Vluchtige spieren:
lokale groeiers van Esiclene tot Nolotil
Door Hans Wassink en Bart Coumans
Hallo,
Er zijn spiergroepen die je kun trainen tot je een ons weegt, maar die maar niet willen groeien. Ik heb begrepen dat bodybuilders allerlei soorten anabole steroïden en andere spullen in die spieren spuiten om ze groter te laten worden. Maar ik hoorde ook dat het effect daarvan maar tijdelijk is. Soms niet langer dan een week. Wat heb je er dan aan?
Bedankt voor de informatie,
K.
Beste K.,
Inderdaad, spiergroepen die slechts een of twee weken ietsje groter tonen, dat is wel heel ‘vluchtig’. Maar voor een ambitieuze wedstrijdbodybuilder die op de dag van de wedstrijd wil ‘pieken’ en
zich daarmee mogelijk ook nog eens kwalificeert voor een Europees of Wereldkampioenschap een week later, is het lang genoeg.
Bodybuilders zijn natuurlijk al heel lang op zoek naar middelen om in hun ogen achterblijvende spiergroepen groter te laten ‘groeien’. Ik zet het woord ‘groeien’ hierbij bewust tussen haakjes, want
van echte groei – zo zullen we zien – kan bij de middelen die hier de revue passeren toch eigenlijk niet worden gesproken. Esiclene, Synthol, PGF2a, Caverject® en Nolotil® zijn de middelen uit het
arsenaal ‘lokale groeiers’, waarbij we de implantaten nog maar even laten zitten, want daar zijn de grenzen van de kunstmatige groei toch echt bereikt.
Esiclene – irritant anabolicum
Dit kleinere neefje van Dianabol, dat ook bekend is onder namen als Formebolon en Hubernol), werd door bodybuilders al snel gezien als een zwakke anabole ‘broeder’, voornamelijk geschikt voor
kinderen, vrouwen en bejaarden, doelgroepen waar het product begin jaren zeventig ook voor in de markt werd gezet. Toen Bill Phillips, de vroegere eigenaar van Muscle Media en schrijver van ‘Body
for Life’, midden jaren tachtig over het bijzondere gebruik van dit anabolicum schreef, begon Esiclene populair te worden. Per injectie bleek het namelijk een behoorlijke irritatie te veroorzaken
die het spierweefsel lokaal sterk deed zwellen, zo hadden wedstrijdbodybuilders gemerkt. De zwellingen verdwenen weliswaar na een dag of 6, 7, maar een nieuwe toepassing was geboren: het in de
laatste weken van de wedstrijdvoorbereiding opspuiten van spiergroepen die wel een extraatje konden gebruiken. Hoewel het middel ook de lokale pijnstiller lidocaïne bevatte, bleef het zetten van
Esiclene een erg pijnlijke zaak. Om met injecties (op waterbasis) de zwellingen een tot twee weken maximaal vast te houden, moest er wel bijna dagelijks ‘geprikt’ worden in alle spiergroepen die
naar eigen mening te weinig ontwikkeld waren. Dit ongemak maakte het oneigenlijke gebruik van Esiclene, zoals gezegd, alleen geschikt voor wedstrijdbodybuilders in de laatste weken van hun
wedstrijdvoorbereiding.
Als anabolicum was Esiclene commercieel gezien niet erg succesvol, en eind jaren negentig werd de productie langzaam maar zeker gestaakt. In 2004 waren alle voorraden uitgeput en nergens meer een
ampul 11-alpha, 17beta-Dihydroxy-17-methyl-3-oxoandrosta-1,4-dien-2-carboxaldehyde Formyldienolone – zoals de stofnaam van het spul luidt – te krijgen. Op de bulletin boards van de
bodybuildinggoegemeente is het stil rond Esiclene, en dat zegt genoeg – er lijkt gewoon geen vraag meer naar te zijn.
Esiclene was wel een volbloed anabolicum, met androgene bijwerkingen als acne, vettige huid en verlies van hoofdhaar, als de doseringen werden opgevoerd.
Caverject® – lokale groeier met potentie?
Caverject® is de merknaam van Pharmacia & Upjohn voor alprostadil, een injecteerbaar medicijn voor de behandeling van impotentie. Het product werd in 1995 in de markt gezet en was voor het
enkele jaren later verschijnen van Viagra® het enige effectieve middel om een slap geslacht weer in het gelid te krijgen. Alprostadil is een synthetische vorm van het natuurlijke prostaglandine
PGE1, die het vermogen heeft om bijna onmiddellijk na gebruik (5-20 minuten) een erectie op te wekken. Het medicijn dat in de zwellichamen van de penis moet worden geïnjecteerd stimuleert de
afgifte van stikstofoxide (NO), een vaatverwijder die van vitaal belang is voor de bloeddoorstroming in de slagaderen van de penis. Helaas voor Upjohn kwam concurrent Pfizer enkele jaren later met
Viagra®, een pil die hetzelfde, maar dan beter, deed, zonder dat er met naalden hoeft te worden gegoocheld. De verkoop van alprostadil nam een ‘nose dive’.
Bodybuilders die niet worstelden met impotentieverschijnselen, keken anders tegen Caverject® aan. Had het medicijn misschien potentie(!) als ‘site enhancer’, als lokale groeier? Als het de penis –
tenslotte ook een spier – kan doen zwellen, verricht het mogelijk ook wonderen voor minder ontwikkelde spiergroepen.
In ieder geval wordt Caverject® door dealers op het internet aardig gepushed als een grote belofte op dit gebied en het beste alternatief voor het teloor gegane Esiclene. Er is echter weinig
feedback bekend van deze toepassing van het geneesmiddel. De enkeling die er mee heeft geëxperimenteerd meldt teleurstellende resultaten. Volgens Anabolics 2007, het veel geraadpleegde handboek van
William Llewellyn, maakt de pijnstiller Novotil® meer kans Esiclene te kunnen vervangen. Neveneffecten, behalve injectiepijn en ongemak, zijn er bij Caverject® niet echt te melden. Alleen bij
oorspronkelijk gebruik van het middel (het verkrijgen van een erectie) is het opletten geblazen dat er aan beide zijden van de penis wordt geïnjecteerd, anders trekt hij krom.
Nolotil® - controversiële site enhancer
Nolotil® is de bekendste merknaam van het koortswerende en pijnstillende medicijn metamizol. In Nederland wordt het middel verkocht onder de merknaam Novalgin®. Ook hier geldt weer, dat het
medicijn (metamizol) door wedstrijdbodybuilders niet gebruikt wordt om koortsen te verlagen en pijnen te onderdrukken, maar vanwege de vreemde bijwerking dat het de plek waar het ingespoten wordt
tijdelijk flink doet zwellen, waardoor een spiergroep groter en voller kan lijken. Het oneigenlijk gebruik van deze lokale groeier gaat als volgt: een halve 5ml ampul wordt diep intramusculair
geïnjecteerd in de betreffende spiergroep. Daarna wordt een lichte training voor de spiergroep afgewerkt om de bloedsomloop te stimuleren en het medicijn beter te verspreiden. Dit proces van
injecteren en licht trainen wordt een aantal dagen herhaald voor maximaal effect. Dat kan voor armen, bijvoorbeeld, oplopen tot enkele centimeters extra. Bij gebruik voor grotere spiergroepen als
rug, is het effect doorgaans niet erg gelijkmatig, wat de spiergroep een vreemde, onuitgebalanceerde aanblik geeft. Bij biceps, triceps, schouders en kuiten worden de beste resultaten genoteerd. De
effecten duren overigens maar enkele dagen, waarna de naald opnieuw moet worden gehanteerd.
Metamizol mag rustig een controversieel medicijn genoemd worden. Vanwege de vele ernstige bijwerkingen die kunnen optreden, als shock, afwijkend bloedbeeld, nierfalen en agranulocytose (plotse hoge
koorts en verlaging van witte bloedlichaampjes) en een aantal fatale aflopen wereldwijd, hebben sommige landen het medicijn uit de handel gehaald, onder andere Canada en de Verenigde Staten. Het is
goed om dat in het achterhoofd te houden voor het gebruik ervan wordt overwogen.
Nolotil® heeft onder wedstrijdbodybuilders inmiddels de reputatie van enige echte opvolger van het niet meer verkrijgbare Esiclene opgebouwd.
Synthol – volvette spieren
Het product Synthol is een verzameling MCT’s (middellange keten vetzuren – C8, C10 en C12) met een ontsmettingsmiddel (Benzylalcohol) en een lokale
pijnstiller (lidocaïne), dat doorgaans op internet en de Amerikaanse spierenbladen gebracht wordt als ‘posing oil’, om je voor een wedstrijd eens lekker mee in te smeren. In werkelijkheid gebruikt
niemand die olie voor dat doel. Dat er naast een pijnstiller ook een ontsmettingsmiddel in Synthol zit, doet tevens vermoeden dat de productie onder alles behalve steriele omstandigheden heeft
plaatsgevonden. Dit houdt nogal wat risico’s in voor de gebruiker: spuitabcessen, ontstekingen, koorts en allergische reacties zijn bepaald niet denkbeeldig. Gebruik van Synthol is in de hogere
regionen van het wedstrijdbodybuilding inmiddels flink ingeburgerd. Het kostte Milos Sarcev – een potentiële Mr. Olympia – bijna het leven, doordat een deel van het geïnjecteerde vet op drift
raakte en bijna voor een hartinfarct zorgde. Andere proftoppers die sterk in verband worden gebracht met door Synthol opgespoten spieren, zijn Ernie Taylor (triceps) en Greg Kovacs
(schouders).
Het middel is bedacht door de Duitse bodybuilder Chris Clark, die een ‘site enhancer’ (lokale groeier) wilde ontwikkelen waarvan de effecten sterker en langdurig zouden zijn dan het veelgebruikte
Esiclene. Net als Esiclene wordt Synthol vooral gebruikt voor het ‘op maat’ brengen van armen, schouders en kuiten, want injecties in de grotere spiergroepen geeft vaak vreemde en ongelijkmatige
effecten.
Over hoe lang het duurt voor het vet uit de spier is verdwenen zijn de meningen verdeeld. Sommigen zeggen een jaar, anderen beweren dat het vet geleidelijk aan binnen enkele maanden is verdwenen.
De ‘dealer’ van het product ‘Syntherol’ (caprylzuur en nog wat andere korte keten vetzuren) beweert dat het slechts enkele maanden is, waarin de druk op de fascia (het peesvlies waarmee spieren
bedekt zijn) zo groot is, dat het een anabole werking heeft op de spiergroei. Met deze ‘stretchtheorie’ in de hand zou Synthol verdwijnen en spieren verschijnen, mits, wordt er aan toegevoegd, de
‘juiste hormonale omstandigheden worden gecreëerd’ (lees: voldoende anabole steroïden worden gebruikt). Met andere woorden, Synthol zou ruimte scheppen zodat de spieren met behulp van steroïden nog
groter kunnen groeien. De vraag is, hoeveel ruimte raadzaam is. Het is niet ondenkbaar dat bij overdreven oprekken de steunfunctie van het peesvlies wordt aangetast. Bij veel ‘syntholgiganten’ als
Peter Hieslinger (inmiddels ernstig ziek) zijn de armen opgeblazen tot vormloze bollen die door hun rode en ontstoken aanzicht eerder op tumoren dan op goed getrainde spieren lijken.
Vormverlies is evenwel misschien nog wel de minst gevaarlijke bijwerkingen van deze ‘poseerolie’. Verlammingsverschijnselen door beschadigd spierweefsel en longembolie of herseninfarct door
zwervende vetdeeltjes zijn doemscenario’s waar een gezond mens liever niet eens over wil nadenken. *
PGF2a – de spiergroep als naaldenkussen
Lutalyse® is een synthetische vorm van de prostaglandine PGF2a die in de veeartsenij gebruikt wordt om het ‘kalven’ te manipuleren. Prostaglandines zijn een groep hormoonachtige stoffen die op
lokaal niveau werkzaam zijn in het reguleren van vele fysiologische processen, zoals die bij ontstekingen, verwijding en vernauwing van bloedvaten, pijn, koorts, maar ook opbouw en afbraak van
spiereiwitten. Bij correct gebruik van dit veterinaire middel kan het de ovulatie van koeien stimuleren en voor een betere ‘timing’ van zwangerschappen zorgen, zodat koeien ongeveer allemaal in
dezelfde periode hun kalfje ter wereld brengen. In Amerika is PGF2a voor humaan gebruik door de FDA (Food and Drug Administration) verboden omdat het gezien wordt als zeer schadelijk voor de
gezondheid. In Nederland wordt het middel onder de naam Dinoproston® wel gebruikt om een bevalling in te leiden of een zwangerschap af te breken. Bodybuilders gebruiken PGF2a uiteraard om heel
andere redenen, met name voor de sterke thermogene (stofwisselingsverhogende) en anabole werking van het medicijn, maar ook om een extreme hardheid in de spieren te krijgen. Volgens insiders is het
keihard aanvoelen van de spieren van proftoppers als Markus Ruhl – die onlangs afscheid nam van het wedstrijdbodybuilding – en Ed Wood, bijvoorbeeld, in hoge mate het gevolg van gebruik van
Lutalyse®.
Hoewel PGF2a een sterke anabole werking heeft en tevens de eigenschap dat het de werking van insuline versterkt, moet het middel niet verward worden met het gebruik van anabole steroïden. Anabolen
kunnen worden geslikt of geïnjecteerd, circuleren door het hele lichaam en de toename in spiermassa en kracht vindt over alle spiergroepen plaats. Bij PGF2a ligt de zaak heel anders. Ten eerste kan
het alleen worden geïnjecteerd en is de levenscyclus van het middel verschrikkelijk kort, niet meer dan enkele minuten, hoewel het stimulerende effect op de opbouw van spiermassa nog wel enkele
uren kan duren. Deze korte levenscyclus maakt dat het alleen als lokale groeier geschikt is, en dat je heel erg vaak de naald moet hanteren om het gewenste effect te krijgen. ‘Ideaal’, volgens
gebruikers, gezien vijf maal per dag na het eten (om van de insulinepiek gebruik te maken). Wil je een notoire koppige groeier als kuiten optrekken, dan moet je niet alleen de soleus (scholspier)
maar ook de gastrocnemius (de ‘diamant’) met meerdere injecties aanpakken…en dat maal twee….en vijf keer per dag. Totaal generaal voor een enkele dag voor kuiten alleen, kom je al op zo’n 40
pijnlijke injecties. Want, omdat PGF2a betrokken is bij ontsteking en de pijnsensatie versterkt, zijn dat 40 momenten op een dag waarop je zou willen dat je voor een sport als klootschieten had
gekozen.
Dit gekoppeld aan bizarre bijwerkingen als braken, acute blaas- en darmledigingen, ernstige benauwdheid, extreem transpireren en het onvermogen om met de pijnlijk behandelde spiergroepen ook maar
enige substantiële trainingsarbeid te verrichten, moge duidelijk maken dat dit middel alleen geschikt is voor de laatste wedstrijdweken van hardcore bodybuilders die het ‘no pain, no gain’ wel erg
hoog in het vaandel hebben. **
* Voor meer informatie over Synthol, zie Syntholspieren: Baggerbuilders spuiten er op los.
** Voor meer informatie over PGF2a, zie PGF2a: een pijnlijke prostaglandine.