[R]oid trends
Door Danny Sterman & Rens van Kleij
Bodybuilding is een zeer trendgevoelige sport. Training, voeding en met name supplementen zijn op z'n minst net zo aan veranderingen onderhevig als de cd's van Madonna of het kapsel van
Vanessa alias Conny 'Free-Record' van Breukhoven. Alle trends voor de bodybuilding en fitnesssport zijn ieder jaar op de FIBO terug te vinden. Voor de goede luisteraar ook de nieuwste trends op het
gebied van bollengebruik. Het heeft echter steeds minder te maken met de inmiddels 'klassieke' bollen. De GH-insuline-combi, IGF-1 en Synthol dreigen hun weg te vinden naar de mainstream
bodybuilder, de gespierde jan met de pet, jij en ik. Ook de NeCeDo-dopingwatchers waren uiteraard op de FIBO en doen uit de doeken waarom moet worden voorkomen dat de GH-insuline-combi, IGF-1 en
Synthol gemeengoed worden.
GH
GH voluit groeihormoon of op z'n oud Nederlandsch somatropine wordt geproduceerd in de hypofyse (een kliertje in de hersenen). De voornaamste functie is het opstarten van processen die de stofwisseling, de botgroei en de spiergroei beïnvloeden.
Om met de stofwisseling te beginnen, GH stimuleert de afbraak van de vetreserves tot vetzuren, die op hun beurt de bloedbaan in gestuurd worden. GH zorgt er tevens voor dat die vetzuren de voornaamste brandstof voor de energiehuishouding worden door de opname van glucose - normaal gesproken je lichaams favoriete brandstof - af te remmen. Dat klinkt BB (voluit BodyBuilder) natuurlijk als muziek in de oren. Niks geen cardiotraining. Niks 3x per week tenminste 30 minuten op de fiets meer, maar hooguit de wandeling van de kleedkamer naar het dumbellrek.
Voordat je nu je home-trainer bij het grof vuil zet en de frituurpan weer van zolder haalt, denk nog even na over het volgende. Als de glucose-opname wordt geremd en de aanmaak van glucose zelfs verhoogd wordt door GH-gebruik, gaat de bloedsuikerspiegel dus sterk stijgen. Denkend aan diabetespatiënten, behoeft de onwenselijkheid van deze situatie geen nadere toelichting. Daarnaast is het zo dat je die glucose hard nodig hebt om de glycogeenvoorraden in de spiercellen aan te vullen. Intensieve training met lage glycogeenvoorraden leidt namelijk tot de afbraak van spiereiwitten. Dit zou het effect van de toegediende GH volledig teniet kunnen doen!
Insuline
Dit is waar insuline om de hoek komt kijken. Insuline zorgt voor zowel een grotere glucose als aminozuren opname door de spiercellen, waardoor meer spiereiwit opgebouwd kan worden. Insuline is zowaar een krachtige anabool.
Maar net zo goed als rozen zonder doornen niet bestaan, zitten er ook de nodige flinke haken en ogen aan het gebruik van insuline als anabool. Je eigen alvleesklier produceert ook insuline en bij gezonde mensen functioneert dat prima. Elke verhoging van de bloedsuikerspiegel, ook wanneer dit veroorzaakt wordt door het gebruik van GH, zal direct worden opgevolgd door een verhoogde insuline-afgifte door de alvleesklier. Wordt er extern echter extra insuline toegediend, bovenop de eigen verhoogde insuline-afgifte, dan kan de bloedsuikerspiegel tot een gevaarlijk dieptepunt dalen. De geleerde observator noemt dit hypoglycaemie. Een dermate sterke daling van de bloedsuikerspiegel dat de energievoorziening van de hersenen in gevaar komt en de patiënt, want dat ben je dan, in coma kan geraken. Je kunt het navragen bij Paul Dillet en Mike Matarazzo, die hebben die ervaring inmiddels opgedaan en donderden uit de line-up. Zij hadden het geluk dat er bij die wedstrijden wel acuut werd ingegrepen. Wanneer dit niet het geval is, is de kans groot dat je in een coma schiet. Mocht je hier weer uit komen dan is het alles behalve denkbeeldig dat je er een blijvende hersenbeschadiging aan overhoudt.
GH-insuline-combi
De insuline en GH afgifte beïnvloeden elkaar. Dat wil zeggen, als de afgifte van de een verhoogd is, wordt de afgifte van de ander verlaagd - denk aan het
verhaal van de bloedsuikerspiegel hierboven. Dit heeft tot gevolg dat een sterk verhoogde aanvoer van insuline kan leiden tot een productie-stop van lichaamseigen GH. Boven op het feit dat door de
externe toediening van GH, de lichaamseigen (endogene) productie sowieso zwaar onder vuur ligt (lees geremd is). Dit zal leiden tot de bekende terugklap wanneer men stopt met gebruik, met als
gevolg de afbraak van vers gewonnen massa en een versneld eerherstel van de exorbitante vetreserves.
Havikneus en centenbak
De effecten van GH op de botgroei manifesteren zich steeds nadrukkelijker in de bodybuildingsport. Natuurlijk zijn er mensen die van nature één of meerdere spleetjes tussen hun tanden, een grote
neus of zogeheten bloemkooloren hebben. Maar het Rob de Nijs gehalte onder de bodybuildingpopulatie is wel significant hoger dan onder de doorsnee bevolking. We hebben het dan natuurlijk niet over
de man zijn zangkwaliteiten, maar over de spleet tussen zijn tanden. GH stimuleert de botgroei. De groei van kaken, neus, voorhoofd, oren, handen en voeten is een bekend effect van GH.
Massa of spiermassa
Het effect waarvoor het in eerste instantie gebruikt wordt, het effect van GH op de spiergroei. Spieren kunnen in massa toenemen door het gebruik van GH. Je wordt er echter geen snars sterker van. Een ieder die anders beweert heeft zijn toename in kracht te danken aan z'n 'ondersteunende' bollenkuur. De langste man ter wereld, die een sterk verhoogde endogene (lichaamseigen) GH productie had, mocht dan wel ver boven het modale volk uitsteken, zijn eveneens bovenmodale 'spier'massa was niet in staat het lange lijf recht te houden. Daar had de beste man een korset en krukken voor nodig.
Vermoedelijk bestaat de middels GH gebruik nieuw gewonnen massa uit bindweefsel of uit niet contractiele eiwitten - eiwitten die niet kunnen samentrekken - of uit zogeheten 'slow-twitch' vezels - langzame spiervezels die geen bijdrage leveren aan explosieve kracht. Kort samengevat: wel omvang, geen kwaliteit.
IGF-1
Insuline-achtige GroeiFactor 1- en niet Instant Groei Factor 1 zoals een rechtschapen marktkoopman mij ooit eens wilde doen geloven - heeft, zoals de naam al doet vermoeden, eigenschappen die overeenkomen met die van zowel GH als insuline.
IGF-1 wordt in zeer kleine hoeveelheden in elk weefsel van de mens geproduceerd. Centraal vindt echter het leeuwendeel van de productie plaats in de lever. Het IGF-1 wordt 'in opdracht' van GH geproduceerd en via de bloedbaan het lichaam door getransporteerd om zijn werk te doen. Dit klinkt nogal vaag, maar dat is het ook. De functies en effecten die IGF-1 teweeg kan brengen zijn zeer omvangrijk en worden mede bepaald door a) het soort bindingseiwitten waar IGF-1 tijden het transport door het lichaam aan gebonden is, b) het orgaan of weefsel waar het IGF-1 op aankomt en c) de betreffende receptor die het IGF-1 'opvist' uit de bloedbaan (IGF-1 past onder andere ook op de insuline-receptoren). Zoals we reeds eerder rapporteerden in Sport & Fitness 84 (januari/februari 1998), zijn waarschijnlijk de bindingseiwitten de 'zwakke schakel' in het verhaal die verantwoordelijk zijn voor de ronduit teleurstellende effecten van IGF-1 op de spiergroei.
De werking van IGF-1 is dus niet erg precies. Het laat alles groeien: nieren, milt, thymus zelfs schadelijke afvalstoffen die eigenlijk het lichaam uit gedeporteerd dienen te worden zoals kwaadaardig kankercellen. IGF-1 laat het allemaal groeien en bloeien. De sterk in omvang toegenomen ingewanden - lees opgezette pens - is dan ook hetgeen men de IGF-1 gebruiker aan herkent. Vandaar onze verontrusting. Ook het percentage 'hangbuiken' groeit gestaag onder het (top)bodybuildingvolk. Nu beschikken BB over een enorme eetlust, maar dat verklaart in geen velden of wegen de enorme opgezette buiken waar we steeds vaker mee worden geconfronteerd.
IGF-1 is niet voor niets nog een experimenteel medicijn dat alleen voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is. Bodybuilding is toch een sport, geen bijzondere vorm van kernfysica?
Synthol
Ken je Esiclene nog? Esiclene is een steroïd, dat een ernstige ontsteking veroorzaakt in de geïnjecteerde spiergroepen. Door de toestroom van lymfevocht ontstaat er een zwelling, de spier 'groeit'. Het effect is erg tijdelijk en erg pijnlijk.
Wat effect betreft lijkt Synthol op Esiclene, alleen is het geen steroid. Het werkzame bestanddeel is een verzameling pure vetzuren. Het effect berust dan ook niet op een ontstekingsreactie, maar op de afzetting van een groot deel van de geïnjecteerde vetzuren. Vergelijk het maar met koolhydraatladen of het nemen creatine waarbij je meer vocht in de spiercel vasthoudt. De omvang mag dan wel toenemen door het gebruik van Synthol, een toename in kracht behoef je als krachtsporter er niet van te verwachten, als krachtsporter of BB heb je immers weinig aan vet als brandstof.
Maar dat is nog niet alles. Om het risico op ontstekingen en infecties zo klein mogelijk te houden, dienen injectievloeistoffen steriel te zijn, vrij van ziektekiemen. Dit kan bereikt worden door onder steriele omstandigheden te produceren en door gebruik te maken van synthetische producten. Het soort vetzuren (C8, C10 en C12) dat we tegenkomen in Synthol alsmede de combinatie en verhoudingen doen vermoeden dat het hier om biologisch materiaal gaat. Het feit dat een erg groot percentage (7,5%) van Synthol bestaat uit ontsmetting en conserveringsmiddel (Benzylalcohol), doet daarnaast sterk vermoeden de productie onder alles behalve steriele omstandigheden heeft plaatsgevonden. Dit houdt nogal wat risico's in voor de gebruiker: spuitabcessen, ontstekingen, koorts en zeer allergische reacties die zelfs de dood tot gevolg kunnen hebben.
Het inspuiten van vet is zelf ook niet zonder gevaar. Een deel van het geïnjecteerde vet blijft in de spier aanwezig, de rest wordt door het lichaam afgevoerd. Dat afgevoerde vet kan bloedproppen veroorzaken, die op hun beurt, als ze op de verkeerde plek terecht komen, bijvoorbeeld een hersenbloeding kunnen veroorzaken. Bovendien kan door dat extra vet je LDL-cholesterol (het 'slechte cholesterol') gehalte aardig oplopen. De aderverkalking die hiervan het gevolg is, kan ondermeer leiden tot een hartinfarct.
Hollandse nuchterheid
Bij elke nieuwe ontwikkeling is er wel een zedenprediker die opstaat om hel en verdoemenis te verkondigen. Met betrekking tot het steroïdengebruik onder de bodybuildingtop ligt de eerste zedenprediker nu ver achter ons. Dat de Hollandse nuchterheid de overhand begint te nemen, blijkt ondermeer uit de groeiende groep insiders die vandaag de dag spreekt van een chemische wapenwedloop wanneer de waanzin omtrent het steroïdengebruik onder toppers ter sprake komt. De GH-insuline-combi en het gebruik van IGF-1 en synthol is dergelijke waanzin. Dat enkele buiten proportionele spiergroepen bij sommige proftoppers, zoals de triceps van Ernie Taylor en de schouderkoppen van Greg Kovacs, het gebruik van synthol doet vermoeden, is tot daaraan toe. Maar je kan je beter laten leiden door de Hollandse nuchterheid en je verre houden van deze waanzin.