EN  |  FR

Amerika: In de ban van de anabolen

Door Hans Wassink & Bart Coumans


Geachte Dopingautoriteit,

Ik heb jullie artikel in Sport & Fitness, over ‘de toenemende druk op het uiterlijk’, gelezen, en vond het wel interessant. Maar volgens mij is dat bezig zijn met je uiterlijk vooral een kwestie van die hele ‘we zijn de grootste en sterkste van de wereld’ cultuur in Amerika. Die Hollywoodsterren en sporthelden zijn gewoon de reclameborden voor een manier van leven waarbij het altijd gaat om winnen, maakt niet uit of je gebruikt of gelogen hebt, als je maar beroemd bent.

Misschien kunnen jullie daar eens iets over schrijven.

L.

Beste L.,

Je hebt gelijk, die ‘toenemende druk op het uiterlijk’ is gewoon een van de kanten van een cultuur waarin alles in de ‘overdrive’ staat. Er is een oude grap, waarin ‘Uncle Bill uit Amerika’ zijn familie in Nederland bezoekt en bij zijn rondleiding door het kikkerlandje voortdurend roept ‘Bij ons in Amerika is alles beter’. En ook al valt daar veel tegenin te brengen (een op de drie Amerikanen is te dik, bijvoorbeeld), is het zeker waar dat Amerika voor veel landen het grote voorbeeld is. Supermarkten, fastfoodrestaurants en commerciële televisie zijn invloeden die zich makkelijk laten aanvullen met andere, zoals muziek, mode en miljonairs. Nederland heeft de laatste 20, 30 jaar aardig wat Glamourlandachtigs van de machtigste natie ter wereld, het land van de ‘ongekende mogelijkheden’, overgenomen. Maar al die schijn bedriegt en 2008 lijkt een jaar te zijn waarin de American Way of Life ernstig ter discussie staat. Sporthelden en filmsterren, de wereldwijde uithangborden van de Amerikaanse cultuur, blijken ordinaire bedriegers die hun topprestaties en benijdenswaardige uiterlijk voor een groot deel te danken hebben aan het gebruik van anabole steroïden, groeihormoon en andere dopinggeduide middelen. Een boek, een serie artikelen in het toonaangevende sporttijdschrift Sports Illustrated en een documentaire, allemaal van Amerikaanse bodem, zorgen momenteel in Amerika voor veel discussie.

Het begon eind vorig jaar met het boek Steroid Nation: Juiced Home Run Totals, Anti-aging Miracles, and a Hercules in Every High School: The Secret History of America's True Drug Addiction (ESPN 2007) van journalist Shaun Assael. Het boek volgt het spoor van de steroïden vanaf 1981 en voert de beroemdste dopinggoeroe van Amerika op, Dan Duchaine, schrijver van het veel gelezen Underground Steroid Handbook. Hij wordt beschreven als de dr. Mengele (de beroemde nazi-dokter die in de kampen medische experimenten uitvoerde op gevangenen) van de prestatieverhogende middelen en een man die in zijn voetspoor tal van gebroken levens achter zich heeft gelaten. Hij overleed in 2000 op 47 jarige leeftijd aan nierfalen. Maar ook Victor Conte, eigenaar van het dubieuze sportvoedingsbedrijf BALCO, dat onder andere verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van het designersteroid THG, dat werd gebruikt door atleten als Marion Jones en Dwain Chambers, die er uiteindelijk op betrapt zouden worden. De hele dealerscultuur wordt in Steroid Nation uitvoerig beschreven. Maar ook het gat tussen wat er door een aantal vooraanstaande sporthelden als Marion Jones, Mark McGwire en Barry Bonds wordt uitgedragen als cleane sportprestaties en de rauwe werkelijkheid is enorm. Een zelfde kloof gaapt er tussen waar de goudeerlijke en hardwerkende Rocky Balboa voor staat en filmster Sylvester Stallone, die onlangs nog werd gepakt met een forse partij Chinees groeihormoon. 
Het boek van Shaun Assael was mede de aanleiding voor het beroemdste sporttijdschrift ter wereld, Sports Illustrated, een serie artikelen te schrijven over dopinggebruik in Amerika onder de titel The Real Dope.It’s not just sports. In het artikel stelt journalist Jack McCallum dat Amerika weliswaar ‘A nation on dope’ is, maar dat de belangen nu eenmaal groot zijn en de cultuur bepaald niet anti-doping. Sterker nog, Amerika is een land waarvan de bewoners op allerlei gebieden voortdurend proberen beter te presteren, mooier te zijn en langer te leven, maakt niet uit of ze daar pillen voor moeten slikken, spuiten zetten of onder het mes van de cosmetisch chirurg moeten. De beroemde Mayo Clinic meldt dat tussen 2000 en 2004 het aantal testosteronrecepten dat bij Amerikaanse apothekers werd ingeleverd is verdubbeld tot 2.4 miljoen en de American Academy of Anti-Aging Medicine noemt een onderzoek uit 2004, waaruit bleek dat er in Amerika op jaarbasis meer dan 1 miljard dollar aan legaal groeihormoon over de toonbank ging. John Romano, sterredacteur van het best verkopende bodybuildingmagazine Muscular Development, en een van de best geïnformeerde mensen uit de wereld van prestatieverhogende middelen, schat dat ruim 15 miljoen Amerikanen deze middelen gebruiken. Politiepsycholoog Gene Sanders uit Spokane, Washington, schat dat ongeveer 25% van de agenten in stedelijke gebieden anabole steroïden gebruiken. Niet in de laatste plaats om zichzelf te verdedigen tegen criminelen die ook anabolen gebruiken.
Het lijkt erop, concludeert journalist McCallum dat het gebruik van prestatieverhogende middelen diep verankerd is in allerlei lagen van de bevolking, niet alleen de sporters. Hoe kun je dan nog beweren dat ‘gebruik’ totaal on-Amerikaans is, zoals veel politici, niet op de laatste plaats president George Bush, doet?

Gevallen helden

Dat sport niet de cultuur bepaalt, maar andersom, blijkt ook uit de spraakmakende documentaire Bigger, Stronger, Faster van Chris Bell, die dit jaar hoge ogen gooide op het Amerikaanse Sundance Film Festival, een evenement waar ooit beroemde filmregisseurs als Quentin Tarentino hun doorbraak beleefden.
Chris Bell, voormalig amateurpowerlifter, gebruikte ooit anabole steroïden, zijn broers gebruikten anabole steroïden, maar zij zagen zichzelf niet als on-Amerikaanse Amerikanen. Integendeel, bij het zien van de vlag of het horen van de Star Spangled Banner, het volkslied, kregen ze altijd weer tranen in de ogen. Een speech van een congreslid die met de vuist op tafel sloeg en uitriep dat gebruik van prestatieverhogende middelen totaal on-Amerikaans is, uitspraken van gouverneur Arnold Schwarzenegger dat anabole steroïden geen plaats hebben in een gezonde sportcultuur en dat sporters het goede voorbeeld moeten tonen aan kinderen, staken als een graat in de keel van Bell. Schwarzenegger was toch ook nog steeds organisator van de Arnold Classic, een van de belangrijkste profwedstrijden in bodybuilding, waar elke deelnemer een enorm arsenaal aan anabole steroïden, groeihormoon, insuline, schildklierhormonen, diuretica en nog veel meer gebruikt? Het was het enorme gat tussen wat met de mond beleden werd en in de praktijk gebeurde, die de aanleiding vormde voor Bell om een documentaire te maken over anabole steroïden en de Amerikaanse cultuur.
‘Mijn broers en ik waren als kinderen, opgroeiend in de jaren tachtig, grote fans van het Amerikaanse showworstelen, vooral van Hulk Hogan. Dat waren onze helden, net als Conan en Rocky. En helden bedriegen de boel niet. Toen we een jaar of 20 waren, begrepen we natuurlijk wel dat het worstelen nep was, gewoon theater waar die mannen een flink salaris voor vingen. Dat was aanvankelijk een schok, maar het hoorde bij het opgroeien, bij volwassen worden en de realiteit onder ogen zien. Een grotere schok dan te ontdekken dat Andre the Gigant en zijn aartsvijand Big John Studd in feite dikke vrienden waren, was het feit dat die mannen niet alleen anabolen gebruikten, maar ook coke en marihuana, plus allerlei uppers en downers, kortom, dat het gewoon hele gespierde drugsverslaafden waren. Maar als ze in allerlei talkshows verschenen en ze daarover vragen kregen, kwamen ze allemaal met hetzelfde excuus, ‘Ja, ik heb vroeger wel eens een paar keer anabolen gebruikt, maar dat is lang geleden en het is slecht voor je gezondheid.’ Dat gemakkelijke liegen begon me steeds meer te hinderen. Misschien het beste voorbeeld van die cultuur, van het een zeggen en het ander doen, is het gevecht van Rocky tegen Iwan Drago in Rocky IV. Rocky traint voor zijn bokswedstrijd tegen de Russische vechtmachine in de besneeuwde bergen, de vrije, zuivere natuur, waar hij hardloopt, houthakt en karren voorttrekt, zogenaamd Clean, terwijl Iwan Drago in een laboratorium op machines en een loopband bezig is, en begeleidt wordt door een heel team van artsen en inspanningsfysiologen die hem aan het opvoeren is. Je ziet al die metertjes en ook letterlijk dat er hem van alles ingespoten wordt. Het is Amerika, het voorbeeld van de vrije wereld, tegen het ‘Rijk van het Kwaad’. Maar Rocky wordt gespeeld door een man die al bijna zijn halve leven spierversterkende middelen gebruikt, en onlangs nog gepakt is met een lading Chinees groeihormoon. Ik vond dat het tijd werd voor een documentaire over hoe we in dit land met prestatieverhogende middelen omgaan. Ik wil gebruik van anabolen niet demoniseren, niet gevaarlijker afschilderen dan het is, of een specifieke groep als bodybuilders, sporters of filmsterren zwart maken, maar die cultuur van liegen is gewoon een heel slecht voorbeeld voor jongeren. En, het is ook slecht voor Amerika, dat ik toch nog zie als het mooiste land ter wereld.’

Drie documentaires over Amerika

Bigger, Stronger, Faster (januari 2008) van Chris Bell is het voorlopige sluitstuk van drie documentaires die veel zeggen over ‘the American Way of Life’. De eerste is Bowling for Columbine van Michel Moore. De documentaire werd voor het eerst vertoond in oktober 2002 en won een prijs op het Filmfestival van Cannes. In de documentaire belicht Moore de vele geweldsdelicten in de Verenigde Staten, waarbij hij met name de moorden op de Columbine High School gebruikt als voorbeeld. Daar schoten twee jongens van 17 en 18 jaar dertien mensen dood op een school, waaronder een leraar. Na de daad schoten ze zichzelf dood. ’s Ochtends voor hun slachtpartij waren ze nog samen aan het bowlen. Moore haalt het hoge aantal wapenbezitters in Amerika aan als reden voor het enorme aantal schietincidenten per jaar, dat zoveel hoger ligt dan in andere landen. De film haalt ook absurde dingen aan, zoals het feit dat je bij sommige banken bij het openen van een bankrekening een geweer als presentje krijgt, en dat je kogels kunt kopen bij een kapper of de supermarkt. Al jaren proberen allerlei politici en actiegroepen het wapenbezit aan banden te leggen, maar ‘the right to bear arms’ (het recht over een vuurwapen te mogen beschikken) lijkt even Amerikaans als het gebruik van prestatieverhogende middelen.
De derde, eveneens prijswinnende documentaire over Amerika, is Super Size Me, een film die gaat over de schadelijke effecten van fastfood. Documentairemaker Morgan Spurlock, een kerngezonde jonge vent van 32 jaar, met een gezond gewicht van 81 kg bij een lengte van 1.88 m onderwierp zichzelf aan een experiment. Gedurende 30 dagen at hij alleen voedsel van McDonald’s, drie maaltijden per dag en stopte hij met sporten. In een maand tijd was hij 11.1 kg aangekomen, 13% van zijn lichaamsgewicht. Zijn Body Mass Index steeg van 23.2 (gezonde bandbreedte is 19-25) naar 27, waarmee hij in de categorie ‘overgewicht’ belandde. Hij merkte dat hij emotioneel minder stabiel werd, zijn seksuele functioneren achteruit ging en bij controle bleek zijn lever schade te hebben opgelopen. Het kostte Spurlock veertien maanden om het overgewicht er weer af te krijgen. De documentairemaker was aan zijn project begonnen vanuit bezorgdheid over het enorme aantal mensen met overgewicht en obesitas in Amerika. Zijn film is bedoeld als een aanklacht tegen de fastfoodindustrie.
Wapens, Big Macs en anabolen, een combinatie die als ‘way of life’ beter niet nagevolgd kan worden.

Sport & Fitness 147, juli/augustus 2008