EN  |  FR

Knippen en plakken, prikken en slikken:
de betrouwbaarheid van info op het internet

Door Hans Wassink & Bart Coumans


Hallo,

Mijn vrienden en ik halen veel van Internet: muziek, filmpjes, onderwerpen voor een studie, informatie over training, voeding, supplementen en anabole steroïden, een hele nieuwe kennissenkring…, eigenlijk alles. Maar hoe betrouwbaar is Internet nu eigenlijk? Je krijgt ook zo vaak tegenstrijdige informatie.

Groeten,

C

Beste C.,

Ja, internet, hoe baanbrekend en feitelijk onmisbaar ook, mag van mij best met een kleine letter worden geschreven (sinds enkele jaren de officiële spelling ook), al was het maar om de betrouwbaarheid van de informatie die je op het wereldwijde web vindt eens stevig te relativeren. Het is een medium waarin je geweldig kunt dwalen en verdwalen, zowel qua kennis als ‘kennissen’ of contacten. Voor een goed gebruik van deze goudmijn én schroothoop, want dat is het allebei, moet je stevig in je schoenen staan, een kritische geest hebben en niet te lui zijn om geregeld stevig spitwerk te verrichten.

Wereldwijd weten

Internet staat voor Interconnected Networks, een groot openbaar netwerk van computernetwerken, dat in 1969 is gestart als een netwerk van militaire netwerken (ARPANET), en later ook universiteitsnetwerken, dat inmiddels een wereldomvattend fenomeen is geworden met het karakter van een massamedium. Nooit in de geschiedenis van de mensheid hebben we zoveel informatie tot onze beschikking gehad, letterlijk binnen handbereik. In het dagelijkse spraakgebruik is internet vaak synoniem voor het ‘world wide web’, dat overigens slechts één van de vele diensten is die internet biedt. Andere bekende toepassingen zijn e-mail, nieuwsgroepen en chatten. Het wereldwijde web werd in 1993 beschikbaar voor een ieder die toegang had tot internet.
Ruim acht op de tien Nederlanders hebben inmiddels – via het werk of privé - de beschikking over een internettoegang. De internetpenetratie (83 procent), zoals dat zo mooi heet, is de hoogste van de EU. Internet heeft de manier waarop we werken, informatie zoeken/uitwisselen, contact leggen en tegen onszelf aankijken ingrijpend veranderd. Internet heeft ons onafhankelijker én afhankelijker gemaakt, een paradox waar vooral jongeren en minder hoogopgeleiden zich vaak onvoldoende van bewust zijn.

Alles wiki, wiki

Wikipedia – de rechtenvrije encyclopedie op internet – wordt vaak gezien als hét succes van internet. Een internationaal toegankelijk naslagwerk dat democratisch wordt gevuld door gebruikers. Iedereen mag artikelen schrijven en bewerken onder het motto ‘samen weten we alles’. Razendsnel en hyperbeweeglijk zou de informatie in de virtuele encyclopedie (Wikipedia is een samenstelling van het Hawaïaansee woord voor snel en het Griekse woord voor goed opgeleid, in het bezit van een brede kennis) kunnen worden uitgebreid, aangescherpt en geactualiseerd. 
Een van de belangrijkste oprichters echter, de filosoof Larry Sanger, heeft het project al de rug toegekeerd. Sanger vindt de anti-elitaire houding van Wikipedia gevaarlijk. De keerzijde van wereldwijde gezamenlijke projecten als Wikipedia, waaraan iedereen kan bijdragen, is volgens hem dat het respect verdwijnt voor betrouwbare informatie en de waarde van deskundigen. Dat kan, zeker waar het om de gezondheid gaat, verstrekkende en potentieel fatale gevolgen hebben. Daarom is Sanger bezig een nieuwe virtuele encyclopedie op te richten, Citizendium geheten. In Citizendium zal het niet mogelijk zijn om anonieme bijdragen te leveren. Hij wil met redactieteams werken die de kwaliteit van de encyclopedie kunnen garanderen. In die redactieteams is alleen plaats voor erkende experts en voor deelnemers die op basis van aantoonbare kwaliteiten meeschrijven. ‘De nieuwe kennispolitiek die ik voorsta, plaatst de deskundigen aan het hoofd van de tafel’, aldus Sanger in zijn essay ‘Who says we know’. Leken zijn ook uitgenodigd, maar spelen lang niet zo’n grote rol als bij Wikipedia.
Een illustratief voorbeeld van de onevenwichtigheid en tegenstrijdigheid die je zelfs bij een goedbedoeld en over het algemeen redelijk betrouwbare website als wikipedia, tegenkomt is het lemma (onderwerp) ‘anabole steroïde’ in de Nederlandse versie van wikipedia, dat niet alleen vele malen korter is dan het oorspronkelijke Engelse artikel, waardoor de onevenwichtigheid sterk toeneemt, maar in één adem door John B. Ziegler als ‘ontdekker van synthetische anabole steroïden’ noemt, terwijl een zin later staat dat hij ‘door een Russische collega was ingelicht over het gebruik van synthetisch testosteron door Russische atleten’. Hij wordt ook genoemd als uitvinder van het beroemde androgene anabole steroïd Dianabol, terwijl de arts Ziegler (geen chemicus) met de ontwikkeling van Dianabol weinig tot niets te maken had. Daarnaast staat er in het lemma vrolijk een hele waslijst van bijwerkingen van gebruik van anabole steroïden, om een paar zinnen later af te sluiten met ‘. Er is nog nooit een wetenschappelijk onderzoek geweest dat aan heeft kunnen tonen dat het gebruiken van steroïden gevaarlijk is.’ Het is een schoolvoorbeeld van het kritiekloos knippen en plakken van informatie, waar internet zo stijf van staat, en laat zich moeiteloos uitbreiden met tal van andere voorbeelden.

Nettiquette contra ultrakort lontje

Nederland ontploft. De afgelopen tien jaar heeft het zogenaamde ‘korte lontje’ de publieke ruimte bepaald niet vrolijker gemaakt. Ieder lijkt de ruimte te krijgen – en vooral ook te nemen – om zijn eigen asociale zelf te zijn. Het verkeer is een van de belangrijkste stenen des aanstoots. Dat is niet verwonderlijk, want behalve dat er twee tot drie keer zoveel auto’s rond rijden dan een jaar of 30 geleden, schermt de auto je af van je medeweggebruiker en dat verminderde contact vertaalt zich helaas in rechts inhalen, toeteren, schelden, naar het hoofd wijzen en de middelvinger opsteken. De middelvinger is misschien wel hét gebaar van de 21e eeuw geworden, en we zijn nog maar net begonnen.
Op internet (lees: de virtuele publieke ruimte) lijkt het lontje nog korter te zijn. De anonimiteit, het uitblijven van (fysieke) gevolgen van acties, de snelheid, directheid en het informele karakter van internet maakt dat mensen minder remmingen voelen en impulsiever handelen. Virussen, spam, trollen (pesters en plaaggeesten), hackers en andere kwaadwilligen floreren op het internet. En altijd ben je maar een paar muisklikken verwijderd van keiharde porno, sick jokes en complottheorieën. Geen omgeving en klimaat waarin beschaving hoog in het vaandel wordt gedragen, waar heb je anders een virusscanner, firewall, spamfilter en ad-buster voor nodig. Vandaar dat er voor het verkeer op internet een ‘nettiquette’ is geschreven, waarvan de ‘gulden regel’ (behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden) een van de basisbeginselen is, en ‘ontwikkel een dikke huid’ een ander. Dat er nog veel beschavingsarbeid nodig is, blijkt ook wel als je diverse bulletin boards bekijkt. Daar wordt stevig afgezeken, en als er ‘tips’ (bijvoorbeeld, met betrekking tot gebruik van anabole steroïden) worden gegeven, gaat dat vaak op een voor de gezondheid wel heel nonchalante manier, terwijl een ander het gebruik van potentieel gevaarlijke middelen aanraden toch geen kattenpis is. Omdat je op die bulletin boards nooit echt te weten komt met wie je te maken hebt, kan die ‘tip’ voor middel X of Y ook wel afkomstig zijn van iemand die je iets wil aansmeren. 

Hoe herken ik …  betrouwbare bronnen

Nu duidelijk is, dat internet voornamelijk bevolkt wordt door de firma ‘list, bedrog en zwendel’ (‘inches on your cock!’, ‘buy Viagra!’, ‘Cheap Watches here!’), en, vooruit, goedwillende hobbyisten, die de wereld kond willen doen hun hoogst persoonlijke interesses en zich daarbij met behulp van enig creatief knip- en plakwerk niet zelden opwerpen als deskundige (toegegeven, heel soms zijn ze dat ook), doemt de vraag op, hoe betrouwbare bronnen aan te boren in deze schroothoop. Met bovenstaande achtergrondinformatie in het achterhoofd en onderstaande vragen, kom je een heel eind.

1. Heeft de website een commercieel belang? Als een bedrijf/persoon Tupperware, kruidentheetjes, muggenspray of supplementen verkoopt, dan kun je in 99,9 procent van de gevallen eerlijke informatie wel op je buik schrijven. Het is ongelofelijk hoe fabrikanten en verkopers hoera-verhalen verkopen en daar nog mee weg komen ook. Testoboosters, bijvoorbeeld, is een verzameling supplementen die de testosteronproductie van het lichaam zouden stimuleren. Daar is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor, maar de enorme beloften die worden gedaan blijven mensen over de streep trekken.
2. Probeert de organisatie of persoon die achter de website zit zijn ware bedoelingen te verhullen? Een goed voorbeeld is een website die als eerste naar voren komt als je op google ‘Martin Luther King’ intikt. Dan volgt er een vreemd verhaal over deze kampioen van de (zwarte) mensenrechten, en blijkt er een neo-nazistische groepering achter te zitten.
3. Probeer daarom ook altijd helder te krijgen wat de bedoeling is van de website. Wat is de ‘mission statement’ of wie en wat wil men bereiken?
4. Wie voert de redactie van de website en wat is zijn/haar/hun achtergrond?
5. Wordt er aandacht besteed aan de teksten en het ontwerp van de website?
6. Hoe is de ‘toon’ van de website? Cynisch, opbouwend, deskundig?
7. Kun je contact opnemen met de mensen achter de website?
8. Wordt er moeite gedaan je te helpen of zo objectief mogelijk te informeren?
9. Is de website een beetje logisch opgezet en is er een zoekmachientje die je helpt de informatie op de website te onderzoeken.
10. Is de informatie die je krijgt erg tegenstrijdig of niet?

De voornaamste voor anabole steroïden en andere dopinggeduide middelen geraadpleegde bronnen op internet, zijn ‘steroïdenwebsites’ als www.steroidology.com en www.pharmaEurope.com, die allemaal een stevig commercieel belang hebben: zoveel mogelijk anabolen verkopen aan mensen die ze medisch gezien helemaal niet nodig hebben. Sterker nog, die je door je verkooppraktijken verleidt onverantwoorde risico’s te nemen. En als het mis gaat is het eigen schuld, dikke bult. Dat zulke websites floreren, komt niet omdat de meeste gebruikers van internet encyclopedische geesten zijn, vele verschillende bronnen raadplegen en informatie van alle kanten bekijken voor ze een stap nemen, maar kortzichtige en rusteloze individuen die denken dat ze hun ‘huiswerk’ hebben gedaan als ze op een verkooppunt van een ‘bollenkweker’ zijn gestuit.

Sport & Fitness 145, maart/april 2008