sporten

‘Op het moment dat je die wedstrijden bezoekt en na een jaar of vier, vijf groeien het opbouwen van spiermassa ‘ineens’ een stuk moeilijker gaat, begin je wel te twijfelen. Maar, ik heb altijd getraind om me goed en gezond te voelen. Misschien niet eens zozeer om je beresterk te voelen, maar om echt fit te zijn, dat vond ik een geweldig gevoel. Dat je bergen kan verzetten. Is nog steeds een belangrijke motivatie. Een pittige workout is ook de beste manier om je na een drukke dag te ontspannen. Gezonde geest in een gezond lichaam, dat werk. Ik heb natuurlijk ook door heel hard trainen veel spiermassa weten op te bouwen, had geen anabolen nodig. Iedereen kan clean een goede body opbouwen, als je maar bereid bent om je er voor in te zetten. En in de sportschool van Hans Kroon krijg je ook veel positieve energie om er voor te gaan. Dat is belangrijk, hoor, de omgeving waarin je sport.’